Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
122

Directie:
voorlichting

12-09-2001

Status:
informatie

Aanvullende maatregelen om lerarentekort tegen te gaan

Meer onderwijsassistenten en zij-instromers in het onderwijs

Minister Hermans en staatssecretaris Adelmund treffen aanvullende maatregelen om personeelstekorten in het onderwijs tegen te gaan. Scholen krijgen meer geld en faciliteiten om onderwijsassistenten en zij-instromers in dienst te nemen. Voor onderwijsassistenten die dit schooljaar aan de slag gaan en met ingang van volgend schooljaar in vaste dienst komen worden de salarissen tot 1 augustus 2002 vergoed. Om de instroom van zij-instromers te vergroten wordt de subsidie verhoogd en de regeling vereenvoudigd. Naar voorbeeld van de regeling die voor de vier grote steden en Almere is getroffen, worden de totale kosten voor het aannemen, opleiden en begeleiden van groepen zij-instromers onder voorwaarden vooraf betaald. Het introduceren van meer (verschillende) functies in de school verhoogt de kwaliteit van het onderwijs en is een belangrijke sleutel tot het voorkomen en oplossen van tekorten. Daarom komt er meer geld voor ontwikkel- en voorbeeldprojecten, advisering en begeleiding van scholen. In totaal is hiervoor 36 miljoen euro (bijna 80 miljoen gulden) beschikbaar. Sinds 1998 zijn veel maatregelen genomen om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken en nieuw personeel te laten instromen in het beroep. In 'Maatwerk III', een vervolg op 'Maatwerk voor morgen' (1999) en 'Maatwerk II' (2000), beschrijven Hermans en Adelmund de voortgang en resultaten daarvan. De bewindslieden stellen nu maatregelen voor die scholen moeten stimuleren de verruimde mogelijkheden voor eigen personeelsbeleid en een professionele inrichting van de school optimaal te benutten. De jaarlijkse analyse van de situatie op de onderwijsarbeidsmarkt is hier mede de basis voor. In de nota 'Werken in het onderwijs' zijn actuele trends, analyses en evaluaties van eerder getroffen maatregelen beschreven. De bewindslieden hebben 'Maatwerk III' en 'Werken in het onderwijs' vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Om de wervingskracht van het onderwijs te vergroten gaat op 19 september een nieuwe publiekscampagne van start via postbus 51

Werken in teams
Meer diversiteit en variëteit in het onderwijs betekent dat een grotere verscheidenheid aan functies nodig is. Verschillende professionals, werkend in teams voor groepen van leerlingen, kunnen beter onderwijs-op-maat bieden. Met de laatste CAO hebben scholen meer ruimte en financiële armslag gekregen voor verdere functiedifferentiatie in de school. Om scholen bij deze omslag goede voorbeelden te bieden worden in het basis- en voortgezet onderwijs projecten gestart. Daarnaast komen er personeels- of opleidingsadviseurs om scholen te adviseren over hun specifieke situatie.

Onderwijsassistenten
Onderwijsassistenten (mbo) kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het werken in teams. Bovendien zijn mbo'ers op de huidige krappe arbeidsmarkt gemakkelijker te werven. Het afgelopen jaar is het aantal onderwijsassistenten in het basisonderwijs gestegen tot 2800. Dat is nog steeds maar ongeveer 1 procent van het personeel in het basisonderwijs.
Ook het aantal mbo'ers dat kiest voor een opleiding tot onderwijsassistent is nog onvoldoende. Om zowel de vraag als het aanbod van onderwijsassistenten te versterken krijgen scholen het salaris vergoed tot 1 augustus 2002. Voorwaarde is dat de onderwijsassistent volgend schooljaar in het team wordt opgenomen.

