Persberichten > Nieuw > 01-037
01-037 11-09-2001
01/37 11 september 2001
Europese subsidie van 4,5 miljoen gulden voor consortium rond MESA+
Optische signalen tot in huis
Het onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente is er als
trekker van een Europees consortium in geslaagd een Europese subsidie
van 4,5 miljoen gulden in de wacht te slepen voor de ontwikkeling van
een transceiver. Met dit apparaat moeten particulieren en kleine
bedrijven in staat worden gesteld om optische signalen via de
glasfiber te ontvangen en versturen. Het woord `transceiver' is dan
ook een samenvoeging van transmitter en receiver.
De onderzoeken van MESA+ richten zich op de materialen, technologie en systemen voor de informatiemaatschappij. In de Lightwave Devices Group van MESA+ wordt geprobeerd steeds snellere verbindingen tot stand te brengen. "Optische fibers worden tot nu toe uitsluitend gebruikt in het lange afstandsnetwerk", legt projectleider dr. Alfred Driessen uit. "Zeg maar in de lijnen van stad naar stad. Doordat de gebruikers in zo'n stad deze voorziening gezamenlijk betalen, is het nog redelijk goedkoop. Maar het uiteindelijke doel is om met die optische fiber tot aan de computers in de huizen en bedrijven te gaan. Als de eindgebruiker toegang krijgt tot het optische net, stelt dat hele nieuwe eisen aan de ontvangst- en verzendapparatuur. De eindgebruiker moet dan alles betalen en dus moet er apparatuur komen die in massaproductie kan worden genomen, die goedkoop en gebruikersvriendelijk is en die toch een hoge prestatie levert."
Driessen verwacht dat optische verbindingen er uiteindelijk toe zullen
leiden dat particulieren enkele gigabytes per seconde kunnen ontvangen
of versturen, ofwel ruim 25.000 keer zoveel als met een gewone
telefoonlijn. De universitair hoofddocent vindt dit geen overbodige
luxe: "Want de praktijk leert dat als mensen een snellere verbinding
hebben, ze hem ook gebruiken. Je ziet dat op de campus van de UT, waar
studenten volledige films downloaden."
Om de capaciteit van fiber optimaal te kunnen gebruiken, moet het
apparaat meerdere kleuren kunnen ontvangen en verzenden. Hiervoor
worden in dit project speciale microresonatoren ontwikkeld die als
filters de kleuren scheiden. Dit is slechts één van de nieuwigheden
die in het apparaat moeten worden verwerkt. "Het is een flinke
uitdaging", vertelt Driessen. "Niet alleen qua technologie en
systeemconcept, maar ook wiskundig en omdat we allerlei nieuwe
materialen gaan gebruiken."
Voor MESA+ is het een belangrijk project, waarmee een grote stimulans
wordt gegeven aan lokale bedrijven als Kymata Nederland en Lion
Photonix en de MESA+ groepen op het gebied van optische
telecommunicatie. In het project gaan vele miljoenen om en gedurende
drie jaar werken er alleen aan de UT al 7,5 mensen aan, verdeeld over
Technische Natuurkunde (de Lightwave Devices Group) en Toegepaste
Wiskunde. Ook voor de uitstraling van het onderzoeksinstituut op
Europees niveau is het belangrijk. "Het bedrijfsleven is sterk
geïnteresseerd en dus kunnen we laten zien dat we niet in een ivoren
toren werken", zegt Driessen. Alhoewel de cleanroom van MESA+ centraal
staat en het project vanuit de UT wordt gecoördineerd, is het een
consortium met elf participanten. Tot het consortium behoren een
bedrijf als Nortel en prestigieuze universiteiten als de ETH Zürich en
de TU Hamburg Harburg. "We hebben voor zowel het ontwerpen, de
materialen als de berekeningen naar de beste partners in Europa
gezocht", aldus de projectleider.
MESA+ heeft op het idee al octrooi aangevraagd. Uiteindelijk moet er
over drie jaar een prototype zijn. Bovendien stelt de EEG als eis dat
er een plan wordt gemaakt hoe het apparaat uiteindelijk in productie
kan worden genomen.
Contactpersoon dienst Communicatie en Transfer: drs. B. Meijering,
tel. 053-489 4385, e-mail: b.meijering@cent.utwente.nl
© Universiteit Twente 1997-2000