Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam.
02/08/2001
NWO-premies voor vier jonge VU-chemici
Vier jonge chemici aan de VU krijgen elk zo´n drie ton subsidie van NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De chemici krijgen het geld in het kader van het programma Jonge Chemici van NWO. Dit programma is bedoeld om jonge, veelbelovende onderzoekers aan de universiteit een kans te bieden een eigen onderzoekslijn op te zetten en zich te profileren.
In totaal honoreerde NWO 24 van de 75 ingediende voorstellen met een subsidie, een rendement van ruim 30 procent. Aan de VU zijn echter maar liefst vier van de vijf ingediende aanvragen beloond.
Dr. Martine Smit (33) van de afdeling Farmacochemie krijgt het geld
voor haar onderzoek naar de rol die virale eiwitten spelen bij het
ontstaan van sommige vormen van kanker en andere virusgeïnduceerde
ziekten. Sommige virussen, zoals het humane herpesvirus 8, bevatten
DNA dat codeert voor eiwitten die lijken op cellulaire G Protein
Coupled Receptors (GPCRs). De GPCRs spelen een rol bij cellulaire
communicatie en soms ook bij het ontstaan van kanker. Door de
overeenkomst met juist deze klasse receptoren, zouden de
viraalgecodeerde GPCRs wel eens cruciaal kunnen zijn voor de schade
die het virus aanricht. Smit gaat met behulp van onder andere
functional genomics en proteomics onderzoeken hoe de signaalnetwerken
die een virale GPCR in gang zet invloed uitoefenen op ziekten die deze
receptor induceert.
Dr. Luuk Visscher (35) van de afdeling Theoretische Chemie diende een
onderzoeksvoorstel in om meer te weten te komen over de structuur van
actinide-bevattende complexen. Actiniden zijn zware elementen, zoals
plutonium en curium, die maken dat kernafval lang radioactief blijft.
Deze elementen maken slechts 1 procent uit van het afval, maar het is
moeilijk ze te verwijderen. Visschers onderzoek is erop gericht dit
gemakkelijker te maken. Zijn theoretische onderzoek moet leiden tot de
ontwikkeling van specifieke extractieliganden die de verschillende
actiniden uit kernafval kunnen verwijderen. Omdat experimenteel
onderzoek op dit gebied moeilijk of gevaarlijk is, is
computersimulatie een aantrekkelijke en relatief goedkope manier om
dit onderzoek te verrichten.
Dr. Matthias Bickelhaupt (35), ook van de afdeling Theoretische
Chemie, werkt aan een nieuwe, kwantumchemische methode om gericht
efficiënte en selectieve katalysatoren te ontwikkelen. Die
katalysatoren zullen bijdragen aan een hogere opbrengst en een
geringer energieverbruik bij de synthese van (nieuwe) verbindingen en
materialen. De te ontwikkelen benadering is gebaseerd op
computersimulaties en analyses van de elektronische structuur van
moleculen. Concreet betekent dit dat een katalysator stapsgewijs wordt
opgebouwd uit verschillende functionele componenten: een metaalcentrum
en liganden. Deze methode geeft inzicht in hoe het metaal zich
gedraagt zonder de liganden (iets dat experimenteel bijna niet kan) en
hoe en waarom de liganden dat gedrag beïnvloeden. Dat maakt het
vervolgens weer mogelijk de katalytische activiteit gericht te
beïnvloeden. Bickelhaupt maakt bij zijn onderzoek gebruik van het door
hemzelf ontwikkelde Activation Strain model van chemische reacties.
Dr. Romano Orru (36) van de afdeling Organische en Anorganische Chemie
krijgt dankzij de subsidie de gelegenheid een nieuw type antibioticum
op een efficiënte manier chemisch te produceren. Steeds vaker worden
bacteriën resistent tegen antibiotica, dus het is belangrijk dat er
snel nieuwe kunnen worden ontwikkeld. Orru gaat gebruik maken van een
nieuwe, relatief milieuvriendelijke methode om op een snel en flexibel
het complexe aminozuurgedeelte en het DNA-basegedeelte te maken van
het antibioticum mureidomicine. Verder bevat dat antibioticum een
suikergroep, die wordt gemaakt met behulp van enzymen. Een nieuwe
methode, de multi-componentenreactie (MCR), maakt het mogelijk in één
reactiestap de rest van de complexe structuur te van het antibioticum
te genereren. Door simpelweg de uitgangsstoffen te veranderen, is het
eenvoudig om analoge antibiotica te maken.
Alleen gepromoveerde onderzoekers, geboren in of na 1963 en met een
vaste baan aan de universiteit (in het vooruitzicht) konden
onderzoeksvoorstellen indienen. Met het geld kunnen de gelukkigen een
postdoc of promovendus aannemen en onderzoeksbenodigdheden kopen. Een
flink aantal Jonge Chemici uit eerdere ronden van het programma is
inmiddels hoogleraar en/of heeft aansprekende prijzen ontvangen.