Zij-instromers
Er is veel belangstelling om zij-instromer in het beroep te worden. Zij-instromers zijn mensen met een hbo- of wetenschappelijke opleiding die wanneer ze het geschiktheidsonderzoek met positief resultaat hebben afgerond direct voor de klas mogen staan. Voorwaarde is dat ze binnen twee jaar hun onderwijsbevoegdheid behalen. Na een moeizame start neemt de belangstelling van scholen om zij-instromers aan te stellen toe. In juli 2001 waren ongeveer 300 kandidaten geschikt bevonden om leraar te worden. Niet alle geschikte zij-instromers staan al voor de klas. Uit eerste analyses blijkt dat scholen de financiering van een zij-instromer en de begeleiding in de school als een probleem ervaren. De subsidieregeling wordt daarom vereenvoudigd en verbeterd. Het beschikbare subsidiebedrag van circa 5.500 euro (12.000 gulden) per zij-instromer wordt verhoogd naar 8.000 euro (18.000 gulden) voor een zij-instromer in het basisonderwijs en 10.000 euro (22.000 gulden) voor een zij-instromer in het voortgezet onderwijs. Met 25 grote gemeenten en steden in regio's met grote tekorten worden afspraken gemaakt over het aanstellen van grote groepen zij-instromers. Zij ontvangen extra geld voor begeleiding in de school.

Werken in het Onderwijs
De aanvullende maatregelen uit Maatwerk III zijn nodig om knelpunten op het gebied van personeel van scholen op te heffen en te voorkomen. Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt dat de spanning op de onderwijsarbeidsmarkt blijft toenemen. Ondanks het groeiende aantal vacatures zijn scholen er in het afgelopen schooljaar in geslaagd in de loop van het jaar de meeste vacatures te vervullen. Vacatures die tijdens het schooljaar ontstaan blijken het moeilijkst te vervullen. Andere gegevens uit de monitor en andere onderzoeken ('Werken in het onderwijs') zijn:

· Het aantal reguliere vacatures aan het begin van het afgelopen schooljaar (2000/2001) is in het basisonderwijs gestegen van 4.800 naar 6.750 vacatures en in het voortgezet onderwijs van 2.690 naar 3.500, ten opzichte van 1999.

· Het aantal onvervulde vacatures is in het afgelopen schooljaar toegenomen van 330 naar 600 voltijdbanen in het basisonderwijs en van 110 naar 150 in het speciaal basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs ging het om 500 onvervulde vacatures, tegenover 300 in 1999.
· In het basisonderwijs zijn de problemen geconcentreerd in de randstad en in de vier grote steden in het bijzonder. Basisscholen in het westen hadden bijvoorbeeld 14 procent onvervulde vacatures aan het begin van het schooljaar tegenover slechts 1 procent in het noorden. In het voortgezet onderwijs neemt het percentage onvervulde uren in bijna alle regio's toe.

· De wervingspositie van het onderwijs is verbeterd. Ten opzichte van 1998 weet het onderwijs nu jaarlijks 2400 meer mensen uit het bedrijfsleven aan te trekken. Bijna de helft accepteerde daarbij een lager salaris.

· Scholen nemen vaker hun toevlucht tot het aanstellen van onder- en onbevoegden met toestemming van de Inspectie. In het voortgezet onderwijs is het aantal vrijstellingen gestegen van 2800 in 1998 naar 4800 in 2001. Overigens staan veel van deze aspirant leraren op het punt om hun bevoegdheid te halen.

· Door de stijging van de startsalarissen, een succesvolle imagocampagne en een toename van het aantal hbo-studenten is de instroom op de pabo's de laatste jaren flink gestegen. Van de studenten die in het hbo begonnen trokken de pabo's 5500 voltijdstudenten in 1995 en 8800 in 2000. Het totaal aantal eerstejaars pabo-studenten (inclusief bijvoorbeeld studenten die wisselen van opleiding) is gestegen naar 10.366 studenten in 2000. Dit jaar neemt het aantal hbo-studenten af en blijft de inschrijving voor de pabo's wat achter.

. Uit onderzoek naar de belasting van leraren blijkt dat werkdruk vooral wordt veroorzaakt door 'piekbelasting'. Dit komt omdat leraren in het basis- en voortgezet onderwijs het werk moeten doen in 40 á 41 werkweken, daar waar in de markt een jaar 47 á 48 werkweken telt.
· Gebrek aan concentratie bij leerlingen, verschillen in capaciteiten van leerlingen en grote groepen, zijn volgens leraren de belangrijkste veroorzakers van werkdruk. Desalniettemin zegt 95 procent van de leraren in het basisonderwijs plezier te hebben in het werk.


Zie ook:
nota Maatwerk 3
Werken in het onderwijs (word)
Werken in het onderwijs (pdf)
Enkele bijlagen bij Werken in het onderwijs

omhoog laatst bijgewerkt 12-09-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl