Tilburgse rector magnificus Van der Duyn Schouten in openingsrede academisch jaar
Vouchersysteem is ramp voor academische opleidingen
Universiteiten krijgen op papier steeds meer handelingsvrijheid, maar hebben in de praktijk vaak te maken met politieke bemoeienis. Het vouchersysteem bijvoorbeeld, waarbij de individuele student per vak met de universiteit 'afrekent', is volgens rector magnificus Frank van der Duyn Schouten van de KUB een "regelrechte bedreiging van het karakter van een academische opleiding". Hij pleit in zijn openingsrede op 3 september tevens voor een andere rol voor de VSNU, de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten. Over de invloed van de eenwording van Europa op de universiteiten spreekt in Tilburg prof. dr. Klaus Landfried, voorzitter van de Hochschulrektorenkonferenz, de Duitse evenknie van de VSNU.
De ondertekening van de Bologna verklaring in 1999, waarbij 29 Europese onderwijsministers besloten tot harmonisatie
van het hoger onderwijs in Europa middels invoering van de Bachelor-Master structuur, is de opmaat gebleken voor
snelle veranderingen. De voortvarendheid waarmee de Nederlandse universiteiten te werk gaan is deels te verklaren
uit het feit dat voor het eerst sinds tijden een maatregel niet werd ingegeven door bezuinigingen. Een rol speelt ook dat
de Bachelor-Masterstructuur heel geschikt is om inhoudelijke onderwijsvernieuwing binnen de universiteiten concreter
en meer efficiënt vorm te geven.
Het streven naar meer transparantie van het hoger onderwijs (het hoofdmotief voor de verklaring van Bologna) zal
volgens de Tilburgse rector niet leiden tot grotere uniformiteit. Integendeel: hij voorziet een verdergaande diversificatie,
vooral via de Master-opleidingen. Dat heeft ook gevolgen voor de wijze waarop de universiteiten met elkaar
samenwerken. De titel van de rede van Van der Duyn Schouten zou het motto kunnen zijn voor de koers van de
VSNU: 'In necessariis unitas, in dubiis libertas'.
Hij bepleit een grote vrijheid in het opzetten en inrichten van opleidingen. Het zou volgens hem tot een dramatisch verlies aan motivatie en energie op de academische werkvloer leiden wanneer hierbij nationale afstemming zou worden nagestreefd of zelfs zou worden voorgeschreven. "De inrichting maar ook de duur van de te ontwikkelen opleidingen dienen in een logisch verband te staan met de door de individuele instelling gemaakte keuzes." Het accreditatiesysteem waarmee bepaald wordt of een universiteit formeel een bepaalde opleiding mag aanbieden, zou geen onderwijsinhoudelijke beperkingen moeten opleggen. Accreditatieprocedures zouden veel eerder antwoord moeten geven op de vraag of er een deugdelijke koppeling bestaat tussen onderzoek en onderwijs, en zouden tevens een uitspraak moeten doen over de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek.
Van der Duyn Schouten stelt voor om een einde te maken aan de bestaande adviespraktijk bij hoogleraarbenoemingen. Een universitair bestuur gaat momenteel bij het nemen van de beslissing over een benoeming mede af op anonieme advisering van collegae die werkzaam zijn bij een andere instelling waar wellicht impliciet of expliciet andere keuzes zijn gemaakt. Het ligt volgens hem daarom veel meer voor de hand om af te gaan op het oordeel van speciaal daartoe aangezochte binnenlandse en buitenlandse experts op het betreffende vakgebied.
