MKB Nieuws, bericht
12-09-2001
Marktwerking: huidige wet functioneert niet goed
De Nederlandse wetgeving over marktwerking en mededinging moet zich
meer richten op variëteit van het aanbod op de langere termijn.
Bovendien moet het mogelijk worden dat een groep kleine onderaannemers
gezamenlijk een vuist maakt tegen een groot bedrijf dat de markt
beheerst en dicteert. Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het
rapport 'Marktwerking en het mkb' dat voorzitter De Boer van
MKB-Nederland 11 september presenteerde.
Markt, markt, markt, is het motto van het tweede Paarse kabinet. Meer
concurrentie en marktwerking moeten de economie flexibeler en
dynamischer maken. Een goed streven, vindt ook MKB-Nederland. Maar de
uitwerking van het Nederlandse marktwerkingsbeleid en de
Mededingingswet benadelen het midden- en kleinbedrijf. Grote
aanbieders beheersen, dicteren de markt. Zestien casussen in de nota
maken dit duidelijk. De benzinemarkt, bijvoorbeeld, langs de snelwegen
wordt gedomineerd door een paar grote spelers. Al jaren verhindert de
regelgeving van de overheid dat ook kleinere bedrijven een kans
krijgen.
Een ander voorbeeld: de overheid heeft zich verplicht projecten
Europees aan te besteden. Om de daarvoor benodigde schaalgrootte te
realiseren, worden opdrachten geclusterd; zoals bij het onderhoud aan
gevangenissen. Het mkb-bedrijf dat al jaren werkte bij één gevangenis,
kan onmogelijk mee bieden op het onderhoud van alle en raakt zijn werk
kwijt aan een grote aannemer. De Mededingingswet verbiedt het hem met
collega-onderaannemers gezamenlijk op te treden, om zo op gelijk
niveau mee te kunnen concurreren.
Spelregels op de markt, daar draait het om. Markten werken goed als
aan een aantal voorwaarden wordt voldaan: veel aanbieders, veel
vragers, een evenwichtige verhouding daartussen en tussen groot en
klein, duidelijkheid over prijzen, kwaliteit en reputaties en
voldoende mogelijkheden om toe en uit een markt te treden. Pas dan
kan, in de optiek van MKB-Nederland, maximale keuzevrijheid van de
klant worden bereikt, door een pluriform aanbod tegen concurrerende
prijzen.
MKB-Nederland hamert niet voor het eerst op deze problemen. De laatste
drie jaar heeft de Vereniging bij herhaling de NMa verweten te weinig
oog te hebben voor de economische realiteit. Juni vorig jaar heeft de
Autoriteit eindelijk richtsnoeren uitgebracht over wat branches nu wel
en niet mogen. Er blijven echter cruciale verschillen van inzicht,
bijvoorbeeld over collectief onderhandelen en de positie van de
branche als informatiebron. Of over (vaak succesvolle)
erkenningsregelingen: als die alleen open staan voor leden, betitelt
de NMa ze als concurrentiebeperkend. MKB-Nederland heeft in de loop
der jaren namens de achterban diverse zaken aanhangig gemaakt, zoals
dit jaar nog de monopoliepositie van Interpay.
De NMa, de Mededingingsautoriteit, zou meer oog moeten hebben voor het
belang van het midden- en kleinbedrijf. Dat kan bijvoorbeeld door het
inrichten van een specifiek mkb-loket, en een mkb-adviesraad. Ook moet
ze actiever optreden tegen misbruik van machtsposities door grote
marktpartijen, is de wens van MKB-Nederland. Daarnaast behoeft de wet
aanpassing. De minister van Economische Zaken trekt zich van de
kritiek vooralsnog weinig aan. De Mededingingswet fungeert goed in
haar ogen en behoeft dus ook geen aanpassing. Binnenkort staat een
evaluatie van de wet, die sinds 1998 van kracht is, op de agenda.
Hopelijk levert dat nieuwe inzichten op.
MKB-Nederland