Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Burgers moeten overheid via Internet kunnen controleren
Een persbericht bij het onderwerp Actieprogramma elektronische overheid
6 september 2001
De overheid moet haar werkwijze aanpassen aan de komst van de informatiesamenleving. Een samenleving waarin mede door de inzet van informatie- en communicatietechnologie (ICT) de individualisering toeneemt, de burger steeds mondiger wordt en hiërarchische relaties vervangen worden door horizontale samenwerkingsvormen tussen burgers, bedrijven, maatschappelijk organisaties en/of overheden. Een speciale regeringscommissaris moet de noodzakelijke veranderingen in de werkwijze van de overheid bevorderen.
Dat staat in het advies van de Commissie ICT en Overheid, dat vandaag is aangeboden aan de ministers Van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid) en De Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De commissie, onder voorzitterschap van de heer mr. A.W.H. Docters van Leeuwen, werd in februari van dit jaar ingesteld om na te denken over de invloed van ICT-ontwikkelingen, in combinatie met internationalisering, op de positie, rol en institutionele structuur van de Nederlandse overheidsorganisatie. De commissie pleit in haar advies niet voor grote structuurveranderingen binnen de overheid, maar denkt vooral aan een nieuwe werkwijze. Daarbij treedt de overheid op als procesarchitect.
Om een legitimiteitscrisis te voorkomen moet het kabinet een regeringscommissaris ICT aanstellen die ervoor zorgt dat de overheid minder aan inhoudelijke sturing en meer aan processturing gaat doen. Dit is noodzakelijk in een samenleving waar burgers als zelfsturende individuen willen functioneren. Zij hebben in afnemende mate behoefte aan een paternalistische overheid. Hiervoor heeft de regeringscommissaris twee taken. Ten eerste moet hij overheden stimuleren om langs elektronische weg met burgers te communiceren. Op dit moment gebeurt dit nauwelijks. Ten tweede moet de regeringscommissaris er voor zorgen dat er een proceswet Interbestuurlijke samenwerking van de grond kan komen. Die wet dwingt overheden om verantwoording af te leggen over hun handelen. Deze proceswet garandeert horizontale verantwoording. Dat betekent dat burgers over elke overheidsorganisatie het recht hebben te weten wat, waar en waarom besloten is. Dit is mede van belang omdat in een netwerksamenleving overheden autonoom moeten kunnen functioneren en dat verdraagt zich niet met het oude stelsel van verticale verantwoordingsrelaties. Dat stelsel regelt dat gemeenten en provincies in medebewind taken namens de Rijksoverheid uitvoeren en daarover verantwoording afleggen aan de Rijksoverheid.
De nieuwe werkwijze van de overheid moet in ieder geval garanderen dat:


* de elektronische overheid en/of diensten met een publiek belang altijd toegankelijk zijn voor burgers;

* negatieve externe effecten en afwenteling die het gevolg kunnen zijn van horizontale samenwerkingsrelaties worden voorkomen;
* de gelijkwaardige positie van relatief zwak vertegenwoordigende belangen van burgers wordt bevorderd;

* de afweging die tot een bepaald besluit heeft geleid op een democratische wijze is gemaakt.

Volgens de commissie moet het kabinet drie belangrijke stappen zetten:
* het moet zo spoedig mogelijk invulling geven aan het recht op informationele zelfbeschikking. Dat betekent dat de burger zelf bepaalt waarvoor zijn persoonsgegevens gebruikt kunnen worden. Als hij op zijn persoon toegesneden dienstverlening wil krijgen van de overheid, moet hij toestemming geven om zijn gegevens te koppelen;
* het moet zo spoedig mogelijk zorgen voor een proceswet Interbestuurlijke samenwerking. Daarna kan het medebewind worden afgeschaft;

* het zorgt er zo spoedig mogelijk voor dat burgers een recht op weten krijgen, zodat zij inzicht krijgen in de totstandkoming van transacties, ordeningen, goederen, diensten of voorzieningen in de publieke en private sector.

De commissie vindt dat er haast is geboden. Als de Nederlandse overheid tegemoet wil komen aan de verwachtingen van moderne burgers, kan zij niet blijven functioneren op een wijze die al jaren onveranderd is.

Het kabinet zal voor het eind van 2001 een reactie op het advies geven.

Relevante links:
Burger en overheid in de informatiesamenleving. De noodzaak van institutionele innovatie