Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Activering en uitstroom Inkomenswaarborg Handhaving Adequate uitvoering

Activering en uitstroom / Wiw

Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw)
Sinds 1 januari 1998 is een aantal nieuwe wetten en regelingen op het terrein van gesubsidieerde arbeid in werking getreden. Het betreft onder meer de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw)*, de Wet sociale Werkvoorziening (Wsw) en het besluit Instroom-Doorstroombanen (ID). Samen vormen zij het instrumentarium voor gemeenten om werklozen en mensen met een arbeidshandicap naar de arbeidsmarkt toe te leiden. De nieuwe wetten en regelingen geven de gemeenten een grotere verantwoordelijkheid voor deze reïntegratietaak. Ook bieden de regelingen de gemeenten meer mogelijkheden om maatwerk te leveren voor de cliënt. Doel van de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) is om werklozen te stimuleren aan activiteiten deel te nemen die toelating tot het arbeidsproces bevorderen en sociale uitsluiting voorkomen. De doelgroep omvat langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten, uitkeringsgerechtigden en werkloze jongeren. Het accent ligt op de toegeleiding naar de reguliere arbeidsmarkt. De wet biedt gemeenten een breed scala aan mogelijkheden voor subsidies voor Wiw-dienstbetrekkingen, werkervaringsplaatsen/REA-plaatsingen en scholings- en activeringstrajecten.

Actuele ontwikkelingen

Rapport over de toekomst van het arbeidsmarktbeleid is uit
Er is een rapport verschenen over het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Toekomst van het Arbeidsmarktbeleid, met als titel Aan de slag. De IBO-werkgroep beveelt aan meer nadruk te leggen op het verminderen van het aantal uitkeringsgerechtigden. Ook stelt de werkgroep voor bestaande ID-banen in reguliere banen om te zetten. Bij het onderzoek zijn ook de evaluatie van de Wiw en de Wsw betrokken. Het IBO-rapport Aan de slag.
Brief aan de Kamer over het kabinetsstandpunt IBO Toekomst van het arbeidsmarktbeleid (5 september 2001).
Persbericht van 7 september 2001.

Wiw en Wsw geëvalueerd
De Wiw en de Wsw zijn geëvalueerd. Er is onderzocht in welke mate gemeenten de integrale aanpak en het maatwerk per cliënt kunnen realiseren en hoe zij daarbij de uitvoering aansturen. Een belangrijke doelstelling van de wetten was dat meer mensen naar ongesubsidieerd werk zouden uitstromen. Er is gekeken of dit uit de verf is gekomen en wat daarbij de rol van het financieringssysteem is. Onderzocht is of de potentiële doelgroepen door de wetten bereikt zijn en wat de omvang en achtergronden van het ziekteverzuim in de Wiw en de Wsw zijn. Voor de Wsw is verder onderzoek gedaan naar de onafhankelijkheid, juistheid en zorgvuldigheid van de nieuwe indicatiestelling. Er is geprobeerd de bestemming te achterhalen van personen op de oude wachtlijst, die na herindicatie niet meer tot de doelgroep van de Wsw behoorden. Ook is nagegaan in welke mate gemeenten het nieuwe instrument van begeleid werken hebben uitgevoerd en welke factoren daarbij een rol spelen. Ook de werking van de nieuwe gemengde ondernemingsraden voor Wsw-werknemers en het zogeheten ambtelijk personeel zijn onder de loep genomen. Tot slot is een eerste poging gedaan om op objectieve wijze de kosten van een Wsw-arbeidsplaats te berekenen.
Minister Vermeend heeft de rapportages van de deelonderzoeken naar de Wiw en de Wsw op 7 september naar het parlement gestuurd. Brief aan de Kamer. Ook zijn bij deze gelegenheid de Wsw-statistiek 2000 en de Wiw-statistiek 2000 aan het parlement aangeboden.

Deelonderzoeken in het kader van de wettelijke evaluatie Wiw/Wsw:
* Evaluatieonderzoek Wsw/Wiw, de regiefunctie van gemeenten
* Evaluatie Wsw/Wiw, deelrapport Bereik en resultaat
* Gemengde medezeggenschap in gemêleerde bedrijven
* Ziekteverzuim Wiw

Maatregelen om arbeidsdeelname herintredende vrouwen te bevorderen
Om de arbeidsdeelname van vrouwen te verhogen hebben minister Vermeend en staatssecretaris Verstand een Plan van Aanpak naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit najaar zal er een voorlichtingscampagne gehouden worden. Doel hiervan is dat eind 2002 alle vrouwen die een baan zoeken en daar hulp bij nodig hebben, staan ingeschreven bij het Arbeidsbureau of het, in het kader van de SUWI-reorganisatie op te richten CWI. Eenmaal daar ingeschreven hebben ook zij recht op ondersteuning in het kader van de sluitende aanpak. Om deze sluitende aanpak voor nieuwe instroom van personen boven de 23 jaar, inclusief niet-uitkeringsgerechtigden, mogelijk te maken, zijn ook dit jaar extra gelden toegevoegd aan het WIW-scholings- en activeringsbudget. Brief aan de Tweede Kamer met plan van aanpak. Persbericht van 5 juli 2001.

