Koninklijke bibliotheek

Thematisch overzicht collecties > Depot van Nederlandse Publicaties > Dossiers

Dossier Prinsjesdag

De opening van de Staten-Generaal op 21 September 1815 te Brussel. In: De geschiedenis van de opening der Staten-Generaal van 1814 tot 1952 / door E. van Raalte, 1952

Pracht en praal op Prinsjesdag / Thijs van Leeuwen, Frans Smits Jr., Klaas Kornaat, cop. 1998

Spits 22 september 1999

Elsevier 14 september 1991

HP/De Tijd 11 september 1998

Goed besteed en niet zo zuinig ook / samengest. door H.B. Hoekstra, 1996.

De macht van ministers van Financien : en hoe collega-ministers de schatkist ledigen / red.: J.M.M.J. Clerx, P.G.T.W. van Griensven, R.J.J. Stevens, 1993

Literatuur


* Titels Geschiedenis Prinsjesdag

* Titels Prinsjesdag per jaar

* Titels Overheidsfinanciën

* Titels artikelen uit opiniebladen, kranten etc.
* Overig materiaal

* Links

Geschiedenis

De eerste 'prinsjesdag' in de betekenis waarin wij die nu kennen vond plaats op 2 mei 1814. Hoewel de staatkundige verhoudingen sindsdien sterk veranderd zijn is het principe van deze dag gelijk gebleven, prinsjesdag is de dag waarop de koning(in) ten overstaan van het parlement de troonrede uitspreekt. Tot de grondwetsherziening van 1848 was de inhoud van de troonrede officieel een zaak van de koning, na 1848 bepaalden de ministers wat de koning(in) zou zeggen. Het duurde echter tot na de Eerste Wereldoorlog voordat de Troonrede zijn huidige karakter kreeg, een schets van de stand van zaken en een presentatie van de plannen voor het volgende parlementaire jaar. Het voorlezen van de troonrede is geliëerd aan de opening van de zitting van de Staten-Generaal, die sinds 1888 plaatsvindt op de derde dinsdag van september.

Financiën

Prinsjesdag is niet alleen de dag waarop het staatshoofd de leden van de Staten-Gerenaal toespreekt, het is ook de dag waarop de financiën uitgebreid aan de orde komen. Dit gebeurt op drie manieren, met de begroting, de miljoenennota en de Macro Economische Verkenning. Na het uitspreken van de troonrede wordt in de Tweede Kamer de begroting voor het volgende parlementaire jaar wordt gepresenteerd. De laatste jaren is het het 'koffertje van Zalm' dat op de derde dinsdag in september wordt geopend. De begroting bestaat feitelijk uit een verzameling wetsvoorstellen, waarin voor elk departement de hoeveelheid geld die per departement beschikbaar is en hoe die zal worden besteed, wordt aangegeven. Het parlement heeft bij de behandeling van deze voorstellen, zoals ook bij andere wetsvoorstellen het geval is, de mogelijkheid om eventueel wijzigingen door te voeren. De Nota over de toestand van 's Rijks financiën, kortweg de 'Miljoenennota' is het tweede belangrijke document dat op Prinsjesdag verschijnt. De Miljoenennota geeft een beeld van de economische en financiële situatie in Nederland. Ze bevat onder andere informatie over de totale inkomsten en uitgaven van de overheid, de verdeling per departement, maar ook cijfers over import en export, de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden, inflatie, de staatsschuld en dergelijke. Aan de hand van deze gegevens wordt het begrotingsbeleid toegelicht en wordt een samenvatting gegeven van de Rijksbegroting. Het laatste belangrijke financiële stuk dat op prinsjesdag verschijnt is de Macro Economische Verkenning (MEV). Deze komt niet, zoals de voorgaande stukken, van het ministerie van Financiën, maar wordt samengesteld door het Centraal Planbureau (CPB). In de MEV geeft het CPB een voorspelling over de ontwikkeling van de economie in het volgende jaar en de invloed van het voorgestelde beleid daarop.

Rituelen

De oorsprong van de naam 'prinsjesdag' is niet geheel duidelijk. Zeker is echter wel dat de viering van de verjaardag de prins-stadhouder Willem V in de 18e eeuw ook 'prinsjesdag' genoemd werd. In de patriottentijd werd de viering deze dag een soort geuzendaad voor oranjegezinden. Toen na de val van Napoleon de monarchie werd ingesteld met een Oranje als staatshoofd is de naam waarschijnlijk overgegaan op deze dag waarop koning in het openbaar verscheen. De Gouden Koets, het geschenk van Amsterdam aan Koningin Wilhelmina bij haar inhuldiging, werd in 1903 in gebruik genomen. Ondanks enkele onderbrekingen in en na de Eerste Wereldoorlog, werd deze daarna altijd gebruikt voor het vervoer naar de Ridderzaal. De troonrede wordt overigens pas sinds 1906 in de Ridderzaal in Den Haag uitgesproken, daarvoor werd o.a. de Trèveszaal (de vorige vergaderzaal van de Tweede Kamer) gebruikt. De koets werd ontworpen en gebouwd door de gebroeders Spijker en wordt getrokken door acht paarden uit de koninklijke stallen. Op speciaal verzoek van Koningin Wilhelmina werd de koets zo ontworpen dat zij er in zou kunnen staan en hoewel de huidige vorstin meestal zittend het Binnenhof oprijdt, levert de hoogte van de koets bij de toegangspoort soms nog steeds problemen op. De rituelen van prinsjesdag dicteren ook dat de aanwezige dames verschijnen met een passende hoofdbedekking. Het Nederlandse Ascot geeft ieder jaar weer aanleiding tot bespiegelingen in de pers over bijvoorbeeld de verhouding tussen de stand van de economie en het formaat van de hoeden.

Dit dossier is bijgewerkt tot 4 september 2001

Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland