Aan het partijbestuur van de Partij van de Arbeid
______________________
Amsterdam, 29 augustus 2001
Geacht partijbestuur,
Zoals bekend heb ik de afgelopen maanden intensief nagedacht over
mijn politieke toekomst.
Dit is het moment om daarover aan het partijbestuur duidelijkheid te
verschaffen.
Na ampele overwegingen ben ik tot de slotsom gekomen dat het
verstandiger is mij niet beschikbaar te stellen voor het lijsttrekkerschap
van de Partij van de Arbeid bij de komende Tweede Kamerverkiezingen.
Meer dan vijftien jaar heb ik, in goede samenwerking met anderen,
leiding mogen geven aan onze politieke beweging. Sedert 7 november 1989
draagt de PvdA regeringsverantwoordelijkheid.
Het bereikte stemt mij - zonder de ogen te sluiten voor
onvolkomenheden of voor zwakke momenten die er ook waren - tot dankbaarheid
en voldoening. Voor het vertrouwen dat al die jaren in mij is gesteld en
voor de steun die ik van zeer velen heb mogen ontvangen ben ik bijzonder
erkentelijk.
Er is echter nog veel te doen. Wij moeten nu naar morgen en
overmorgen kijken. In het decennium dat voor ons ligt staat de
sociaal-democratie voor weer nieuwe, eigentijdse opgaven. Op 15 mei 2002 zal
de Nederlandse bevolking zich uitspreken over essentiële toekomstvragen die
onze gehele samenleving betreffen.
Politici en politieke partijen zullen ook dan weer door de kiezers
worden beoordeeld op de vraag of het bepalen van de juiste koers met het oog
op die toekomst bij hen in vertrouwde handen is.
Zoals Joop den Uyl vijftien jaar geleden het moment gekomen achtte
ruimte te maken voor iemand van een nieuwe politieke generatie, zo ben ik nu
van mening dat een wisseling van de wacht verstandig en verantwoord is.
Solidariteit, democratie en vrijheid zijn de idealen waarvoor ik mij
als premier, als politiek leider van de PvdA, altijd sterk heb gemaakt. Die
idealen zijn van alle tijden. Steeds weer vragen zij echter om een nieuwe
invulling, rekening houdend met veranderende omstandigheden en met eisen en
uitdagingen van de toekomst.
De Partij van de Arbeid laat zien een moderne, levendige partij te
zijn, een partij vol bestuurservaring én jong talent. Met vertrouwen maak ik
daarom plaats voor een volgende generatie: met eigen accenten, een andere
stijl, een nieuwe agenda, maar met dezelfde idealen.
Ad Melkert is in mijn ogen uitstekend in staat om de
sociaal-democratische boodschap voor de toekomst inhoud te geven en te
verdiepen en daarvoor - breed gesteund - het vertrouwen van de kiezer te
verwerven. Ik hoop van harte dat ons partijcongres in december aanstaande Ad
Melkert als lijsttrekker zal kiezen.
De sociaal-democratie, de Partij van de Arbeid, is de afgelopen
vijftien jaar veranderd en heeft aan kracht gewonnen. De partij heeft een
vernieuwingsslag doorgemaakt waaraan nu, onder het voorzitterschap van Ruud
Koole, verder vorm en invulling wordt gegeven.
De Partij van de Arbeid ontwikkelt zich steeds meer als een open,
vernieuwende en ideeënrijke ledenpartij die tegelijkertijd
regeringsverantwoordelijkheid goed blijkt aan te kunnen.
Zij staat met beide benen in de maatschappij, met herwonnen
zelfvertrouwen doch zonder zelfoverschatting, in de wetenschap dat het
vertrouwen van de kiezer elke dag opnieuw moet worden verdiend en nimmer als
vanzelfsprekend mag worden ervaren.
Natuurlijk stel ik mij volledig beschikbaar om aan de komende
verkiezingscampagne van onze partij mijn bijdrage te leveren. Graag zal ik
aangeven waar de Partij van de Arbeid de achterliggende jaren voor heeft
gestaan, wat er is bereikt en dat onze bijdrage en inzet een vervolg
verdient. De kiezers hebben de PvdA en haar lijsttrekker in 1998 de opdracht
gegeven om Nederland sterk en sociaal te maken: een opdracht voor de volle
vier jaar, in het laatste jaar niet minder dan het eerste.
Tot en met de laatste dag zal ik mij als minister-president blijven inzetten om die opdracht, het vertrouwen dat toen gegeven is, waar te maken.
Dit is dus allerminst een afscheidsbrief. Ik blijf onze partij
leiden tot aan het moment dat over de wisseling van de wacht daadwerkelijk
zal zijn besloten.
Dit is wél de aankondiging van mijn terugtreden uit de actieve
politiek, nadat op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in
mei 2002 een nieuw kabinet zal zijn gevormd.
Aan mijn beslissing liggen geen negatieve overwegingen ten
grondslag. Noch mijn leeftijd, noch mijn gezondheid dwingt mij er toe. Ik
vind grote voldoening in mijn werk.
Natuurlijk zou ik nog een keer kunnen kandideren, maar is dat
verstandig? Zou dat onze partij structureel goed doen? Ik meen van niet.
Uitstel van het onvermijdbare doet aan partij en persoon uiteindelijk alleen maar schade, eerder vroeger dan later.
Vertrouwen in het vervolg geeft mij de overtuiging dat ik een
verantwoorde beslissing neem.
Ik hoop van harte dat mijn beslissing wordt gerespecteerd. Zij is
het resultaat van een zorgvuldige, gewetensvolle, persoonlijke en politieke
afweging, waarbij ik heb getracht binnen de grenzen van het mogelijke niets
over het hoofd te zien.
Geacht partijbestuur, ik verzoek u voor de in deze brief genoemde
overwegingen en de beslissing die daaruit is voortgevloeid begrip te hebben
en straks in goede samenwerking de pagina met elkaar om te slaan naar een
nieuw hoofdstuk van onze Nederlandse sociaal-democratie.
Daarvoor en daarbinnen met zovele anderen te mogen werken was, is en
blijft voor mij een groot voorrecht.
Met vriendelijke groet,
Wim Kok