Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Nina Brink: van elke blaam gezuiverd
face=Arial size=2>

Groenekan, 31 juli 2001 - In een eerste reactie op de uitspraak van het Openbaar Ministerie, dat ten aanzien van haar niets is gebleken van strafbare gedragingen, wil mevrouw Brink onderstrepen dat hiermee een punt is gezet achter de verdachtmakingen aan haar adres. Deze verdachtmakingen zijn haar meer dan een jaar in verscheidene media ten deel gevallen.

In een commentaar zegt mevrouw Brink: "Ik ben erg
geschrokken van het gemak waarmee men mij sinds de beursgang van World Online heeft veroordeeld. Toch heb ik er herhaaldelijk op gewezen dat deze aantijgingen niet op feiten waren gebaseerd."

De beslissing van de Officier van Justitie is het gevolg van een aangifte van een advocatenkantoor tegen World Online, ABN-AMRO-bank, Goldman Sachs en mevrouw Brink. Deze aangifte is vorig jaar in behandeling genomen en vervolgens is een onderzoek gestart naar mogelijke (prospectus)misleiding en eventueel gebruik van voorwetenschap. Dit omvangrijke onderzoek heeft het Openbaar Ministerie tot de conclusie gebracht dat niets is gebleken van strafbare gedragingen van mevrouw N. Brink. De bevindingen van het onderzoek, dat onder leiding van de Officier van Justitie door deskundigen van de Economische Controledienst is uitgevoerd, bevestigen de uitkomst van eerdere onderzoeken.

In hun rapport van 1 april 2000, vlak na de beursgang van World Online, concludeerden de forensisch accountants van Ernst & Young en PriceWaterhouseCoopers na een gezamenlijk onderzoek reeds dat de aandelentransactie van mevrouw Brink in 1999 volledig correct en geheel transparant was.

Mevrouw Brink heeft tijdens de beursgang niet verkocht en er hebben ook geen andere transacties plaatsgevonden dan die in 1999, ruimschoots vóór de beursgang van maart 2000.

De Stichting Toezicht Effectenverkeer heeft een eigen onderzoek ingesteld en heeft in april 2001 vastgesteld en laten weten, dat er op grond van de Wet Toezicht Effectenverkeer (WTE) geen aanleiding is tot stappen jegens mevrouw Brink.

Het bovenstaande impliceert dat mevrouw Brink zich niet schuldig heeft gemaakt aan (prospectus)misleiding, gebruik van voorwetenschap, schending van enige lock-up, of enige andere bepaling van de effectenwetgeving.

Voorafgaand aan de beslissing van de Officier van Justitie heeft de AEX/Euronext in juni 2001 ook bevestigd dat mevrouw Brink geen beursregels heeft geschonden. In dat kader verdient opmerking dat de AEX destijds ook de transacties van Kalexer, waaronder met Baystar, heeft beoordeeld en goedgekeurd.

Voor World Online was de beursgang technisch positief, maar voor sommige particuliere beleggers een teleurstellende ervaring. Dit als gevolg van de algemene ontwikkelingen in het wereldwijde beursklimaat. Mevrouw Brink betreurt het zeer dat zij kennelijk als schuldige moest worden aangemerkt. Dat blijkt nu niet terecht te zijn. Het zou, met name ook de media, tot nadenken moeten stemmen. "Ik ben benieuwd hoe zij met dit nieuwe gegeven - in openheid en oprechtheid - zullen omgaan. De ervaring van dit alles wat eenieder
- ook mijzelf - is overkomen moet een waardevolle les zijn" aldus mevrouw Brink.