Dienst uitvoering en toezicht Energie
Aan
Eneco NetBeheer BV
T.a.v. De heer ir. M.R. van den Heuvel
Postbus 1598
3000 BN ROTTERDAM
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
ENB/MvdH/01.1056 01034939
Onderwerp
Plaatsen gasmeters
Geachte heer Van den Heuvel,
Naar aanleiding van uw schrijven van 21 mei jl. waarin u mij zeven vragen stelt omtrent de brief welke
ik op 25 april jl. aan EnergieNed heb gestuurd over het plaatsen van gasmeters, doe ik u hierbij mijn
reactie op uw vragen toekomen.
Vraag 1: Welke (praktische) betekenis zou naar de mening van DTe toegekend moeten worden aan dit
(toevoeging DTe: dat meters in de Elektriciteitswet niet tot het net gerekend worden i.t.t. de Gaswet)
verschil?
Terecht constateert u dat in de Elektriciteitswet meters niet tot het net worden gerekend. Uw
constatering dat dit in tegenstelling is met de Gaswet, is echter niet juist. Het is immers niet zo dat de
Gaswet bepaalt dat meters tot het net worden gerekend. In de Gaswet wordt ten aanzien van het
behoren van meters tot het net juist in het geheel niets bepaald.
DTe is van mening dat de praktische betekenis die hieraan moet worden toegekend is dat, in analogie
met de bepaling in de Elektriciteitswet dat meters niet tot het net behoren, ook voor gasmeters geldt
dat deze niet tot het net moeten worden gerekend.
Postbus 16326 Johanna Westerdijkplein 107 T: (070) 330 35 00 E-mail: info@nma-dte.nl
2500 BH Den Haag 2521 EN Den Haag F: (070) 330 35 35 Rabo 19.23.24.233
Vraag 2: Geldt voor gasmeters een overeenkomstige verplichting als in de Elektriciteitswet artikel 16 lid 1 sub e "... hun desgevraagd een meter ter beschikking te stellen?".
In de Gaswet is geen bepaling opgenomen die overeenkomstig de Elektriciteitswet netbeheerders
verplicht derden desgevraagd een meter ter beschikking te stellen. Ook hiervoor geldt dat in lijn met
de Elektriciteitswet het beschikbaar stellen van een meter naar de mening van DTe geen exclusieve
taak van de netbeheerder is. Desgevraagd kan een netbeheerder een meter ter beschikking stellen,
maar het staat afnemers vrij ook een derde te vragen een meter ter beschikking te stellen. Indien de
(markt)omstandigheden daartoe aanleiding geven, dient een netbeheerder desgevraagd een meter
aan de afnemer ter beschikking te stellen.
DTe wijst er op dat de netbeheerder geen misbruik mag maken van zijn positie door een verzoek om
een aansluiting zonder objectieve redenen af te wijzen of excessief hoge tarieven in rekening te
brengen. Misbruik van een economische machtspositie is op grond van de Mededingingswet
verboden.
Wel dient de netbeheerder te bepalen aan welke vereisten het technisch ontwerp moet voldoen
alvorens aansluiting op het gastransportnet kan plaatsvinden. Uiteraard is ook een derde aan deze
vereisten gebonden.
Vraag 3: Is een dergelijk besluit (toevoeging DTe: dat de aanwezige elektriciteitsmeters in beheer komen bij
een netbeheerder) voor gasmeters (binnenkort) (met terugwerkende kracht) alsnog te verwachten?
Gelet op het antwoord dat is gegeven op de vorige vraag, zal een dergelijk besluit niet door DTe
worden genomen.
Vraag 4: Mag op grond van deze uitspraak, naar analogie van elektriciteitsmeters, geconcludeerd worden
dat de gasmeter tot het vrije domein behoort en dus door DTe niet als gereguleerde activiteit van de
netbeheerder beschouwd wordt?
Zoals in antwoord op vraag 2 reeds is aangegeven mag volgens DTe inderdaad geconcludeerd
worden dat de gasmeter -onder de aangegeven voorwaarden- tot het vrije domein behoort en dus niet
als gereguleerde activiteit van de netbeheerder wordt beschouwd.
Vraag 5: Geldt het overeenkomstige ook voor de aanleg van dienstleidingen (-volgens de Gaswet geen exclusieve taak voor de netbeheerder-)?
Telefonisch heeft u toegelicht onder de term `dienstleidingen' de aanleg van een aansluiting te verstaan. Ook met betrekking tot de aanleg van een aansluiting is DTe van mening dat derden (andere aanbieders) met de netbeheerder moeten kunnen concurreren. In een dergelijke situatie dient deze derde -zoals aangegeven bij beantwoording van vraag 2- te voldoen aan de technische voorwaarden die door de netbeheerder in ontwerp zijn vastgesteld.
Vraag 6: Heeft u met uw uitspraak bedoeld te stellen dat uitsluitend de vrije afnemers de vrijheid hebben
zelf hun gasmeter te kiezen?
In de brief van EnergieNed d.d. 12 maart 2001 werd nader ingegaan op het plaatsen van gasmeters bij
vrije afnemers (of afnemers die op korte termijn vrij zijn). Door middel van de brief van 25 april 2001
heeft DTe dan ook haar reactie op dit punt gegeven. In laatstbedoelde brief geeft DTe nadrukkelijk aan
dat het plaatsen van gasmeters geen exclusieve taak van netbeheerders is. Hoewel dit in mijn brief
niet expliciet is weergegeven hebben niet uitsluitend vrije afnemers maar ook beschermde afnemers
de mogelijkheid zelf een gasmeter te laten plaatsen.
Vraag 7: Bent u voornemens een MeetCode voor gasmeters vast te stellen? Zo ja, op welk moment bent u
een dergelijke code te gaan vaststellen?
Op grond van artikel 11 Gaswet dient het gastransportbedrijf in ontwerp de voorwaarden vast te
stellen waarin is vastgelegd aan welke vereisten het technisch ontwerp en de exploitatie van leidingen
en installaties ten minste moeten voldoen met het oog op aansluiting van die leidingen en installaties
op zijn gastransportnet. De directeur DTe beoordeelt of de ontwerp-voorwaarden objectief en niet-
discriminerend zijn. Op basis daarvan moet het samenhangend functioneren van de
gastransportnetten gewaarborgd zijn.
Het is uiteraard van groot belang dat de veiligheid van toestellen en installaties gewaarborgd wordt
binnen de mogelijkheden die de artikelen 11 en 12 van de Gaswet bieden. Dus ook al heeft de
netbeheerder de betreffende gasmeter niet geplaatst, de netbeheerder heeft wel de plicht de veiligheid
van de gasmeter te bevorderen.
Volledigheidshalve verwijs ik u nog naar het Consultatie- en informatiedocument Richtlijnen Gaswet dat recent door DTe is gepubliceerd. In paragraaf 7.5 "Aansluitingen en meters" wordt nader op dit onderwerp ingegaan. De consultatieronde over dit onderwerp zal op 20 juli 2001 plaatsvinden en kan aanleiding geven in de Richtlijnen 2002, welke na afloop van de consultatieronde worden vastgesteld, het definitieve standpunt van de directeur DTe neer te leggen.
Mocht u naar aanleiding van dit schrijven nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met
mevrouw mr D. Haenen(070 330 3506).
Met vriendelijke groet,
Drs. J.J. de Jong
directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie