IP/01/1246
Brussels, 6 September 2001
Structuurfondsen: Commissie keurt programma's voor regionale
ontwikkeling Zuid- en Oost-Nederland met EURO 281 miljoen steun goed
De Commissie heeft de programma's voor regionale ontwikkeling van
Zuid-Nederland en Oost-Nederland voor de periode 2000-2006
goedgekeurd. De programma's voorzien in steun van de Europese Unie
voor een bedrag van 281 miljoen. De Europese financiering zal
bovendien investeringen van de Nederlandse particuliere en publieke
sector aantrekken voor een totaal bedrag van 787 miljoen. De twee
programma's hebben betrekking op de provincies Noord-Brabant, Limburg,
Gelderland en Overijssel. De middelen moeten de duurzame ruimtelijke
ontwikkeling van deze hoofdzakelijk landelijke gebieden stimuleren en
daardoor bijdragen tot de diversificatie van de economische
activiteiten.
Bij de bekendmaking van het besluit zei de heer Michel Barnier,
Europees Commissaris voor regionaal beleid: "Ik ben verheugd over het
feit dat met deze twee programma's nu alle Nederlandse programma's van
doelstelling 2 voor de periode 2000 2006 zijn goedgekeurd. Een
degelijke en duurzame ruimtelijke ontwikkeling is van essentieel
belang voor de ontwikkeling van het Zuiden en Oosten van Nederland".
In beide programma's ligt de nadruk op landelijke gebieden. Het
programma voor het Zuiden bestrijkt landelijke gebieden in de
provincies Noord-Brabant en Limburg. Het programma voor het Oosten
bestrijkt de provincies Gelderland en Overijssel en een klein deel van
de provincie Utrecht. De geïndustrialiseerde gebieden in
Zuidoost-Brabant, Twente en de regio Arnhem-Nijmegen zullen, zij het
in mindere mate, eveneens profiteren van de programma's (met
zogenaamde "phasing-out-steun"), aangezien zij in het kader van
voorgaande programma's steun hebben ontvangen.
De twee programma's zijn gebaseerd op de volgende drie prioriteiten:
* "Ruimtelijke ontwikkeling": het doel is de diversificatie van
economische activiteiten te stimuleren door middel van ruimtelijke
ontwikkeling. Maatregelen zijn onder andere het revitaliseren van
bedrijfslocaties, het ontwikkelen van de kennisinfrastructuur en
het versterken van de toeristische sector. Ook de aankoop en
aanleg van natuurgebieden en landschapselementen en de bescherming
van het cultuur-historische erfgoed kan in het kader van deze
prioriteit worden gefinancierd.
* "Economische stimulering": het doel is de concurrentiepositie van
het bedrijfsleven te versterken door het innovatiepotentieel te
vergroten, de overdracht van kennis te stimuleren en de
samenwerking tussen bedrijven aan te moedigen. De maatregelen in
het kader van deze prioriteit zijn gericht op het MKB en de
toeristische sector.
* "Sociale cohesie": De maatregelen in het kader van deze prioriteit
moeten het human resourcesbeleid bij de lokale bedrijven
professionaliseren en de culturele identiteit van de regio
versterken.
De twee programma's bestrijken een gebied met ongeveer 585.000
inwoners(1)
. Van de in totaal 281 miljoen aan communautaire financiering gaat
ongeveer 140 miljoen naar het Zuiden en 141 miljoen naar het Oosten.
De Nederlandse overheid verschaft nog eens 404 miljoen terwijl van de
particuliere sector 102 miljoen aan investeringen wordt verwacht.
De provincies Noord-Brabant en Gelderland zijn belast met de
coördinatie van het beheer van en het toezicht op de activiteiten in
het kader van de programma's voor respectievelijk Zuid-Nederland en
Oost-Nederland.
De 281 miljoen aan steun van de Gemeenschap komt uit het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), waarvoor Commissaris Michel
Barnier verantwoordelijk is.