31.08.01
Geen uitingen van persoonlijke overtuiging door magistraten en
griffiers ter zitting
Beantwoording kamervragen inzake griffier met hoofddoek (in PDF
-formaat)
Rechters en griffiers dienen ter zitting geen uiting te geven aan
persoonlijke opvattingen of overtuigingen. Twijfel aan de
onafhankelijkheid en objectiviteit van het gerecht moet worden
vermeden. Dat betekent dat het dragen van een hoofddoek of ander
uiterlijk kenteken van een, al dan niet religieuze, overtuiging op de
zitting niet is toegestaan. Dit is geldend recht. Om onduidelijkheden
te voorkomen komt er een expliciete wettelijke regeling van de
kledingvoorschriften. Dat is de strekking van de antwoorden van
minister A.H. Korthals van Justitie op schriftelijke vragen van de
Tweede-Kamerleden Halsema en Rabbae over het oordeel van de Commissie
Gelijke Behandeling inzake de afwijzing van een griffier met
hoofddoek.
Korthals geeft in zijn beantwoording aan dat het in ons wettelijke
systeem onomstreden is dat van een rechter in functie wordt verlangd
dat hij of zij zich onthoudt van het actief uitdragen van
maatschappelijke opvattingen en overtuigingen, of die nu van politieke
religieuze of andere aard zijn. Een ieder die met de rechter te maken
krijgt, moet ervan op aan kunnen dat deze zijn of haar opvattingen
ondergeschikt weet te maken aan het dienen van het recht., aldus de
minister. De jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van
de Mens (EHRM) bepaalt in dit verband dat het gerecht .voldoende
waarborgen moet bieden om elke gerechtvaardigde twijfel. over zijn
objectiviteit uit te sluiten. De jurisprudentie op het gebied van de
godsdienstvrijheid van het EHRM geeft geen aanleiding tot verzachting
van de uit ons bestel voortvloeiende eisen.
Korthals is van mening dat genoemde eisen gelden voor de rechterlijke
organisatie als geheel. Daartoe behoren behalve de rechters en de
leden van het Openbaar Ministerie ook de griffiers. Voor de meeste
justitiabelen is het niet altijd makkelijk een onderscheid te maken
tussen rechter en griffier ter zitting. Een griffier draagt ook een
toga, zit bij de rechter(s) aan tafel en trekt zich met de rechters
terug in de raadkamer.
Het is goed als de culturele diversiteit van onze samenleving in het
personeelsbestand van de rechterlijke organisatie tot uitdrukking
komt. Bij de werving en selectie van rechterlijke ambtenaren wordt
daar nadrukkelijk naar gestreefd. Dientengevolge hebben bijvoorbeeld
islamitische vrouwen van Nederlandse nationaliteit die aan de
functievereisten voldoen, goede beroepsperspectieven bij de
rechterlijke organisatie. Dat wil echter niet zeggen, aldus Korthals,
dat: de eisen die aan het rechtersambt worden gesteld zouden moeten
worden verzacht als het gaat om de benoeming uit bepaalde
bevolkingsgroepen. Zeker niet indien dit zou leiden tot benoeming van
personen die in hun functie openlijk uiting zouden willen geven aan
hun persoonlijke opvattingen en overtuigingen. Hij voegt daar nog aan
toe: Juist in een multiculturele samenleving is het van eminent belang
dat elke justitiabele erop moet kunnen vertrouwen dat de rechter
afstand neemt van persoonlijke opvattingen.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 31-08-2001
Ministerie van Justitie