FEDERATIE OPVANG

11% meer kinderen opgenomen in maatschappelijke opvang

11 % meer kinderen opgenomen in maatschappelijke opvang!

De Federatie Opvang (de koepelorganisatie voor de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) heeft zojuist haar cijfers over 2000 bekend gemaakt.
Uit deze cijfers kan een aantal verontrustende signalen worden geconcludeerd.

Een nieuw fenomeen in de jaarcijfers is de stijging van het aantal kinderen in de dak- en thuislozenzorg. Een moeder die met haar (soms zeer jonge) kinderen aanklopt bij de vrouwenopvang kan daar vaak niet geplaatst worden. De vrouwenopvang zit namelijk op haar maximum capaciteit. Er zijn te weinig financiële middelen voor uitbreiding en er is een groot personeelstekort wegens ziekteverzuim (12%-15%) en moeilijkheden bij de werving van personeel. De instellingen kunnen een moeder met haar kinderen niet zomaar op straat laten staan. Vaak vinden zij na veel getelefoneer onderdak in de crisisopvang. Het gaat hier om kwetsbare gezinnen die het blijkbaar niet zelfstandig kunnen redden in onze maatschappij en waarbij deze kinderen geen toegang hebben tot de voor hen zo noodzakelijke jeugdzorg, omdat deze ook vaak kampen met lange wachtlijsten.
De totale aantallen meegekomen (vooral jonge) kinderen stegen van 4900 (in 1999) naar 5162 in 2000 voor de vrouwenopvang. Voor de overige maatschappelijke opvang steeg het aantal van 1676 naar 1873, vooral in de crisisopvang een stijging van 11%!
55% van deze kinderen is jonger dan 6 jaar, 86% is jonger dan 12 jaar.

Ook het aantal aanmeldingen voor zowel de vrouwenopvang als de overige maatschappelijke opvang steeg sterk, respectievelijk van 32.581 (1999) naar 34.626 (2000) en 32.417 (1999) naar 35.681 (2000).

De tabellen in de bijlagen maken duidelijk waarom de instellingen aan Minister Borst en het Parlement vragen om verhoging van het macro budget dat van het Rijk naar de gemeenten gaat in de doeluitkeringen voor de maatschappelijke en vrouwenopvang. 48 % van de instellingen lukt het niet om voldoende gelden te vinden, zij sluiten met een negatief resultaat de financiële boekhouding af!

De Federatie Opvang blijft er bij het Kabinet elke keer weer op hameren: er is meer geld nodig voor adequaat geschoold personeel, meer bedden, meer veiligheid et cetera. Voor het in stand houden van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang is f164,5 miljoen nodig.

BIJLAGE

ANALYSE STATISTISCHE JAARCIJFERS FEDERATIE OPVANG

In de analyse zijn de cijfers zoals zij bewerkt zijn door het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn) vanaf 1999 en de CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) cijfers vanaf 1997 naast elkaar gezet. De reden voor de vergelijking van de NIZW gegevens van alleen 1999 en 2000 is gelegen in het feit dat de cijfers alleen in 1999 en 2000 landelijk op dezelfde manier met dezelfde begripsdefinitie verzameld zijn.

OPMERKELIJKE FEITEN:


1. Het aantal aanmeldingen voor de vrouwenopvang en de maatschappelijke opvang nam behoorlijk toe:

-in de vrouwenopvang van 32.581 naar 34.626
Tabel 1a Aantal aangemelde personen bij de vrouwenopvang in 1999
en 2000

BLIJF BLIJF VO/FIOM
VO/FIOM BW BW Totaal Totaal
1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 20


00

Mannen 24 27 61 83 11 19 96 129 Vrouwen 6101 6467 10203 10940 204 225 16508 17632

Kinderen 6201 6989 9495 9635 177 199 15873 16823
Geslacht
onbekend 42 8 58 34 4 104 42 Totaal 12368 13491 19817 20692 396 443 32581 34626


-in de overige maatschappelijke opvang van 32.417 naar 35.681 met een zeer sterke stijging in de crisisopvang en de residentiële dak-en thuislozenzorg.

Tabel 1b Aantal aangemelde personen bij de overige maatschappelijke opvang in 1999 en 2000

Crisis Crisis DTZ DTZ BW BW Totaal Totaal
1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 20


00

Mannen 10331 10693 3810 4478 539 527 14680 15698

Vrouwen 9934 10359 1088 1671 302 307 11324 12337

Kinderen 5930 7267 144 40 84 98 6158 7405
Geslacht
onbekend 227 223 28 16 0 2 255 241
Totaal 26422 28542 5070 6205 925 934 32417 35681

(-Blijf= Blijf van m'n Lijfhuizen

-VO/FIOM= Vrouwenopvang/Federatie van instellingen voor Ongehuwden Moeders)

-BW= Begeleid Wonen

-Crisis= Crisiopvang
DTZ= Dak- en Thuislozenzorg)


2. Het aantal in de vrouwenopvang verblijvende personen bleef redelijk stabiel, duidelijk is echter dat de vrouwenopvang op haar maximum capaciteit zit.

In de overige maatschappelijke opvang echter zien we een bijzonder fenomeen: ondanks een fors hogere aanmelding in de crisisopvang verblijven er minder personen, terwijl in de overige opvang het aantal opnames wel duidelijk toeneemt en conform de aanmeldingen is. De afname van het aantal opgenomen personen in de crisisopvang heeft waarschijnlijk twee belangrijke oorzaken:

1. Er is te weinig en te weinig adequaat geschoold personeel om de gewenste doorstroming te bevorderen (beschikbaar budget is te laag om voldoende personeel aan te nemen en te scholen!).

2. De uitstroom van cliënten wordt gehinderd door het niet beschikbaar zijn van geschikte huisvesting, afname van het bestand van goedkope huurwoningen en /of te weinig plekken voor begeleid wonen.

Tabel 2a Aantal personen dat in 1999 en 2000 in de vrouwenopvang
verbleef

Blijf Blijf VO/FIOM VO/FIOM BW BW Totaal Totaal
1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 20


00

Mannen 2 6 34 147 16 20 52 173 Vrouwen 1613 1476 3074 3458 307 341 4994 5275 Kinderen 1922 1684 3097 3185 289 295 5308 5164
Geslacht
onbekend 7 5 1 13

Totaal 3544 3166 6210 6790 613 656 10367 10612

Tabel 2b Aantal personen dat in 1999 en 2000 in de overige maatschappelijke opvang verbleef

Crisis Crisis DTZ DTZ BW BW Totaal Totaal

1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 2000

Mannen 3146 3092 2979 3939 690 891 6815 7922 Vrouwen 3346 3002 627 1077 334 374 4307 4453 Kinderen 1618 1732 35 5 119 150 1772 1887 Geslacht
onbekend 11 10 0 21 Totaal 8121 7826 3651 5021 1143 1415 12915 14262


3. Het aantal kinderen, zowel in de vrouwenopvang als in de overige maatschappelijke opvang is weer gestegen, een fenomeen dat we ook vorig jaar constateerden. Totale aantallen meegekomen (vooral jonge) kinderen stegen van 4900 (in 1999) naar 5162 in 2000 voor de vrouwenopvang.
In de overige maatschappelijke opvang steeg het aantal van 1676 naar 1873, vooral in de crisisopvang (een stijging van 11%!). Dit is een zeer verontrustend fenomeen, mede omdat het toch gaat om kwetsbare gezinnen die het blijkbaar niet zelfstandig redden in onze maatschappij en waarbij deze kinderen geen toegang hebben tot de voor hen zo noodzakelijke jeugdzorg.