Geen compensatie uitvoeringskosten werkaanvaardingspremies

Sinds 1 januari 2001 kunt u als gemeente een belastingvrije werkaanvaardingspremie uitkeren aan mensen die vanuit de Abw of gesubsidieerde arbeid in het kader van de Wiw uitstromen naar reguliere, niet-gesubsidieerde arbeid. (Hiertoe wordt ook werk in het kader van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren gerekend). Deze premie bedraagt in totaal f 4000,- ( 1815,-), een bedrag dat in vier porties van f 1000,- ( 454,-), steeds na een half jaar, wordt uitgekeerd. Dit betekent dat de ontvanger gedurende twee jaar na uitstroom geregistreerd moet blijven. In deze periode moet u ook nagaan of de uitstroom duurzaam is en of de ontvanger niet opnieuw een beroep doet op een uitkering of gesubsidieerde arbeid. Dit uitkeringsregime brengt extra uitvoeringskosten met zich mee. Als u de minister om compensatie voor deze kosten heeft verzocht, heeft u een afwijzend antwoord gekregen. Het uitkeren van de premie gaat namelijk gepaard met een verlaging van het aantal mensen met een uitkering (Abw, IOAW, IOAZ), waardoor tegenover uitvoeringskosten drie vormen van besparing staan:

1. Er komt uitvoeringscapaciteit vrij.

2. Omdat mensen uit de uitkering uitstromen kunt u besparen op de uitvoeringskosten, die u mag behouden en naar eigen inzicht besteden. De verdeling van de gelden voor de uitvoering Abw e.d. blijft namelijk onveranderd, ook al daalt het volume uitkeringsgerechtigden.

3. Het aandeel dat u zelfmoet bijdragen aan uitkeringskosten (25%), is toegevoegd aan het Fonds voor Werk en Inkomen (FWI). Ook wat u hiermee bespaart, door bijvoorbeeld daling van het aantal uitkeringsgerechtigden, mag u relatief vrij besteden in het verlengde van de doelstelling van het FWI.

Subsidie ex-banenpoolers in 2002
Per 1 januari 2002 loopt de belastingfaciliteit voor Wiw-ers af. Het gaat vooral om de groep mensen die eerder via de banenpool werkzaam waren. Gemeenten zijn hier onder andere eind 2000 via een brief over geïnformeerd. Met de VNG is afgesproken dat gemeenten voor deze ex-banenpoolers uitstroom naar regulier werk bewerkstelligen. Minister Vermeend heeft hiertoe een subsidieregeling ingesteld: gemeenten ontvangen 500 gulden voor iedere ex-banenpooler en voor iedere naar regulier werk uitgestroomde ex-banenpooler 4000 gulden. De banenpooler zelf kan in aanmerking komen voor een werkaanvaardingspremie. Bovendien geeft de minister financiële steun aan het actieplan van de VNG. Dit plan biedt gemeenten faciliteiten voor het uitvoeren van deze uitstroomactie.

* In 2002 zullen de verdeelsleutels voor het gemeentelijk werkfonds niet worden gewijzigd. Brief aan de Kamer. (20 april 2001)
* De Wiw-statistiek van het derde en vierde kwartaal van 1998 en van geheel 1999 is gepubliceerd.

* Antwoorden van minister Vermeend op Kamervragen over de Wiw. 20/03/01

* Momenteel wordt de Wiw geëvalueerd. In het voorjaar 2001 worden de eerste resultaten daarvan gepubliceerd.

* Per 2001 krijgen alle gemeenten middelen beschikbaar voor een sluitende aanpak* voor de nieuwe instroom.

* De minister van SZW heeft afspraken gemaakt met de VNG over de doorstroom van ex-banenpoolers met een Wiw-dienstbetrekking.
* Per 1 januari 2001 treedt het Fonds Werk en Inkomen in werking. De consequenties hiervan voor de uitvoering van de Abw en Wiw staan vermeld in een circulaire over het Fonds Werk en Inkomen (5).