Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVM 01.3273
datum
07-09-2001

onderwerp
Verontreiniging van dioxinen in kleimineralen en kippeneieren doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij wil ik u informeren over een overschrijding van de norm voor dioxinen in kleimineralen en kippeneieren, en de getroffen maatregelen.

datum
07-09-2001

kenmerk
VVM 01.3273

bijlage

Kleimineralen
Op 27 augustus 2001 bereikte mijn Ministerie het bericht dat in een partij kleimineralen (Carbo-mix) een overschrijding van de norm voor dioxinen is aangetoond. De partij kleimineralen was afkomstig van het bedrijf Carbo Holland B.V. en wordt gewonnen in een mijn in België.

Het monster was op 3 juli 2001 genomen bij een mengvoederfabrikant in het kader van het dioxine monitoringsprogramma diervoeder van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV). Het dioxinegehalte bedroeg 4139 pg TEQ/kg. De huidige Nederlandse norm voor dioxine in kleimineralen is 500 pg TEQ/kg. Deze norm is vastgesteld door het Productschap Diervoeder (PDV). De voorgestelde Europese norm is 1000 pg TEQ/kg.

Op mijn verzoek heeft het PDV een terbeschikkinghoudingsplicht opgelegd aan Carbo Holland B.V. Een inspecteur van de Keuringsdienst Diervoedersector (KDD) heeft het bedrijf bezocht en meerdere monsters genomen voor een analyse op dioxine. Deze monsters zijn naar het RIKILT gestuurd en worden met prioriteit onderzocht. De uitslag wordt volgende week (wk 37) verwacht.

Op woensdag 29 augustus jl. is een ander monster van hetzelfde kleimineraal positief bevonden op dioxine. Dit betrof een monster dat de KDD op 13 juni heeft genomen bij een ander bedrijf. Het dioxinegehalte van deze partij bedroeg 2900 pg TEQ/kg. Naar aanleiding van deze bevinding is de opgelegde terbeschikkinghoudingsplicht op het bedrijf Carbo Holland B.V. aangescherpt. Carbo Holland is opgedragen al zijn afnemers te informeren over de gevonden afwijkingen, de partijen Carbo-mix op de bedrijven te blokkeren en klanten de gelegenheid te bieden om de reeds geleverde partijen te retourneren. Woensdagavond was de winplaats van de klei bekend. Hierop zijn donderdag de Europese Commissie en alle lidstaten geïnformeerd over de gevonden afwijkingen.
Ook is bij de Belgische overheid een lijst met leveranties aan Nederland van diezelfde winplaats opgevraagd.

Op dit moment is niet bekend hoe de kleimineralen verontreinigd zijn geraakt met dioxinen. Ik heb hiervoor een onderzoek laten starten, waarbij ook aandacht zal worden besteed aan de mogelijkheid dat de verhoogde gehaltes niet veroorzaakt zijn door een verontreinigde grondstof, maar dat het productieproces verantwoordelijk is geweest voor de verhoging van dioxinen.

Dioxinen kunnen makkelijk uitgescheiden worden in het melkvet. Ik heb het RIKILT een risicoanalyse laten uitvoeren met de gevonden gehaltes dioxinen. Zelfs in het ergste geval, bij 100% opname van dioxinen in het bloed na inname door de koe en bij volledige overdracht naar het melkvet, zou het gehalte in het melkvet niet hoger zijn dan 620 pg TEQ/kg vet. Dit ligt ruim onder de voorgestelde Europese norm voor dioxinen in melkvet van 3000 pg TEQ/kg melkvet. Ook bij het consumeren van verontreinigde melk (-producten) zal het gehalte maximaal 18% zijn van de 'Tolerable Daily Intake', de hoeveelheid die een mens dagelijks kan binnenkrijgen zonder risico's voor de gezondheid.

Hoewel ik de risico's voor de volksgezondheid zeer gering acht, heb ik toch de hierboven vermelde maatregelen getroffen om een vermijdbare blootstelling aan dioxinen tegen te gaan. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal ik u nader informeren.

Kippeneieren
In het kader van het nationaal monitoringsprogramma worden agrarische producten routinematig door het RIKILT in Wageningen gecontroleerd. Recent werd in een monster van een klein aantal eieren een verhoogd gehalte van 7,7 pg dioxinen per gram vet gevonden. Deze eieren zijn bemonsterd in juni 2001 en waren afkomstig van één pluimveebedrijf in Siebengewald. De hoeveelheid overschrijdt de Nederlandse norm voor dioxinen van 5 pg per gram vet van eieren krachtens de Warenwet.

