Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=420224



Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Westelijk Halfrond Afdeling Noord-Amerika Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 11 september 2001 Auteur Drs. H.M. Verhagen Kenmerk DWH/NM-133/01 Telefoon (31) 70 348 42 39
Blad /4 Fax (31) 70 348 57 48
Bijlage(n) 1 E-mail dwh-nm@minbuza.nl
Betreft Antwoord op vragen van het lid Hoekema over buitenlandse oliemaatschappijen

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier uwer Kamer d.d. 19 juli jl., kenmerk 2000113850, waarbij gevoegd waren de door het lid Hoekema overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer u als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Hoekema over buitenlandse oliemaatschappijen.

Vraag 1



Heeft u kennis genomen van de maatregelen die het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft genomen tegen buitenlandse oliemaatschappijen die zaken doen met Soedan?

Antwoord

Op 13 juni jl. aanvaardde het Huis de zogeheten 'Sudan Peace Act' (H.R. 2052). Klein onderdeel van dit wetsvoorstel is de bepaling dat bedrijven die direct betrokken zijn bij olie- of gasprojecten in Soedan verboden zal worden kapitaal te verwerven in de VS of in effecten ('securities') te handelen op enige financiële markt in de VS.

De 'Sudan Peace Act' is ter behandeling aan de Senaat aangeboden. Pas na aanvaarding door zowel het Huis als de Senaat én tekening door de President, wordt een wetsvoorstel van kracht. Het is onduidelijk of de Senaat het voorstel van het Huis zal overnemen en of President Bush het zal tekenen. Ook bestaat geen zicht op de termijnen waarbinnen dit zal gebeuren.

Vraag 2



Wat is uw opvatting over deze maatregelen?

Antwoord

Het wetsvoorstel kent, naast bovengenoemde bepaling inzake oliebedrijven, vele andere elementen die er op gericht zijn de vrede in Soedan te bevorderen, zoals het ter beschikking stellen van financiële middelen, diplomatieke ondersteuning en het ondersteunen van VN-acties. Deze algemene inzet is derhalve positief.

Nederland is voornemens de Soedanese olieproblematiek op Europees niveau aan de orde te stellen met als inzet te inventariseren wat het standpunt is van andere lidstaten en te komen tot een gemeenschappelijk EU-standpunt. Aangezien zowel binnen de EU als binnen de VS grote bezorgdheid bestaat over de situatie in Soedan, wil ik tevens graag bevorderen dat hierover intensiever overleg tot stand komt tussen de EU en de VS.

Dit alles laat onverlet dat het extraterritoriale element van het huidige wetsvoorstel in strijd is met de regels van het internationale (handels) verkeer. Het algemene beleid van de EU terzake is dan ook afkeurend van aard, getuige het EU-beleid inzake het Amerikaanse extraterritoriale sanctiebeleid t.a.v. Iran en Libië (ILSA) en Cuba (Helms-Burton).

Gezien de stand van zaken in het Amerikaanse Congres lijkt het ondernemen van formele actie op dit moment echter prematuur.

Klopt het dat een Nederlandse oliemaatschappij, Talisman, op de lijst van buitenlandse maatschappijen staat die onder de sanctiemaatregelen vallen?

Vraag 4



Wat is hierover uw opvatting?

Antwoord 3. en 4.

Het wetsvoorstel van het Huis kent geen lijst met buitenlandse maatschappijen maar richt zich op alle bedrijven die direct betrokken zijn bij de exploratie, productie, het transport of het raffineren van petroleum, aardgas of olieproducten in Soedan. Talisman is een groot Canadees olie- en gasbedrijf, met een Nederlandse dochter, Goal Olie- en Gasexploratie B.V. De activiteiten van Talisman in Soedan betreffen een 25% aandeel in de Greater Nile Petroleum Operating Company, dat onder die Nederlandse dochter valt. Momenteel wordt bezien of er voor de Nederlandse regering aanleiding is om met Talisman over Soedan in contact te treden.

Nogmaals, zoals reeds bij de beantwoording van vraag 2 gesteld, de EU én de Nederlandse regering hebben grote moeite met extraterritoriale sancties door de VS.