Gemeente Hoogezand-Sappemeer


Hoogezand, 4 september 2001. Persbericht 2001/55.

Gevolgen vernietiging bestemmingsplan Tuinbouwgebied beperkt

Op 29 augustus 2001 heeft de Raad van State het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten over het bestemmingsplan Tuinbouwgebied Sappemeer vernietigd. De gevolgen voor de ontwikkeling van het plangebied zijn relatief beperkt. De gemeente verwacht met name dat er vertraging zal optreden.

De kwestie draait om een MER-beoordeling. MER staat voor Milieu Effect Rapportage, maar een MER-beoordeling is een lichtere variant dan een MER. In 1998 werd het voorontwerp in Hoogezand-Sappemeer ter inzage gelegd. Toen gold dat in het bestemmingsplangebied een MER-beoordeling verplicht was vanaf 100 hectare. Dit gebied beslaat echter 90 hectare. Niettemin achtte de gemeente het raadzaam om wel een dergelijke toets uit te voeren, ook al was dat op 2 maart 1999 toen deze beoordeling is gemaakt, niet verplicht. Deze toets heeft is daarom niet als een echte MER-beoordeling in procedure gebracht.

Nieuwe regels

Vanaf 6 juli 1999 is een wetswijziging van kracht die bepaalt dat al vanaf 50 hectare een MER-beoordeling verplicht is. Overgangsregels schreven voor dat bestemmingsplannen die vanaf 14 maart 1999 ter inzage liggen aan de nieuwe regels moesten voldoen. Daarom, zo oordeelde de de Raad van State, had er een officiële MER-beoordeling gemaakt had moeten zijn. De inhoud van de gemaakte toets, die bij het bestemmingsplan Tuinbouwgebied Sappemeer hoort, heeft overigens niet ter discussie gestaan. Op procedurele gronden is de Raad van State dus tot dit oordeel gekomen.

Gevolgen

Belangrijke vraag is wat de gevolgen zijn voor de bouwvergunningen die zijn afgegeven en voor de inrichting van het gebied. Allereerst bepaalt jurisprudentie dat vernietiging van een goedkeuringsbesluit van een bestemmingsplan geen terugwerkende kracht heeft. Dat betekent dat afgegeven bouwvergunningen die onherroepelijk zijn of in een beroepsprocedure bij de Raad van State of rechtbank aanbeland zijn van kracht blijven. Reeds gebouwde kassen mogen blijven staan. De vergunning aan VOF Smit betreft kassen die, die zoals de gemeente het nu ziet, buiten het gebied liggen. Nader onderzoek moet daar verdere duidelijkheid over geven. Deze vergunning ligt ter beoordeling bij de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie.

Hoe verder

De MER-beoordeling zal alsnog de wettelijke procedure moeten doorlopen. Bouwvergunningen zullen tot de inwerkingtreding van het gerepareerde bestemmingsplan alleen met een vrijstellingsprocedure (een zogenoemde artikel 19-procedure) kunnen worden verleend. In een aantal gevallen kunnen bouwaanvragen in het gebied rondom de Siepweg ook op grond van het bestaande bestemmingsplan Buitengebied worden beoordeeld. Deze uitspraak is daar niet op van toepassing.