Internationale domeinnaamstrijd
6 September 2001
In eerdere nieuwsbrieven is zo langzamerhand uitvoerig besproken dat
merkhouders in een gerechtelijke procedure tegen zogenaamde grabbers
van .nl-domeinnamen sterk staan. Maar wat nu als een grabber het merk
niet als .nl registreert, maar als een internationaal domein, zoals
.com en .net?
Door het wereldwijde karakter van internet is het nog niet geheel
duidelijk welk nationaal recht van toepassing is. Onder bepaalde
voorwaarden kan de Nederlandse rechter bevoegd zijn om uitspraak te
doen in een dergelijk conflict. Dit hangt onder meer af van de taal
van een eventuele website en de vestigingsplaats van de houder van de
domeinnaam. Soms is het echter onduidelijk of de Nederlandse rechter
bevoegd is. Bijvoorbeeld als een Amerikaanse grabber een Benelux-merk
als .com vastlegt. In zon geval kan men terecht bij de World
Intellectual Property Organization (WIPO) te Genève.
Vaste criteria
Op grond van de Uniform Domainname Dispute Resolution Policy (UDRP),
uitgevaardigd door de Internet Corporation for Assigned Names and
Numbers (ICANN), een organisatie die wereldwijde verantwoordelijkheid
draagt voor het beheer en de omvang van het internetadressysteem, is
het arbitrageorgaan van de WIPO bevoegd om uitspraak te doen in
conflicten die betrekking hebben op .com-, .net- en .org-domeinnamen
en een aantal nationale domeinextensies, zoals .tv, .nu, .as en .ag.
De houders van dergelijke domeinnamen hebben zich namelijk bij
registratie ervan automatisch gebonden aan de regels van de UDRP.
Wanneer een Amerikaanse grabber het ingeschreven Benelux-merk
Nederlandsch Octrooibureau als .com registreert, kunnen dus onder
bepaalde voorwaarden stappen ondernomen worden bij de WIPO. Een panel
bestaande uit één tot drie deskundigen zal dan aan de hand van vaste
criteria beslissen wie de rechtmatige houder is van een domeinnaam.
Het komt erop neer dat een domeinnaam geacht wordt onrechtmatig te
zijn gedeponeerd als degene die claimt betere rechten op een
domeinnaam te hebben, aantoont dat (a) de domeinnaam identiek is aan
of verwarringwekkend lijkt op een merk van de klager, (b) de deposant
van de domeinnaam geen recht heeft op of geen rechtmatig belang heeft
bij de betreffende domeinnaam en (c) dat de domeinnaam te kwader trouw
is geregistreerd en gebruikt.
Het vonnis van het arbitragepanel is al binnen twee maanden te
verwachten en de kosten zijn relatief laag. Nadeel is echter dat hoger
beroep en veroordeling tot het betalen van de kosten niet mogelijk
zijn.
Nieuwe conflicten
Deze procedure lijkt een effectieve manier om grabbers aan te pakken
die onrechtmatig wereldwijde domeinnamen registreren. Sinds de
instelling van de UDRP zijn al zon drieduizend zaken behandeld. In
ongeveer tachtig procent van de gevallen werd overdracht van de
domeinnaam bevolen.
Als vermoedelijk eind 2001 de bestaande top-level domeinextensies
.com, .net en .org uitgebreid worden met .aero, .biz, .coop, .info,
.museum, .name en .pro, ontstaat er wellicht een nieuwe stroom van
conflicten. De UDRP-procedure doet overigens geen afbreuk aan de
mogelijkheid om de kwestie aan een rechter voor te leggen, die de
uitspraak dan ook terzijde kan schuiven.
De champagnekaars
23 Mei 2001
De president van de rechtbank in Den Haag zag het op de markt brengen
van een kaars in de vorm van een champagnefles als onrechtmatig
aanhaken bij het kwaliteitsproduct champagne. De gedaagde maakte
inbreuk op het beeldmerk Champagnefles van de eiser, want de verkoop
van deze kaars deed afbreuk aan de exclusieve en prestigieuze
reputatie van champagne.
Gedaagde Xenos, winkelketen in huishoudelijke artikelen, bracht een
product op de markt in de vorm van een donkergroene fles met daarop
een goudkleurige, paddestoelvormige afsluiting, een gekruist halslabel
met een zegel en een crèmekleurig etiket waar champagne op staat. Het
betreffende artikel was echter geen echte fles maar een kaars.
Fopcadeau
De eisers waren CIVC, dat zich toelegt op de behartiging van de
belangen van producenten van champagnewijnen, en Moët, dat zulke
wijnen verhandelt. Zij toonden zich niet erg gelukkig met de komst van
de zogenaamde champagnekaars en sommeerden Xenos dan ook om het
artikel uit de handel te nemen. Xenos gaf hieraan geen gevolg.
CIVC en Moët vonden dat Xenos onrechtmatig handelde door gebruik te
maken van de productaanduiding champagne en de presentatie van het
product. Op het eerste gezicht waren de kaarsen niet van echte flessen
te onderscheiden en op het etiket stond de naam Champagne prominent
vermeld. De president was van mening dat Xenos doelgericht en zonder
dat daar rechtvaardiging voor aan te wijzen was, aanhaakte bij het
product champagne. De kans bestond dat de kwaliteitsassociaties die
champagne nu eenmaal oproept, werden aangetast. Het artikel zou
bijvoorbeeld niet alleen worden gebruikt als kaars, maar ook om als
fopcadeau aan iemand te geven, wat als een misplaatste grap kon worden
opgevat. Bovendien kon het gebruik van de naam Champagne voor waren
als kaarsen verlies van de exclusiviteit tot gevolg hebben en
vermindering van het kooplustopwekkend vermogen van champagne.
Prestigieuze reputatie
Moët is rechthebbende op het Benelux-beeldmerk waarop de champagnefles
staat afgebeeld. Het beeldmerk is voor allerlei dranken gedeponeerd.
De merkhouder kan zich inderdaad verzetten tegen het gebruik dat van
zijn bekende merk of overeenstemmend teken wordt gemaakt voor andere
waren dan die waarvoor het merk is ingeschreven. Het gevaar moet dan
bestaan dat er zonder geldige reden wordt geprofiteerd van of afbreuk
wordt gedaan aan de reputatie van het merk.
De president vond dat Xenos inbreuk maakte op het merkrecht van Moët.
De totaalindruk van het product stemde voldoende overeen met de fles
zoals afgebeeld in het merk van Moët om overeenstemmend te worden
geacht. Tevens meende de president dat door het gebruik van de
producten ongerechtvaardigd voordeel kon worden getrokken uit of
afbreuk kon worden gedaan aan de reputatie van het bekende merk van
Moët. Xenos had duidelijk de bedoeling gehad om de producten te laten
lijken op de flessen van Moët om daarmee de kooplust van het publiek
voor die producten op te wekken. Juist wegens de exclusiviteit en de
prestigieuze reputatie van de champagne was de kans groot dat dat in
de praktijk ook het geval zou zijn. Het werd Xenos daarom verboden om
de Champagnekaars nog langer te verkopen.