Verbond van verzekeraars

Schadevergoedingsplicht van de werkgever voor de bestuurder/werknemer Het Verbond heeft een aanbeveling gedaan inzake het omgaan met de dekkingsvraag naar de schadevergoedingsplicht van de werkgever voor de bestuurder/werknemer. Dit naar aanleiding van een door de Hoge Raad op 12 januari 2001 gewezen arrest.

De Hoge Raad heeft met het arrest de volgende criteria van de rechtbank voor deze schadevergoedingsplicht van de werkgever overgenomen: verplichte uitoefening van werkzaamheden (i.c. in werktijd pendelen tussen Didam en Amsterdam), verplichting om (bij toerbeurt) te chaufferen met busje van de werkgever, de financiële gevolgen van (personen-) schade voor de inzittenden (exclusief de bestuurder) door WAM-verzekering vergoed, geen sprake van opzet of bewuste roekeloosheid van de chauffeur bij het ontstaan van het ongeval en het ervaringsfeit, dat dagelijkse omgang met een auto de gebruiker ertoe kan brengen niet steeds alle voorzichtigheid in acht te nemen.

Grondslag
De grondslag voor de schadevergoedingsplicht wordt gevormd door de contractuele relatie tussen werkgever en werknemer, maar ook door de redelijkheid en billijkheid. De schadevergoedingsplicht berust daarom niet op het schenden van een zorgplicht of onrechtmatig handelen door de werkgever zoals bij de werkgeversaansprakelijkheid het geval is.

Hiaat
Met dit arrest is er voor dit risico een verzekeringshiaat ontstaan; de WAM-polis dekt niet het risico van de bestuurder en de AVB-polis dekt in beginsel niet het motorrijtuigrisico. Naar aanleiding van het arrest zijn uit de markt vragen gekomen naar de wijze waarop deze verzekeringsleemte kan worden ingevuld.

Aanbeveling
Als hoofdlijn beveelt het Verbond aan deze schadevergoedingsplicht te dekken door middel van een collectieve Schadeverzekering Inzittenden (SVI). Deze moet dan door de werkgever worden gesloten ten behoeve van zijn werknemers/bestuurders en eventuele andere ondergeschikten of hulppersonen. Het betreft niet alleen bestuurders van personenautos maar, naar mag worden aangenomen, ook van alle andere gemotoriseerde voertuigen. Om de dekking te laten aansluiten op de door de Hoge Raad bedoelde schadevergoedingsplicht, doet het Verbond de aanbeveling in een clausule op te nemen dat de dekking geldt voor ongevallen die hebben plaatsgevonden tijdens de uitoefening van werkzaamheden, ten behoeve van de werkgever.

Bondig, juli 2001