De vondst van de dioxinen in de eieren werd op vrijdag 24 augustus 2001 in de namiddag aan het Ministerie van LNV gemeld. Naar aanleiding hiervan heeft de RVV door LNV in samenspraak met het Ministerie van VWS verzocht monsters van veevoer, eieren en leghennen op het pluimveebedrijf te nemen. Alle monsters zijn op maandag 27 augustus genomen en op diezelfde dag met spoed aan het RIKILT aangeboden voor onderzoek naar de aanwezigheid van dioxines met behulp van de CALUX, een snelle screeningsmethode.

De eieren werden door de pluimveehouder in een winkel op het bedrijf aan particulieren verkocht. In afwachting op de resultaten van het onderzoek van deze nieuwe monsters heeft de pluimveehouder op woensdag 29 augustus in overleg met de KvW vrijwillig de verdachte eieren en kippen van verkoop uitgesloten. De KvW controleert hierop.

Op vrijdag 31 augustus zijn de resultaten van de CALUX-screening door het RIKILT aan het Ministerie van LNV en VWS gerapporteerd. In de leghennen en het voeder zijn geen verhoogde hoeveelheden dioxines gevonden. Van twintig eieren bleken er echter vijftien verdacht van normoverschrijding. Volgens het RIKILT bestaat er ook geen verband tussen de verontreiniging van de kleimineralen en de eieren. De normoverschrijding is vervolgens door het RIKILT onderzocht met behulp van de standaard GCMS methode voor de bepaling van dioxinen.

Het RIKILT heeft de resultaten van onderzoek met de GCMS op woensdag 5 september aan het Ministerie van LNV en VWS gerapporteerd. Hieruit bleek dat het gehalte dioxinen in mengmonsters van deze twintig eieren was verhoogd; twee mengmonsters met 5,8 resp. 6,7 pg dioxinen per gram vet overschreden daarbij de norm voor dioxinen volgens de Warenwet. Om de betekenis van de normoverschrijding te beoordelen is er een verzoek gedaan aan het RIKILT om te beoordelen of er op dit moment sprake is van een mogelijk risico voor de volksgezondheid. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet beschikbaar, maar ter vergelijking geldt dat de eieren ten tijde van de dioxinecrisis in België destijds gehaltes van 50 tot 700 pg dioxinen per gram vet bevatten.

De resultaten van het onderzoek van 24 augustus en 5 september laten zien dat het verhoogde gehalte dioxinen in de eieren geen eenmalig incident is. In alle onderzochte eieren van het pluimveebedrijf in Siebengewald die eind augustus werden bemonsterd zijn hoeveelheden dioxinen gevonden die vergelijkbaar zijn met die van juni. Daarmee lijkt er sprake te zijn van een structureel probleem op dit bedrijf.

Omdat in het pluimveevoer geen verhoogde gehalte dioxinen gevonden is, mag worden geconcludeerd dat de verontreiniging van de eieren niet afkomstig is van de voeders, maar veroorzaakt moet worden door iets op het pluimveebedrijf. De kippen worden gehouden in geverfde houten hokken, en hebben een vrije uitloop naar buiten. Daardoor is een verontreiniging denkbaar met dioxinen uit de
houtverduurzamingsmiddelen van de hokken, of dioxine inname door het oppikken van verontreinigde grond.

De huidige resultaten van het onderzoek kunnen geen uitsluitsel geven over de vraag of de verontreiniging veroorzaakt wordt door de hokken of de grond. Daarom zal er aanvullend onderzoek worden uitgevoerd naar dioxinen in de schuren en in de grond. Bovendien zal het RIKILT onderzoek verrichten naar het voorkomen van houtverduurzamingsmiddelen in kippenvlees. De resultaten van dit onderzoek worden 14 september a.s. verwacht. Gezien het feit dat de eieren en kippenvlees van het bedrijf sinds woensdag 29 augustus niet meer aan de consument worden verkocht worden risico's voor de volksgezondheid voor de periode van het lopend onderzoek niet verwacht.

Indien de resultaten van het aanvullend onderzoek daartoe aanleiding geven, zal ik u nader informeren.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst

Reageren