Provincie Utrecht

Persbericht
998949600

Beleidsregels geven duidelijkheid bij bestemmingsplannen Buitengebied krijgt kwaliteitsimpuls met nieuwe handleiding

Gedeputeerde staten hebben de vernieuwde Handleiding bestemmingsplannen buitengebied vastgesteld. Een dergelijke handleiding bestaat al sinds 1996, maar is nu volledig geactualiseerd. Hierbij zijn naast de provincie ook betrokken geweest het Ministerie van LNV, de GLTO, de SMF, de Federatie Particulier Grondbezit, de Boerderijenstichting Utrecht en de Inspecteur voor de Ruimtelijke ordening. In de handleiding is het beleid van de provincie in het buitengebied helder uiteengezet. Verder biedt de handleiding jurisprudentie en aanbevelingen over de inrichting van een bestemmingsplan. Gemeenten kunnen de handleiding gebruiken als richtsnoer bij het opstellen van bestemmingsplannen voor het buitengebied.

Nieuw in de handleiding is dat het provinciaal beleid is vertaald in een aantal duidelijke beleidsregels. Dit komt de transparantie van het beleid ten goede voor beide partijen, bevordert de rechtsgelijkheid en kost in de toepassing veel minder tijd. Voorwaarde daarvoor is dat de beleidsregels worden gepubliceerd. Dat zal nu zo spoedig mogelijk gebeuren. Naast de nieuwe beleidsregels is ook bestaand beleid op onderdelen verduidelijkt. Voorbeelden van nieuwe beleidsregels zijn dat er bij een bestemmingsplan een paragraaf moet worden toegevoegd over de handhaving van maatregelen en een paragraaf over water. In de waterparagraaf moet rekening worden gehouden met water als mede-ordenend principe, de waterkansenkaart, het waterbeheer en de beleidslijn 'Ruimte voor de rivier'.

Meer mogelijkheden voor vrijkomende agrarische gebouwen Een belangrijk onderdeel van de geactualiseerde handleiding is het hoofdstuk over vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing. Doordat boeren, met name intensieve veehouders, tegenwoordig gestimuleerd worden om te stoppen met hun bedrijf, worden in dit hoofdstuk ruimere mogelijkheden geboden voor vervolgfuncties ingeval van beindiging van agrarische bedrijven. Het gaat hierbij om kleinschalige vormen van niet-agrarische handel en bedrijvigheid, van commercile dienstverlening en bepaalde vormen van recreatie. Omdat deze vervolgfuncties voor een deel niet in overeenstemming zijn met het huidige streekplan Utrecht, moet voor dit hoofdstuk van de handleiding de actieve afwijkingsbevoegdheid worden toegepast. Het voornemen daartoe wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd. Vervolgens kan een ieder zijn of haar zienswijzen kenbaar maken. Provinciale staten stellen, rekening houdend met de zienswijzen, het verruimde beleid uiteindelijk vast.

Voor meer informatie over dit bericht kunt u zich wenden tot Marja van Buuren, 030 - 258 3207 of per e-mail:
Marja.van.buuren@provincie-utrecht.nl .