VSNU als bewaker van het academisch erfgoed
Universiteiten worden voor een belangrijk deel publiek gefinancierd, en moeten dus voortdurend rekening houden met
politiek gemotiveerde inmenging in het universitair onderwijs. Teneinde hierbij brokken te voorkomen zullen
universiteiten schouder aan schouder moeten staan. Het vouchersysteem, waarbij de individuele student per vak met
de universiteit afrekent, is in de ogen van de Tilburgse rector 'een regelrechte bedreiging van het karakter van een
academische opleiding'. "Een onderwijsprogramma dat niet meer is dan een mandje met 42 vakken die gezamenlijk
168 studiepunten vertegenwoordigen is de naam van academische opleiding eenvoudig niet waard. Het is juist de goed
doordachte samenhang van de onderdelen, tezamen met het cement van de academische vorming, die een curriculum
tot een academische opleiding maakt."
Het systeem van vouchers suggereert een hogere flexibiliteit voor de student die studeren en werken wil combineren.
Echter, het leidt in de ogen van Van der Duyn Schouten onvermijdelijk tot aantasting van de kwaliteit van de
academische opleidingen. Daardoor worden de jonge mensen die willen studeren eerder gedupeerd dan dat ze goed
voorbereid zijn op de eisen die de arbeidsmarkt stelt.
De inrichting van de Bachelor-Master structuur is een stimulans om de samenhang van studieonderdelen opnieuw te
doordenken. Die samenhang bepaalt mede de kwaliteit van een academische opleiding, net zozeer als het eigen maken
van attitudes en het aanleren van vaardigheden. Echter, nog voordat de nieuwe wet op deze structuur de kamer heeft
bereikt, komt de minister met suggesties rond het vouchersysteem die de doordenking van het academisch programma
in hoge mate zullen frustreren.
Ook is een 'geweldige administratieve rompslomp' te voorzien die met de invoering van zo'n systeem gepaard gaat.
Gezamenlijk zullen de Nederlandse universiteiten overheid en samenleving hiervan moeten overtuigen.
Een andere bedreiging voor het wezen van de universiteit, waaraan de universiteiten gezamenlijk weerstand zullen
moeten bieden, is de sluipende ontkoppeling van onderwijs en onderzoek. Het wetenschappelijk onderwijs mag zich in
een redelijke maatschappelijke waardering verheugen. Echter, onder invloed van door het
Goed onderwijs kan niet zonder goede wetenschap
Zonder wetenschappelijk onderzoek kan wetenschappelijk onderwijs niet gedijen. Koppeling aan slecht of matig
wetenschappelijk onderzoek kan immers alleen maar tot slecht of matig wetenschappelijk onderwijs leiden. De
universiteiten zouden er goed aan doen met één stem bij de overheid erop aan te dringen deze koppeling ook sterker in
de bekostiging van universiteiten tot uitdrukking te brengen. Een universiteit die een groeiend aandeel voor haar
rekening neemt van de totale Nederlandse studentenpopulatie heeft meer wetenschappelijk personeel nodig om aan
deze onderwijsvraag te voldoen. Om het onderwijs op niveau te kunnen handhaven zal het wetenschappelijk personeel
ongeveer 50% van de tijd aan wetenschappelijk onderzoek moeten besteden. De helft van de benodigde personele
kosten zal dus uit het onderzoeksbudget moeten komen, dat derhalve sterker aan de studentenaantallen moet worden
gecorreleerd dan nu het geval is.
Noot voor de pers
De rede wordt uitgesproken op 3 september om 16.15 in de aula van de Katholieke Universiteit Brabant.
De tekst van de rede is verkrijgbaar bij het secretariaat van de afdeling Voorlichting en Externe
Betrekkingen (013 4662001). De tekst is vanaf 30 augustus ook te vinden op de website van de KUB
(www.kub.nl/diensten/bu/veb/rede). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met persvoorlichter
Pieter Siebers (013 466 2004,
e-mail: P.H.C.Siebers@kub.nl).
De persberichten van de KUB zijn ook via Internet te raadplegen:
http://www.kub.nl/persberichten/
Tilburg, 29 augustus 2001
Drs. Monique Hanssen
Voorlichting en Externe Betrekkingen
tel: 013 466 2000
e-mail: M.M.C.Hanssen@kub.nl