Actueel

Uitspraak in kort geding Slobodan Milosevic: President rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd om op de vordering van de eiser te beslissen

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage

Datum actualiteit: 31-08-2001

Arrondissementsrechtbank Den Haag
Postbus 20302
2500 EH 's-Gravenhage

PERSBERICHT

Datum: 31 augustus 2001

De President van de rechtbank te 's-Gravenhage heeft zich vandaag onbevoegd verklaard kennis te nemen van de vordering van ex-president Milosevic de Nederlandse Staat te bevelen hem in vrijheid te stellen.

De president komt in zijn vonnis tot het oordeel dat het Joegoslavië-Tribunaal rechtsgeldig is ingesteld. Hij sluit zich op dit punt aan bij de uitvoerig gemotiveerde beslissing van de Appel-kamer van het Tribunaal d.d. 2 oktober 1995 in de zaak Tadic. De president is voorts van oordeel dat het Tribunaal kan worden aangemerkt als een onafhankelijk en onpartijdig gerecht in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Hij stelt vast dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in zijn uitspraak d.d. 4 mei 2000 in de zaak Naletilic. Kroatië tot ditzelfde oordeel is gekomen.
De president overweegt vervolgens dat Nederland krachtens de zetelovereenkomst tussen Nederland en de Verenigde Naties en de daarop gebaseerde Nederlandse uitvoeringswet zijn rechtsmacht om van een vordering tot invrijheidsstelling kennis te nemen heeft overgedragen aan het Tribunaal.
Daarom heeft de Nederlandse rechter geen bevoegdheid op de vordering van eiser te beslissen.

Mr R. Elkerbout,
Persrechter
(tel. 070 - 381 1943/Anja Berens, voorlichter)

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD3266
(Zie het originele bericht)