Tabel 4a Leeftijd van mee-opgenomen kinderen in de vrouwenopvang
in 1999 en 2000 in absolute aantallen

Blijf Blijf VO/FIOM VO/FIOM BW BW Totaal Totaal

1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 2000


- o tot
2 jaar 333 329 1022 708 107 75 1462 1112
-2 tot
6 jaar 601 591 837 1063 73 102 1511 1756
-6 tot
12 jaar 579 544 752 1001 56 77 1387 1622
-12 tot
16 jaar 179 178 217 299 19 25 415 502
-16 tot
18
jaar 28 21 33 75 3 9 64 1
05

-18 jaar
en ouder 23 21 40 39 6 5 69 65 Totaal 1743 1684 2901 3185 264 293 4908 5162

Tabel 4b Leeftijd van mee-opgenomen kinderen in de overige maatschappelijke opvang in 1999 en 2000 in absolute aantallen

Crisis Crisis DTZ DTZ BW BW Totaal Totaal

1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 2000


-0 tot
2 jaar 344 400 7 Te 16 31 367 431
-2 tot
6 jaar 437 540 5 Weinig 21 39 463 579
-6 tot
12 jaar 496 483 9 Geg.! 18 48 523 531
-12 tot
16 jaar 192 194 5 13 16 210 210
-16 tot
18 jaar 52 63 2 1 9 55 72
-18 jaar
en ouder 53 44 3 2 6 58 50 Totaal 1574 1724 31 - 71 149 1676 1873


4. Het aantal ouderen in de dak- en thuislozenzorg is nog steeds hoog: 34% van de cliënten is ouder dan 50 jaar. De verwachting is dat dit percentage, met een zich voorzettende grijze golf de komende jaren nog zal stijgen.


5. In de problematieken score valt op dat het probleem van huisvesting voor de cliënten van de vrouwenopvang en de dak- en thuislozenzorg is toegenomen.
In de vrouwenopvanghuizen is het voorkomen van
huisvestingsproblematiek gestegen van 17 naar 24,5% en in de dak- en thuislozenzorg van 63 naar 69,8%.


6. De opeenvolgende 'CBS' enquêtes tonen een ander aspect waar de instellingen voor vrouwenopvang en overige maatschappelijke opvang mee worstelen:

TOTALEN VROUWENOPVANG:

In mln gulden 1997 1998 1999 2000 BATEN f 70,7 f 75,3 f 78,6 f 94,2 LASTEN f 71,2 f 74,4 f 78,7 f 97,8 EXPL.SALDO -f 0,6 f 0,9 -f 0,1 - f 3,6 FTE'S 799 764 822 971

CAPACITEIT 2018 2014 2153 2462

TOTALEN OVERIGE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG:

In mln gulden 1997 1998 1999 2000
BATEN f 205,5 f 235,9 f 267,2 f 261 LASTEN f 208,6 f 249,1 f 283,2 f 268,6 EXPL.SALDO -f 3,1 -f 3,2 -f 16,2 - f
7,6
FTE'S personeel 2015 2368 2671 2755 CAPACITEIT 8386 6743
(a) 9485 9113

(a) In 1998 was de respons op de vragenlijst voor capaciteitsgegevens lager dan in de andere jaren. De genoemde capaciteit is dus de capaciteit voor zover opgegeven door de lidinstellingen.

Deze tabellen maken zonder woorden duidelijk waarom de instellingen aan Minister Borst en het Parlement vragen om verhoging van het macro budget dat van het Rijk naar de gemeenten gaat in de doeluitkeringen voor de maatschappelijke en vrouwenopvang.

Natuurlijk zijn er instellingen die hun wel exploitatie sluitend kunnen maken met structurele gelden, echter de meeste directies zijn veel tijd en energie kwijt met het zoeken naar incidentele baten om de exploitatie rond te maken. Desondanks lukt het 48 % van de instellingen niet om voldoende gelden te vinden, zij sluiten met een negatief resultaat de financiële boekhouding af!


-Einde bericht-

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Federatie Opvang, mevr. I. R. Smidt, directeur. Telefoon: 030 2316403
GSM: 06 51549053
E-mail: federatie@opvang.nl of I.Smidt@opvang.nl www.opvang.nl - www.opvang.nl/html/grijs.htm


09 aug 01 15:08