Dienst uitvoering en toezicht Electriciteitswet

Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002

HOOFDSTUK 1
Begripsbepalingen

Artikel 1
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
a. Basisdienst: verhandelbare standaarddienst met betrekking tot het verrichten van de opslag van gas tegen standaardvoorwaarden;
b. Beschermde afnemer: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon gedurende de periode waarin hij, naar een op het verbruik in voorgaande jaren gegronde verwachting, jaarlijks per aansluiting (1) tot 1 januari 2002 minder dan 10.000.000 m3 gas verbruikt, (2) tot en met 31 december 2003 minder dan
1.000.000 m3 gas verbruikt, met dien verstande dat wanneer gas ten behoeve van een gemeenschappelijke voorziening wordt afgenomen, in plaats van die voorziening de gebruikers daarvan worden aangemerkt als afnemer;
c. Bergen Concessiehouders: de vennootschappen die houder zijn van de bij koninklijk besluit van 1 mei 1969, nr.14 (Stcrt. 1969, nr. 94) verleende concessie of hun rechtsopvolgers, thans British Petroleum Nederland Energie B.V., Veba Oil Nederland B.V. en Dyas B.V.; d. Gas: stof die bij een temperatuur van 15° Celsius en bij een druk van 1.01325 bar in gasvormige toestand verkeert en in hoofdzaak bestaat uit methaan of een andere stof die vanwege haar eigenschappen aan methaan gelijkwaardig is;
e. Gasopslagbedrijf: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gasopslaginstallatie beheert; f. Gasopslaginstallatie: een installatie voor de opslag van gas met uitsluiting van het gedeelte dat wordt gebruikt voor productieactiviteiten;
g. Gasunie: de naamloze vennootschap Nederlandse Gasunie; h. Gaszekerheid: de garantie dat een tussen een gasopslagbedrijf en haar afnemer overeengekomen hoeveelheid gas beschikbaar is voor levering; i. Indicatieve tarieven en voorwaarden: de tarieven en voorwaarden, bedoeld in artikel 12 Gaswet; j. Injectiecapaciteit: de hoeveelheid gas die per tijdseenheid in een gasopslaginstallatie kan worden geïnjecteerd;
k. Kussengas: gas dat aanwezig is in een installatie voor de opslag van gas, teneinde de druk in die installatie op peil te houden, zodat de installatie overeenkomstig de ontwerpspecificaties kan functioneren;
l. Leveringszekerheid: het door Gasunie aan beschermde afnemers bieden van gaszekerheid en transportzekerheid;
m. LNG-installatie: installatie voor het vloeibaar maken van gas of voor de verlading, de opslag of de hervergassing van vloeibaar gas;
n. NAM: de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.; o. Productieactiviteiten: activiteiten die uitgevoerd worden ten behoeve van leveringszekerheid aan beschermde afnemers;
p. Productiecapaciteit: de hoeveelheid gas die per tijdseenheid uit een gasopslaginstallatie kan worden geproduceerd;

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 1 - van 6




q. Transportzekerheid: de garantie dat de overeengekomen transportcapaciteit beschikbaar is ten behoeve van de levering van gas;
r. Werkgas: de hoeveelheid gas die maximaal in een gasopslaginstallatie kan worden opgeslagen, verminderd met de hoeveelheid kussengas.

HOOFDSTUK 2
Basisdiensten gasopslag

Artikel 2

1. Een gasopslagbedrijf biedt ten minste de volgende basisdiensten aan: a) gegarandeerde injectiedienst;
b) gegarandeerde productiedienst;
c) gegarandeerde volumedienst.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 4, aanhef en onder b van deze richtlijnen is het gasopslagbedrijven toegestaan om twee of meer basisdiensten gebundeld aan te bieden, op voorwaarde dat de individuele basisdiensten vervolgens afzonderlijk (geheel of gedeeltelijk) verhandelbaar zijn, overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze richtlijnen.
3. Onder gegarandeerde injectiedienst als bedoeld in het eerste lid, onder a wordt ten minste verstaan: een dienst waarbij het gasopslagbedrijf de onafgebroken beschikbaarheid van het overeengekomen deel van de injectiecapaciteit aan een afnemer van deze injectiedienst verzekert.
4. Onder gegarandeerde productiedienst als bedoeld in het eerste lid, onder b wordt ten minste verstaan: een dienst waarbij een gasopslagbedrijf de onafgebroken beschikbaarheid van het overeengekomen deel van de productiecapaciteit aan een afnemer van deze productiedienst verzekert.
5. Onder gegarandeerde volumedienst als bedoeld in het eerste lid, onder c wordt ten minste verstaan: een dienst waarbij het gasopslagbedrijf de onafgebroken beschikbaarheid van het overeengekomen deel van de hoeveelheid werkgas aan een afnemer van deze volumedienst verzekert.

