European Commission

IP/01/1171

Brussel, 2 augustus 2001

LEADER + programma's voor Nederland

De Commissie heeft vier Nederlandse programma's ter uitvoering van het communautaire initiatief LEADER+ goedgekeurd. Franz Fischler, de commissaris voor Landbouw, plattelandsontwikkeling en visserij, heeft bij die gelegenheid het volgende opgemerkt: "Deze programma's moeten helpen experimenteren met nieuwe ideeën om de kwaliteit van het bestaan op het Nederlandse platteland te verbeteren. Het LEADER+-initiatief is erop gericht de producten en diensten van het platteland met behulp van nieuwe know-how en nieuwe technologieën concurrerender te maken en een zo goed mogelijk gebruik van de natuurlijke en culturele hulpbronnen te bevorderen.". Nederland heeft vier programma's ingediend, namelijk voor de regio's Oost, Noord, Zuid en Randstad, en deze zijn goedgekeurd bij vier afzonderlijke beschikkingen van de Commissie. In de periode 2000-2006 zullen deze vier programma's in totaal 204,52 miljoen euro kosten, waarvan 82,9 miljoen euro zal worden gefinancierd met een communautaire bijdrage uit het EOGFL-Oriëntatie.

Met het LEADER+-initiatief wordt beoogd actoren op het platteland te stimuleren en te helpen om na te denken over de mogelijkheden op langere termijn van hun streek. Het gaat erom de ontwikkeling van originele integrale strategieën voor duurzame ontwikkeling van hoge kwaliteit te bevorderen door steun te verlenen voor experimenten met nieuwe benaderingen. Hoofddoel van de programma's is tot een duurzaam en multifunctioneel platteland te komen.

In het kader van de vier programma's kan steun worden verleend aan ten hoogste 29 plaatselijke groepen. De bevoegde autoriteiten moeten deze groepen kiezen aan de hand van de criteria die in de goedgekeurde programma's zijn vastgelegd.

Om gekozen te kunnen worden moeten plaatselijke groepen een strategie voorstellen die is toegespitst op één van de volgende thema's:
* gebruik van nieuwe know-how en nieuwe technologieën om de producten en diensten van het platteland concurrerender te maken,
* verbetering van de kwaliteit van het bestaan op het platteland,
* verhoging van de toegevoegde waarde van plaatselijke producten; collectieve maatregelen om voor kleine productie-eenheden de toegang tot markten te vergemakkelijken,

* optimalisering van het gebruik van de natuurlijke en culturele hulpbronnen, waaronder de Natura 2000-gebieden van communautair belang.

Alleen bij het programma voor de Randstad kan ook voor het volgende thema worden gekozen:

* bevordering van een complementaire relatie tussen stad en platteland.

De strategieën moeten zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van de betrokken streek en moeten nieuw zijn in vergelijking met de voorheen in de streek toegepaste benaderingen en met de "mainstream"-plannen. Het experimentele karakter ervan dient te worden aangetoond.

De Nederlandse regio's kunnen ook gebruikmaken van steun voor onderlinge (zogenoemde interterritoriale) samenwerking en voor samenwerking met regio's in andere lidstaten (transnationale samenwerking).

Er zal een nationaal LEADER+-netwerk worden opgericht voor de uitwisseling van resultaten, ervaringen en know-how.

Wat is LEADER+?

LEADER+ is het nieuwe communautaire initiatief voor plattelands-ontwikkeling, één van de vier initiatieven die de Structuurfondsen in de periode 2000-2006 ondersteunen. In deze periode zal de EU in totaal meer dan 2 miljard bijdragen aan Leader+; het gaat om middelen uit de landbouwbegroting van de EU, en wel uit de afdeling Oriëntatie van het EOGFL.

Zoals de naam al aangeeft, blijft LEADER+ niet beperkt tot een gewone voortzetting van het eerdere LEADER II-initiatief, maar is het een ambitieuzer initiatief dat is gericht op bevordering van integrale strategieën voor plaatselijke plattelandsontwikkeling die van hoge kwaliteit zijn en op belangrijke resultaten mikken. Ook wordt wordt veel nadruk gelegd op samenwerking en netwerkvorming tussen plattelandsgebieden. Alle plattelandsgebieden van de EU komen in beginsel voor deelneming aan LEADER+ in aanmerking.