Commentaar op het rapport van de Commissie Ginjaar
31 augustus 2001
Rob Valentijn, algemeen voorzitter
"Een goed stuk werk van de Commissie Ginjaar. Daar hebben we wat aan.
Het past qua aanpak en uitwerking ook prima bij het akkoord dat we dit
voorjaar hebben gesloten met NVZ en VAZ over de uitgangspunten voor de
toekomstige honorering van medisch specialisten. We hebben toen
afgesproken dat het AMS-niveau niet alleen richtinggevend moet zijn
voor de bepaling van het norminkomen voor academische specialisten,
maar ook voor vrijgevestigden. Dat is een verdedigbaar uitgangspunt.
Verder is het natuurlijk ook een maatschappelijke realiteit dat er nu
een AMS ligt die een acceptabel en geaccepteerd honoreringsniveau
heeft. Op basis daarvan is nu berekend wat het uurhonorarium zou
moeten zijn voor vrijgevestigden, uitgaande van een vergelijkbare
werkbelasting. Kiest men ervoor om meer te gaan werken dan het
genormeerde aantal werkweken of het genormeerde aantal declarabele
uren van Ginjaar, dan stijgt het inkomen navenant. Ook dat lijkt me
goed verdedigbaar en een welkome impuls op weg naar het herstel van
'loon naar werken'."
Fons Vosmer, voorzitter Kamer Vrij Beroep
"Het is een waardevol advies, dat we kunnen beschouwen als een stevige
basis voor de verdere gesprekken over het uurhonorarium. Natuurlijk
moeten we nog wel een aantal zaken verder uitwerken. Daar heeft ook de
Commissie al op gewezen. Zelf denk ik dat de keuze voor de
minimumvariant van de pensioenregeling niet realistisch is, maar daar
moeten we nog maar eens door een stel actuarissen naar laten kijken.
Ook het punt van de inconveniënten moet nog nader worden uitgewerkt.
Natuurlijk moeten we goed bewaken wat het werkbelastingsonderzoek zal
opleveren, want mede daarvan is afhankelijk in welke categorie van de
inconveniëntentoeslagen een specialisme geplaatst zal worden. Voor ons
is er dus nog voldoende werk aan de winkel.
Over het geheel bezien ben ik echter overwegend positief over dit
advies. De gekozen uitgangspunten en de gevolgde redenering zijn zo
vanzelfsprekend en helder dat het mij zou verbazen als daar nog grote
problemen over zouden ontstaan. Maar goed, je weet het natuurlijk
nooit, dus we zullen goed de vinger aan de pols moeten houden.
Belangrijk voor de Kamer Vrij Beroep is in ieder geval dat elke
specialist de mogelijkheid behoudt om extra productie te draaien,
boven de genormeerde productie van 1476 uur per jaar. Dat moet
uiteraard gebeuren binnen de vastgestelde kwaliteitscriteria, maar als
daaraan wordt voldaan kan er desgewenst meer worden geproduceerd. Dat
is niet alleen interessant voor de individuele medisch specialist,
maar zeker ook voor patiënten die op een wachtlijst staan."