Artikel 3

1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven bepalen dat basisdiensten een looptijd hebben van ten hoogste twaalf kalendermaanden en in ieder geval aangeboden worden met een looptijd van twaalf kalendermaanden (jaarcontracten) en met een looptijd van één kalendermaand (maandcontracten).

2. Jaarcontracten behoeven niet gelijk te lopen met een kalenderjaar.
3. De indicatieve voorwaarden bepalen volgens welke verhouding de beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de hoeveelheid werkgas wordt toegedeeld aan jaarcontracten en maandcontracten. Deze verdeling weerspiegelt de in de markt bestaande vraag naar respectievelijk jaarcontracten en maandcontracten.

4. De in het derde lid bedoelde verdeling is onderwerp van het overleg op grond van artikel 12, derde lid Gaswet.

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 2 - van 6




HOOFDSTUK 3
Toegang tot de markt en verhandelbaarheid

Artikel 4
De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven bevatten geen bepalingen waardoor toetreding op de markt voor gasopslag of -levering belemmerd wordt. Bepalingen die in ieder geval worden geacht toetreding te belemmeren zijn:
a) Bepalingen waarin aan de afnemer van basisdiensten of andere opslagdiensten kredietwaardigheidseisen worden gesteld of van hem gevergd wordt zekerheid te stellen, die verder gaan dan het totaal van de op hem rustende financiële verplichtingen uit de overeenkomst tot het leveren van basisdiensten of andere opslagdiensten;
b) Bepalingen die ertoe strekken dat een basisdienst of een andere opslagdienst slechts kan worden afgenomen tezamen met andere diensten (al dan niet basisdiensten of andere gasopslagdiensten)- ook wel koppelbedingen genoemd;
c) Bepalingen op grond waarvan het een afnemer van basisdiensten verboden wordt om die diensten of andere opslagdiensten bij een ander dan het betrokken gasopslagbedrijf af te nemen ­ ook wel exclusiviteitsbedingen genoemd;
d) Bepalingen, waarin het leveren van basisdiensten of andere opslagdiensten (dan wel de bereidheid om over het leveren van zodanige diensten te onderhandelen) afhankelijk wordt gesteld van het bestaan van onderliggende overeenkomsten (al dan niet met betrekking tot het transport of de levering van gas) - ook wel `Show-of-contract' clausules genoemd.

Artikel 5

1) De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven voorzien er nadrukkelijk in dat overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten (of delen daarvan) verhandelbaar zijn en dat daaraan geen verkoopbeperkingen worden verbonden. In dat verband bevatten de indicatieve voorwaarden in ieder geval geen bepalingen die:
a) De gehele of gedeeltelijke overdracht van overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten verbieden. Daarbij kan een gedeeltelijke overdracht betrekking hebben op (i) een deel van de gecontracteerde injectie- of productiecapaciteit, (ii) een deel van de gecontracteerde hoeveelheid werkgas, of (iii) een deel van de overeengekomen contractsduur; b) Vereisen dat de overdragende partij voorafgaand aan de overdracht aan het gasopslagbedrijf de identiteit bekend maakt van zijn contractuele wederpartij; c) Vereisen dat het gasopslagbedrijf (voorafgaand aan de overdracht of daarna) instemt met de overdracht van overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten; d) Vereisen dat overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten slechts kunnen worden overgedragen aan partijen die reeds zelf soortgelijke overeenkomsten hebben gesloten met het betreffende gasopslagbedrijf;

2) Vereisen dat de inhoud van de betreffende overeenkomst tot het leveren van basisdiensten vertrouwelijk dient te blijven.

3) De indicatieve voorwaarden kunnen bepalingen bevatten, waarin het gasopslagbedrijf vereist dat de overdragende partij instaat voor de (tijdige) nakoming door diens rechtsopvolger(s) van de op deze

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 3 - van 6




laatste(n) rustende verplichtingen uit de overgedragen overeenkomst tot het leveren van basisdiensten (of het overgedragen deel daarvan).

HOOFDSTUK 4
Toegang tot opslagcapaciteit

Artikel 6

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van deze richtlijnen voorzien de indicatieve voorwaarden van NAM met betrekking tot de door haar beheerde gasopslaginstallaties te Norg en Grijpskerk in het jaar 2002 in de openstelling van deze installaties ten behoeve van de opslag van gas door derden (door middel van basisdiensten of anderszins) tot ten minste een hoeveelheid werkgas van 1,5 miljard kubieke meter (afgekort: BCM) voor de gasopslaginstallaties te Norg en Grijpskerk gezamenlijk.
2. NAM stelt tevens een percentage van de totale injectie- en productiecapaciteit ter beschikking aan derden. Dit percentage is ten minste gelijk aan de in het eerste lid genoemde hoeveelheid werkgas als percentage van de totale hoeveelheid werkgas in de gasopslaginstallaties te Norg en Grijpskerk.
3. Het eerste en tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de Bergen Concessiehouders voor wat betreft de door BP Nederland Energie B.V., namens hen beheerde gasopslaginstallatie te Alkmaar, met dien verstande dat deze installatie dient te worden opengesteld tot een hoeveelheid werkgas van tenminste 0,17 miljard kubieke meter.
4. Ten aanzien van andere gasopslaginstallaties geldt deze volledig dienen te worden opengesteld, indien het betreffende gasopslagbedrijf een economische machtspositie heeft als bedoeld in artikel 18, Gaswet.

