http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=420226
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling Zuid-Azië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 11 september 2001 Auteur R.M. Claessens
Kenmerk DAO-916/01 Telefoon 070 3485763
Blad /4 Fax 070 3485323
Bijlage(n) 1 E-mail rob.claessens@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden Hessing (VVD) en Valk (PVDA) C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer van 31 augustus 2001, kenmerk 2000114850, waarbij gevoegd waren de door de leden Hessing en Valk overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij u ingediende vragen, heb ik de eer U in bijlage dezes mijn antwoord op de gestelde vragen aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Hessing (VVD) en Valk (PVDA) over de mensenrechten in Pakistan.
Vraag 1
Bent u bereid bij de Pakistaanse regering te interveniëren ten behoeve van een eerlijke rechtsgang voor Dr. Young Sheikh en anderen die worden vervolgd voor godslastering?
Antwoord
In mei en augustus 2001 heb ik geantwoord op eerdere vragen inzake godsdienstvrijheid in Pakistan en veroordelingen in Pakistan op grond van de zgn blasfemiewetgeving. (Aanhangsel Handelingen 1168 en 1590.)
Laatstelijk op 23 augustus 2001 is door de EU een demarche tegen de doodstraf uitgevoerd waarbij de blasfemiewetgeving aan de orde is gesteld. In dit verband is expliciet geïntervenieerd ten behoeve van onder anderen Dr. Mohammed Younus Sheikh. Ook bilateraal zijn de Pakistaanse autoriteiten bij voorkomende gelegenheden aangesproken op de zgn. blasfemiewetgeving en op individuele gevallen waarin de doodstraf is uitgesproken.
Vraag 2
Acht u wetten tegen zogenaamde godslastering in het algemeen in strijd met de VN Declaratie tegen religieuze intolerantie? Zo ja, bent u bereid bilateraal dan wel in EU-verband, bij de Pakistaanse regering te bepleiten een rechtsorde te ontwikkelen zonder wetten tegen zogenaamde godslastering?
Antwoord
De 1981 Verklaring gaat niet specifiek in op zaken aangaande godslastering.
De 1981 Verklaring voorziet in het recht op vrijheid van godsdienst of
overtuiging en verbiedt discriminatie op grond van godsdienst of
overtuiging.
Zoals ook blijkt uit beantwoording van eerdere vragen inzake de Pakistaanse
wet op de godslastering is deze bij verschillende gelegenheden aan de orde
gesteld, laatstelijk op 23 augustus jl. Voorts is dit in EU-verband geschied
in maart 1999, in november 2000 en in mei 2001. Ook in de toekomst zullen
bilaterale contacten en contacten tussen de EU en Pakistan worden
aangegrepen om zorgen over deze wet en haar toepassing over te brengen.
Overigens zou President Generaal Musharraf de betreffende artikelen uit de
strafwet wensen te verwijderen of in ieder geval de reikwijdte ervan te
beperken. Tot dusverre is hij daarin niet geslaagd onder druk van
extremistische religieuze belangengroepen.
Vraag 3
Bent u bereid het thema van religieuze intolerantie wederom op de agenda van de VN te laten plaatsen?
Antwoord
Het thema van religieuze intolerantie is een vast agendapunt tijdens de jaarlijkse zittingen van de VN-Commissie voor de Rechten van de Mens (voorjaar) en de zitting van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN (najaar). Tijdens deze zittingen presenteert de VN-Speciale Rapporteur inzake vrijheid van godsdienst of overtuiging zijn voortgangsrapport op het terrein van zijn mandaat. Ierland introduceert tijdens deze zittingen traditioneel een resolutie inzake religieuze intolerantie, die Nederland altijd ondersteunt.
Ter gelegenheid van de 20ste verjaardag van de VN-Verklaring inzake de uitbanning van alle vormen van onverdraagzaamheid en van discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging uit 1981 organiseert de VN-Speciale Rapporteur in samenwerking met de Spaanse regering een internationale consultatieve conferentie op 23 t/m 25 november in Madrid over schooleducatie in relatie tot vrijheid van godsdienst of overtuiging, tolerantie en non-discriminatie. Nederland neemt aan deze conferentie deel.