Ministerie van Defensie
Kamervragen en antwoorden
het vernietigde fotorolletje van Srebrenica
10-09-2001
Antwoord van minister Korthals (Justitie) op vragen van het lid Harrewijn (GroenLinks) aan de ministers van Defensie en van Justitie over het vernietigde fotorolletje van Srebrenica.
1 Kent u het artikel «Onderzoek fotorol gekraakt»? (Algemeen Dagblad, 27 juli jl.)
Ja.
2 Kunt u bevestigen dat onderzoeksleider kapitein P. Rutten van het zogenaamde Kodakteam op 24 juni jl. een rapport heeft uitgebracht naar aanleiding van een verzoek van de bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee? Bent u bereid dat rapport (geanonimiseerd) aan de Kamer te zenden?
Ja, de Kapitein P. Rutten van de Koninklijke marechaussee, de leider van het voormalige Kodak-team, heeft inderdaad een rapport van bevindingen opgemaakt op verzoek van de Bevelhebber der Koninklijke marechaussee, naar aanleiding van de Nova-uitzending van 19 juni jl. Niettegenstaande het interne karakter van het rapport en het gegeven dat het vooral de persoonlijke opvattingen van de Kapitein Rutten bevat, bied ik het u hierbij in geanonimiseerde vorm aan. (Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.)
3 Hoe verhoudt zich dit rapport tot het later geïnitieerde onderzoek, waarvan het verslag de basis is voor de brief (stuk 26 122, nr. 25) die de minister van Justitie op 19 juli jl. naar de Kamer zond? Waarom is in de brief van de minister zo weinig terug te vinden van de kritiek en de twijfels van de voormalige onderzoeksleider?
Het onderzoek waarop de brief van 19 juli jl. berust en waaraan in de vraag wordt gerefereerd, is verricht op grond van een opdracht van de Officier van Justitie in Arnhem. De opdracht is geformuleerd in overleg met de plaatsvervangend Bevelhebber van de Koninklijke marechaussee, die inmiddels beschikte over het rapport van bevindingen van de Kapitein Rutten. Het resultaat van het onderzoek van de commissie-Van Dijk is neergelegd in het rapport van 3 juli jl., dat u op 9 augustus jl. in geanonimiseerde vorm is toegegaan (brief onder nummer 5113704/501/EvH). Het rapport van bevindingen van 24 juni jl. bevat hoofdzakelijk de mening van de Kapitein Rutten, terwijl het rapport van de commissie-Van Dijk van 3 juli jl. de verklaringen van álle leden van het Kodak-team zakelijk weergeeft, inclusief die van de Kapitein Rutten. Omdat het rapport van de commissie-Van Dijk ook ter (vertrouwelijke) kennisneming bij de brief van 19 juli jl. was gevoegd, is in die brief zelf volstaan met het weergeven van de essentie van de opvattingen van de teamleden. In tegenstelling tot wat in de vraag wordt gesuggereerd, geven de brief en het meegezonden rapport samen wel degelijk weer dat de Kapitein Rutten thans blijkbaar nog kritiek en twijfels heeft. Deze zijn overigens niet nieuw en zij werpen evenmin nieuw licht op de conclusie die op grond van het onderzoek van het Kodak-team is getrokken over de reden van het mislukken van de ontwikkeling van het fotorolletje, namelijk menselijk falen. Zoals ook in de brief van 19 juli jl. is vermeld, bestaat over de juistheid van dit onderzoek geen twijfel bij de leden van het Kodak-team, óók niet bij de Kapitein Rutten, die de kanttekeningen die hij in zijn rapport van bevindingen van 24 juni jl. heeft geplaatst daarin zelf bestempelt als «leermomenten».
4 Ziet de regering in de nu geopenbaarde kritiek en twijfels aanleiding om het standpunt te herzien aangaande een nader onderzoek? Overweegt de regering een finaal allesomvattend onderzoek naar de hele gang van zaken rond het bewuste fotorolletje?
Op grond van de aanvullende toelichting en de overwegingen in de antwoorden op de vragen 2 en 3 ziet de regering geen aanleiding een allesomvattend onderzoek uit te voeren.