Het weer nader verklaard
Hurricaneseizoen langzaam begonnen: Erin in Caribisch gebied
Momenteel koerst de tropische storm Erin door het Caribisch gebied. Erin kan de komende dagen uitgroeien tot een hurricane. Via onze verkenner kunt u de actuele ontwikkelingen volgen. Erin is de vijfde tropische storm van dit seizoen. In juni zorgede Allisson voor zware regen in Texas. Barry zorgde begin augustus voor overstromingen in Florida, Alabama en Georgia. De wind was bij deze stormen geen probleem, maar dat zal bij de volgende anders zijn. Een langzame start van het seizoen is volgens orkaandeskundige Gray niet ongebruikelijk. Tussen eind augustus en half oktober verwacht Gray de grootste onrust in de atmosfeer. Chantal beantwoordde medio augustus al aan zijn verwachtingen: in het Caribisch gebied kwam het tot winden van bijna orkaankracht en Belize kreeg in 12 uur 138 mm regen.
De eerste tropische orkanen van het seizoen, hurricanes in de VS,
verschijnen vaak in augustus op de weerkaart. Soms ontstaat er in juli
al een en het seizoen duurt enkele maanden. Veel hurricanes worden
geboren uit onweersbuien voor de Afrikaanse kust. Met een oostenwind
drijven de buien langzaam richting Caribisch gebied, waar ze verder
uitgroeien tot tropische stormen.
Als de wind boven gemiddeld 117 km/u komt (windkracht 12) is het een
hurricane. De warme zee van minstens 26 graden is een belangrijke
energiebron waar ze in activiteit toenemen. Hurricanes worden
ingedeeld in vijf klassen volgens de schaal van Saffir/Simpson. Klasse
1 zijn hurricanes met een wind van gemiddeld minstens 117 km/u en
hoogstens 152 km/u. Een hurricane met een gemiddelde wind van meer dan
248 km/u zit in klasse 5 en wordt extreem gevaarlijk genoemd.
Hurricane Luis, die op 5 september 1995 Sint Maarten trof en Andrew
die Florida in 1992 trof, was klasse 4 met gemiddeld van 200 km/u.
Mitch, die eind oktober, begin november 1998 Midden Ameika trof was
tijdelijk een klasse 5 hurricane. De kern van Mitch lag enkele dagen
vrijwel stil voor de kust van Honduras en veroorzaakte op zee
windsnelheden van 285 km/h. Daarna nam de wind sterk in kracht af en
trok Mitch met hevige regen (naar schatting 600-1000 mm) het
binnenland in, waar zich de vreselijke ramp voltrok.
Het ene najaar levert veel meer en zwaardere hurricanes op dan het andere. In 1997 kreeg het Caribisch gebied zeven tropische stormen te verwerken, maar slechts drie bereikten het stadium van een hurricane. Het geringe aantal hurricanes in 1997 in het Caribisch gebied hield verband met de sterke El Niño, het warme zeewater voor de kust van Peru. El Niño verandert de straalstroom, een sterke westelijke wind op ongeveer 10 km hoogte. Tijdens een sterke El Niño is de straalstroom sterker en schuift deze wat op naar het zuiden tot boven het Caribisch gebied. Op grote hoogte waait het hier dan harder en de torenhoge wolkencomplexen waaruit hurricanes ontstaan, waaien op grote hoogte aan "flarden",waardoor de hurricane aan kracht inboet.
Het jaar 1997 was hét El Niño-jaar van de 20e eeuw, waarna in 1998 en 1999 La Niña (met kouder water dan gemiddeld) de scepter zwaaide. Prompt kwamen er meer hurricanes langs, acht in 1998 waarvan Mitch eind september bij Midden-Amerika klasse 5 bereikte. Het jaar daarop telde zes orkanen en vorig jaar waren het er acht. Aan de westkust van Noord-Amerika is het effect omgekeerd: tijdens een El Niño jaar bereiken juist meer orkanen die kust. Het aantal orkanen in het Caribisch gebied hangt ook samen met het weer in de Sahel. De buien in dat gebied zijn een bron voor depressies. Daaruit ontstaan de tropische orkanen die het Caribisch gebied aandoen.
Volgens William Gray, hurricane-voorspeller van het Colorado State
University, krijgt de oostkust van de Verenigde Staten in het najaar
van 2001 meer tropische orkanen te verwerken dan normaal. Van de
twaalf stormen, die hij voorziet bereiken er zeven de status van een
hurricane met een gemiddelde windsnelheid van minstens 117 km/h en
drie worden zwaar. Het Europees Centrum in Reading komt met
vergelijkbare getallen.
Laatste wijziging: 3 september 2001
Vragen en reacties:
Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI