Met Verzekerd van Cijfers beoogt het Verbond van Verzekeraars een
statistisch beeld te schetsen van de omvang en de betekenis van de
verzekeringsbedrijfstak in Nederland. Hiernaast geeft Verzekerd van
Cijfers een beeld van de economische en maatschappelijke omgeving
waarin verzekeraars werkzaam zijn.
Verzekerd van Cijfers is samengesteld door het Centrum voor
Verzekeringsstatistiek (CVS) in samenwerking met het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) en is een uitgave van het Verbond van
Verzekeraars. Ofschoon uiterste zorg is besteed aan kwaliteit en
geldigheid van de gegevens aanvaarden het CVS, het CBS en het Verbond
van Verzekeraars geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele
onjuistheden in de opgenomen cijfers. Suggesties voor toekomstige
uitgaven, alsmede andere op- of aanmerkingen zijn welkom.
Om de statistieken te kunnen lezen, heeft u het programma Adobe
Acrobat 3.0 of hoger nodig. Als u daarover niet beschikt, kunt u dat
eenvoudig downloaden .
Hoofdstuk 1. Kerntabellen
Hoofdstuk 2. Algemeen
Hoofdstuk 3. Bevolking
Hoofdstuk 4. Welvaart
Hoofdstuk 5. Assurantiebemiddeling
Hoofdstuk 6. Levensverzekeringen
Hoofdstuk 7. Pensioenen
Hoofdstuk 8. Schadeverzekeringen
Hoofdstuk 9. Brand
Hoofdstuk 10. Verkeer
Hoofdstuk 11. Zorg
Hoofdstuk 12. Sociale voorzieningen
Hoofdstuk 13. Klachtenbehandeling
Hoofdstuk 14. Veel voorkomende begrippen
Hoofdstuk 15. Trefwoordenregister
Hoofdstuk 16. Bronnenlijst
Bronnen: CVS en CBS
De tabellen en grafieken zijn thematisch gerangschikt: gegevens die
met elkaar te maken hebben, staan zoveel mogelijk bij elkaar. Aan het
begin van elk hoofdstuk is voorts een gedetailleerd overzicht te
vinden met alle genummerde tabellen per pagina. Door middel van een
icoon is aangegeven welke tabellen worden vergezeld van een grafiek.
Verzekerd van Cijfers bevat geen toelichtende of verklarende teksten
behoudens summiere toelichtingen en noten onder de tabellen. In een
aantal gevallen zijn relevante gegevens uit vergelijkbare sectoren in
het buitenland bij de tabellen opgenomen.
Inleiding
Het jaar 2000 is voor de Nederlandse schadeverzekeraars een slecht
jaar geweest. Het gezamenlijke resultaat* daalde van 0,8% in 1999 naar
-1% in 2000. Belangrijkste oorzaak was de sterke teruggang bij
brandverzekeringen, vooral door de vuurwerkramp in Enschede en andere
grote branden. Bij zorgverzekeringen daalde het resultaat van 0,3% in
1999 naar 0% in 2000. Het resultaat van levensverzekeraars daalde
licht naar 7,7% (1999: 7,8%). Doordat de premie met 12% toenam, steeg
de winst in guldens.
* Het resultaat betreft het technisch resultaat, uitgedrukt in een
percentage van de bruto verdiende premie, behaald in het binnenlands
bedrijf, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van
vennootschapsbelasting.
Levensverzekeringen
Bij levensverzekeringen daalde in 2000 het resultaat licht naar 7,7%.
In 1999 was het resultaat 7,8%, vergelijkbaar met de jaren daarvoor.
De premie-inkomsten bedroegen in 2000 52,2 miljard tegenover 46,7
miljard in 1999. Door de met 12% gestegen premie-inkomsten groeide het
resultaat in guldens. Dit kwam in 2000 uit op 5,7 miljard (1999 5,1
miljard). De traditionele verzekeringen in guldens groeiden weer licht
in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het mindere beleggingsklimaat
is hier zeker debet aan geweest; de consument is voorzichtiger in zijn
beleggingsgedrag geworden.
Vooruitlopend op de invoering van het Belastingplan 2001 groeide de
nieuwe productie van individuele levensverzekeringen in 2000 t.o.v.
1999 met 16% naar 15,7 miljard. Vooral in het laatste kwartaal van
2000 zijn veel nieuwe koopsompolissen verkocht. In totaal werd in 2000
voor 11,3 miljard aan nieuwe koopsompolissen besteed, 33% meer dan in
1999.
Schadeverzekeringen
Voor het totale schadeverzekeringsbedrijf verslechterde het resultaat
in 2000. Na herverzekering is het resultaat na rente gedaald tot -1%.
In 1999 was het resultaat nog 1%. In 2000 nam bij schadeverzekeringen
de schade sterker toe dan het premie-inkomen. Het premie-inkomen van
alle schade- en zorgverzekeringen tezamen is met 7% gestegen tot 36,3
miljard gulden. Evenals in de voorgaande jaren komt de stijging ook in
2000 op het conto van de zorgverzekeraars waar het premie-inkomen met
9% is gestegen. Bij de ander branches steeg het premie-inkomen met
6%, wat voor het eerst sedert jaren ruim de groei van het verzekerd
volume en de inflatie te boven gaat. Voor herverzekering tonen alle
schadebranches, behalve motorrijtuigen, een dalend resultaat. Het
kostenpercentage bleef redelijk stabiel en de rente-inkomsten stegen
minimaal.
Motorrijtuigen
Het resultaat bij motorrijtuigen is licht gestegen van -2% in 1999
naar -1% in 2000. Deze lichte verbetering deed zich bij de meeste
subbranches voor. Het premie-inkomen nam met 7% duidelijk sterker toe
dan de groei van het aantal motorrijtuigen. De premieverhogingen die
veel verzekeraars de laatste jaren hebben doorgevoerd, beginnen
blijkbaar enig effect te sorteren. Bij personenautos steeg het
resultaat zelfs duidelijk van -3% van de verdiende premie in 1999 tot
1% in 2000. Zowel bij WA- als bij cascoverzekeringen nam de schade per
claim toe, maar daalde de schadefrequentie sterker waardoor het
resultaat per saldo verbeterde. In 2000 werden 5,6% meer autos
gestolen dan in 1999. Het aantal teruggevonden autos steeg minder,
waardoor het terugvindpercentage is gedaald. Bij vrachtautos was het
resultaat wel negatief, maar minder slecht dan over 1999, vooral
vanwege relatief minder WA-schade.
Brand
Het resultaat bij brandverzekeringen daalde zeer sterk van 5,0% in
1999 naar -1,9% in 2000. Daarmee wordt de dalende tendens van de
afgelopen jaren versterkt voortgezet. De premie-inkomsten namen
weliswaar toe, maar de schade steeg veel sterker. Met name in de
bedrijvenmarkt daalde het resultaat dramatisch vanwege de sterke
schadestijging, voornamelijk door Enschede en andere grote branden.
Transport
In 2000 was er bij transport weer sprake van een licht stijging van
de premie-inkomsten van 1,5%. Het totale premie-inkomen (1,1 miljard
in 2000) vertoonde reeds jaren een geringe, gestage achteruitgang
onder meer door het wegvloeien van tekening op de beurs. Die beweging
lijkt, behoudens een enkel product, te zijn gestopt. Het resultaat in
2000 steeg van 0,3% in 1999 naar 1,4% in 2000, dankzij het grote
aantal herverzekerde schaden.
Overige verzekeringen
Het resultaat in de branche overige verzekeringen daalde van 0,5% in
1999 naar 0,1% in 2000. De premie-inkomsten namen weliswaar duidelijk
toe, maar de schade steeg sterker. De belangrijkste subbranches binnen
deze branche zijn Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand. De
aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren is weer uit de rode
cijfers gekomen en ook de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven
scoorde beter, vooral door een forse daling van het schadepercentage.
Bij rechtsbijstandverzekeringen namen de resultaten licht toe. Het nog
steeds sterk groeiende segment gezinsrechtsbijstandverzekeringen liet
iets betere resultaten zien, maar bleef toch nog duidelijk negatief.
Zorgverzekeringen
De branche zorgverzekeringen bestaat uit Ziektekosten en Medische
varia. Het resultaat kwam uit op 0%. Het premie-inkomen steeg met 8,7%
tot 17,0 miljard. De branche ziektekosten behaalde in 2000 een
negatief resultaat van -3,3% en bleef daarmee net als in de afgelopen
jaren in de rode cijfers, zij het dat sinds twee jaar sprake lijkt van
een lichte verbetering. Deze is voornamelijk te danken aan het
terugdringen van de beheers- en acquisitiekosten. De branche medische
varia bestaat uit arbeidsongeschiktheidsverzekeringen,
WAO-gerelateerde verzekeringen, ziekteverzuimverzekeringen en
ongevallenverzekeringen. Hier zijn de resultaten nog positief, al is
er wel sprake van een daling: van 6,9% in 1999 naar 4,4% in 2000. Dit
komt vooral door het, vanwege de sterk gestegen schadevoorzieningen,
slechtere resultaat bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, ondanks
de daar doorgevoerde premieverhogingen. Na jaren van forse verliezen
zijn de ziekteverzuimverzekeringen bijna uit de rode cijfers. De
premieverhogingen die verzekeraars hier de afgelopen jaren hebben
doorgevoerd, hebben wel effect gehad, maar zijn nog niet voldoende
gebleken.
8 augustus 2001