http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=419247
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag DAM/MO Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Datum 13 augustus 2001 Auteur C.M. Trooster
Kenmerk DAM-532/01 Telefoon 070-3485423
Blad /7 Fax 070-3486639
Bijlage(n) 1 E-mail Nienke.Trooster@minbuza.nl
Betreft Beantwoording van vragen van het lid Karimi over aanvallen op Palestijnse militanten
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier uwer Kamer d.d. 11 juli jl., kenmerk 2000111350, waarbij gevoegd waren de door het Kamerlid Karimi overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde bij u ingediende vragen, heb ik de eer u als bijlage dezes mijn antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel
'Kabinet Israël akkoord met meer liquidaties ? 1) Is deze informatie juist?
Vraag 2
Wat verstaat de Israëlische overheid onder 'militanten'?
Vraag 3
Is het waar dat de lijst met Palestijnse 'militanten'2) die door de
Israëlische strijdkrachten mogen worden geliquideerd is uitgebreid? Zo ja,
bent u op de hoogte op welke gronden een Palestijn aangemerkt wordt als
'militant'?
Vraag 4
Is het waar dat op de westelijke Jordaan oever kort na het goedkeuren van de
'actieve zelfverdediging' een 27-jarige activist van Arafats Fatah-beweging
beschoten is? Vallen Fatah-leden, waaronder Arafat, nu ook onder de noemer
'militanten'?1)
Antwoord op vragen 1 t/m 4
Ja, ik ben op de hoogte van het artikel waarnaar u verwijst. De Israëlische
regering heeft geen officiële verklaring afgegeven over het in het artikel
vermelde besluit dat op 4 juli jl.door het Israëlische veiligheidskabinet is
genomen. Navraag door Nederland bij het Israëlische Ministerie van
Buitenlandse Zaken leert dat de Israëlische autoriteiten de
buitengerechtelijke dodingen omschrijven als 'targeted counter terrorism
activities'. Israël verwerpt benamingen als 'liquidatie' en 'moord'.
Naar Israëlische opvatting is sprake van interceptie van terroristen bezig
met het uitvoeren van terreurdaden. Na de Israëlische actie in Nablus op 31
juli jl. waarbij acht Palestijnen omkwamen en waartegen uitgebreid
internationaal protest van ondermeer de EU en de VS is aangetekend, heeft de
Israëlische regering overigens meegedeeld de praktijk van 'preventieve
acties' niet te willen staken. Israëlische actie zou volgens de Israëlische
autoriteiten slechts worden ondernomen nadat de Palestijnse Autoriteit, op
basis van informatie over voorbereiding van aanslagen, om arrestatie van
betrokkene(n) zou zijn verzocht en een dergelijk verzoek vervolgens niet zou
hebben gehonoreerd. Israël heeft overigens pas onlangs (5 augustus) een
gedeeltelijke lijst met van terroristische activiteiten verdachte
Palestijnen gepubliceerd.
Over een Fatah activist die zou zijn beschoten, genoemd in vraag 4, kan
worden opgemerkt dat op 5 juli persberichten verschenen over een beschieting
van de de Fatah-aanhanger Azzam Anatche bij Hebron. Onduidelijk is
vooralsnog onder welke omstandigheden betrokkene zijn verwondingen opliep.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het feit dat de nieuwe Israëlische richtlijnen de
strijdkrachten toestaan bekende 'terroristen' te doden, zelfs als zij niet
op het punt staan om een aanslag te plegen?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het genoemde liquidatie beleid een flagrante schending
is van het internationaal recht? Zo ja, hoe bent u voornemens te handelen
gezien de vele verdragen waaraan Nederland, de EU en Israël zich
gecommitteerd hebben?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de door Sharon aangekondigde liquidaties van
Palestijnse 'militanten' synoniem zijn aan buitengerechtelijke executies? Zo
neen, waarom niet?
Vraag 10
Is het Israëlische beleid om Palestijnse militanten uit te schakelen door de
EU bekritiseerd? Zo neen, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid in EU verband te pleiten om in navolging van de VS, Israël op
te roepen de aanvallen op Palestijnse militanten te staken?
Antwoord vraag 5 t/m 7 en 10 en 11
De Europese Unie heeft meermalen betreffende Israëlische acties als
buitengerechtelijke dodingen veroordeeld. De Europese Unie is van mening dat
buitengerechtelijke dodingen indruisen tegen internationale rechtsregels. De
Unie heeft dan ook duidelijk stelling genomen, zowel publiekelijk, als in
vertrouwelijke démarches bij de Israëlische regering, tegen het uitvoeren
van buitengerechtelijke dodingen, laatstelijk nog in de conclusies van de
Algemene Raad op 16 juli. Nederland heeft actief bijgedragen aan het
formuleren van de Europese positie. Het EU-voorzitterschap veroordeelde de
Israëlische praktijk andermaal op 1 augustus in een verklaring naar
aanleiding van de Israëlische actie in Nablus waarbij acht Palestijnen
omkwamen. Nederland zal bevorderen dat de Europese Unie bij de Israëlische
regering blijft aandringen met onmiddellijke ingang de buitengerechtelijke
dodingen te staken.
Vraag 8
Deelt u de mening dat buitengerechtelijke executies te boek staan als 'grave
breaches' onder de Vierde Geneefse Conventie en dat daarmee de Israëlische
overheid zich schuldig maakt aan het plegen van oorlogsmisdaden?
Antwoord
Zoals bekend hecht Nederland grote waarde aan internationaal humanitair
recht, waaronder de Geneefse Conventies, en is nadrukkelijk van mening dat
partijen bij een conflict op naleving hiervan dienen te worden aangesproken.
Ten aanzien van de door u gestelde vraag ben ik met u van mening dat
buitengerechtelijke dodingen op grond van artikel 147 van de Vierde Geneefse
Conventie in beginsel moeten worden gezien als 'ernstige inbreuken' op de
Conventie.
Uitgangspunt bij het concept 'ernstige inbreuken' is de individuele
strafrechtelijke aansprakelijkheid voor schendingen van het internationaal
humanitair recht. Strafbaarstelling en vervolging van ernstige inbreuken
berust bij partijen bij de Vierde Geneefse Conventie, hetgeen er op
neerkomt dat de partij in wiens rechtsmacht een mogelijke verdachte zich
bevindt zal moeten beoordelen of een bepaalde actie moet worden gekenmerkt
als 'ernstige inbreuk' onder de Vierde Geneefse Conventie en of vervolging
moet worden ingesteld.
De Nederlandse regering zal Israël dan ook aanspreken op zijn verplichtingen
in deze.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het Israëlisch beleid om Palestijnse 'militanten' uit
te schakelen niet bevorderend is voor het huidige bestand en een verdere
escalatie in de hand werkt?
Antwoord
Ik deel de mening dat dergelijke Israëlische acties zeker niet bevorderend
zijn voor de implementatie van het bestand. Ook mijn Europese collega's en
de regering Bush delen die mening. De Algemene Raadsconclusies aangaande het
Midden-Oosten van 16 juli jl. plaatsen de kwestie van buitengerechtelijke
dodingen dan ook in de context van beëindiging van het geweld en uitvoering
van de aanbevelingen het Mitchell rapport. De eerder genoemde
EU-voorzitterschapsverklaring van 1 augustus rangschikt deze acties onder
unilaterale provocatieve acties die slechts tot verdere escalatie kunnen
leiden.
1) Metro 05 juli jl.
2) De term militant wordt door Israël gehanteerd
3) Spits 05 juli jl.
Kenmerk DAM-532/01
Blad /5
===