Ministerie van Justitie

15.08.01

Keurmerk contract jonge voetballers

Er moet een keurmerk komen voor contracten met jeugdige voetballers die van buiten de Europese Unie komen en in Nederland willen spelen. Het keurmerk bevat criteria waaraan een contract idealiter moet voldoen. Daarbij gaat het om zaken als begeleiding, opvang, financiën en eventuele terugkeer. Controle op naleving van de criteria zal door de KNVB en de FBO in samenwerking met de overheid worden uitgevoerd. Het keurmerk biedt tevens de mogelijkheid om die groep die volgens Nederlandse regels hier professioneel kunnen komen voetballen voor te lichten over hun rechten en de gevolgen van bepaalde contractafspraken.

Dit blijkt uit een brief van minister Korthals die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd mede namens de staatssecretaris van Justitie, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Actieve voorlichting hoeft zich niet te bepreken tot Nederland. Potentiële contractspelers kunnen in eigen land al in een vroeg stadium op basis van het keurmerk geïnformeerd worden over rechten en plichten. Minister Korthals wil de voorgestelde werkwijze ook in Europees verband aan de orde stellen. Het zijn primair de clubs en de voetbalbond die er verantwoordelijk voor zijn om te voorkomen dat met jeugdige spelers wurgcontracten kunnen worden afgesloten. Als dat gebeurt in het land waar de jonge spelers vandaan komen, kan Nederland in beginsel weinig doen. Alleen de clubs en de KNVB kunnen in die situatie de betrokkenen bewegen tot eerlijk spel. Actieve voorlichting aan potentiële contractspelers in eigen land maakt de spelers bewuster van hun situatie en werpt sneller licht op ongewenste praktijken van bemiddelende tussenpersonen.

Regelgeving

Ook pleit de bewindsman ervoor dat de Europese Commissie de mogelijkheden onderzoekt voor een gemeenschappelijke Europese aanpak als het gaat om toelating van spelers van buiten de Europese Unie. Binnen Europa gelden namelijk verschillende toelatingsregels voor spelers van buiten de EU/EER. Dit betreft zowel de spelers jonger dan 18 jaar als daarboven. Eenduidigheid in toelatingsregels voorkomt dat spelers jonger dan 18 jaar tijdelijk geparkeerd worden in een andere lidstaat.

Een ambtelijke werkgroep van de betrokken ministeries is nagegaan of de Nederlandse regelgeving voor transfer van jeugdig talent van buiten de EU/EER voldoende is en of voorstellen op Europees niveau gewenst zijn. Dit naar aanleiding van berichten in de media over mogelijke handel in jeugdige voetballers.

Naar het oordeel van de werkgroep is de Nederlandse regelgeving op het terrein van het toelatingsbeleid en tewerkstellingsvergunning voldoende om misstanden tegen te gaan. De Nederlandse situatie wordt echter wel beïnvloed door de regelingen in andere landen binnen Europa. Vandaar het voorstel tot een uniform toelatingsbeleid voor jonge voetballers van buiten de EU/EER.

In zijn brief geeft de bewindsman tevens aan dat er geen zicht is op wat er zich precies afspeelt voordat jeugdige buitenlandse spelers naar Europa komen. In de praktijk kunnen nog tal van mensen betrokken zijn bij een transfer, variërend van een familielid, advocaat tot fiscaal adviseur. Ook is het mogelijk dat een niet beëdigde makelaar erbij betrokken is, maar dat een erkende makelaar formeel de zaken afhandelt. Uit informatie van de FBO blijkt dat er in 1999 nog zo.n 50 à 60 buitenlandse jeugdspelers in Nederland rondliepen. Op dit moment ligt volgens de FBO dat aantal aanzienlijk lager; rond de tien.

Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie, telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594

Laatst gewijzigd: 15-08-2001