HOOFDSTUK 5
Transparantie en informatievoorziening

Artikel 7

1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven voorzien erin dat het gasopslagbedrijf aan eenieder die bij hem basisdiensten of andere opslagdiensten afneemt, alsmede aan eenieder die met hem in onderhandeling wil treden omtrent het leveren van zodanige diensten op transparante wijze ten minste de navolgende informatie verschaft omtrent de door hem beheerde opslaginstallatie: a) De actueel beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de beschikbare hoeveelheid werkgas. Deze informatie wordt dagelijks op een vast tijdstip bekendgemaakt en heeft steeds betrekking op de daarop volgende vierentwintig uur; b) De toekomstige beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de toekomstig beschikbare hoeveelheid werkgas. Daarbij wordt een onderverdeling gemaakt naar beschikbare jaarcontracten, maandcontracten als bedoeld in artikel 3 van deze richtlijnen en ­ eventueel ­ contracten tot het leveren van basisdiensten met een daarvan afwijkende contractsduur. Deze informatie heeft ten minste betrekking op een periode van één jaar gerekend vanaf het etmaal na bekendmaking en wordt dagelijks geactualiseerd.

2. Aan het in het eerste lid bedoelde vereiste van transparantie wordt in ieder geval voldaan indien de informatie tenminste op de website van het desbetreffende gasopslagbedrijf wordt gepubliceerd.

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 4 - van 6




HOOFDSTUK 6
Verdeling van capaciteit en hoeveelheid werkgas

Artikel 8

1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven met betrekking tot ieder van de in artikel 6 genoemde gasopslaginstallaties voorzien in een systeem met toepassing waarvan de in die installatie beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de beschikbare hoeveelheid werkgas wordt verdeeld over afnemers van basisdiensten en opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten.
2. Het in het eerste lid bedoelde systeem voldoet ten minste aan de eisen van transparantie en non- discriminatie. Dit betekent in het bijzonder dat het systeem tegengaat dat het betreffende gasopslagbedrijf zichzelf of anderen (waaronder zijn moeder, dochter- of groepsondernemingen, alsmede derden met wie hij ten tijde van de publicatie van deze richtlijnen reeds overeenkomsten had gesloten met betrekking tot de betreffende gasopslaginstallatie) bevoordeelt bij de verdeling van de beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de beschikbare hoeveelheid werkgas.
3. Het in het eerste lid genoemde systeem verzekert dat een afnemer van basisdiensten geen aandeel van overwegende invloed verkrijgt op de primaire markt voor gasopslagdiensten. Hiertoe voorziet dit systeem er bijvoorbeeld in dat per overeenkomst tot het leveren van basisdiensten een maximum wordt verbonden aan de contracteerbare injectie- of productiecapaciteit, dan wel aan de contracteerbare hoeveelheid werkgas. De wijze waarop het systeem hierin voorziet is onderwerp van het overleg op grond van artikel 12, derde lid Gaswet.

HOOFDSTUK 7
Tarieven

Artikel 9

1. De indicatieve tarieven met betrekking tot basisdiensten weerspiegelen de aan iedere afzonderlijke dienst toe te rekenen onderliggende economische kosten.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid van dit artikel neemt het gasopslagbedrijf bij het onderhandelen over de prijzen van basisdiensten in alle gevallen de beginselen van transparantie en non-discriminatie in acht en draagt hij er zorg voor dat de prijzen van basisdiensten marktconform zijn.
3. Aan het bepaalde in het tweede lid wordt in ieder geval voldaan, indien de prijzen van basisdiensten op een veiling tot stand komen.

4. Indien het systeem als bedoeld in artikel 8, eerste lid van deze richtlijnen voorziet in de veiling van beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede het beschikbare werkgas, dan mogen daarin minimum- of reserveprijzen worden gehanteerd, die op basis van het eerste lid zijn vastgesteld.

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 5 - van 6




HOOFDSTUK 8
Slotbepalingen

Artikel 10

1. Deze richtlijnen worden aangehaald als: Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002.
2. De tijdelijke Richtlijnen voor het jaar 2001 Gaswet, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 165 van 2000, worden ingetrokken.

3. De tekst van de Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002 wordt in de Staatscourant geplaatst.
4. De Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002 treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002, 30 juli 2001 pag - 6 - van 6