Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Publicist in nieuw boek:

Nieuwsblad van het Noorden
ontkent met leugens collaboratie

RAMAT-GAN - 'Het Schandaal, de "aanpassing" van het Nieuwsblad van het Noorden' (zie www.njg1.com). Zo heet het nieuwe boek van Johan van Gelder uit Ramat-Gan. In ruim 350 pagina's geeft hij een beschrijving van de dubieuze rol van het grootste dagblad van Noord-Nederland gedurende de Tweede Wereldorlog. De krant stond model voor de rol van de Nederlandse pers tijdens de Wereldbrand.

Uitgangspunt van Van Gelder was gewaar te worden wat het Nieuwsblad van het Noorden aan informatie heeft verstrekt en hoe het met name het joodse bevolkingsdeel bejegende. Het resultaat was schrikbarend. Het Nieuwsblad van het Noorden bleek een wezenlijke rol te hebben gespeeld in het aanwakkeren van jodenhaat. De directie en de redactie waren de Duitsers gunstig gezind en op alle mogelijke manieren werd de Duitse ideologie dan ook aan de circa zestigduizend abonnees overgedragen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Volkskrant liepen de abonnees van het Nieuwsblad van het Noorden niet massaal weg.

Leugens

Na de Tweede Wereldoorlog hebben de uitgevers van het Nieuwsblad van het Noorden, de gebroeders Hazewinkels alsmede de redactie, volgens een auteur met allerlei leugens hun collaboratie ontkend. Ze stelden 'bovengronds verzet' te hebben gepleegd. Een stokpaardje daarbij was, dat ze geweigerd hebben op voorstel van de Duitse bezetters een NSB-hoofdredacteur in dienst te nemen. Wel waren ze echter eerder bereid geweest NSB-redacteur Spaans aan te stellen, die een belangrijke positie bij de redactiie innam en de vrijheid had omstreden hoofdartikelen te schrijven. Ook werden anti-joodse artikelen geplaatst van de Haagse correspondent Knijff, die op eigen voorkeur in dienst was genomen.

Tijdens de perszuivering in Nederland zijn de Hazewinkels en de redactieleden volgens Van Gelder op dubieuze gronden gerehabiliteerd. Tot ergenis van verzetsbladen zoals Trouw en Het Parool, meende de Raad van Beroep voor de Perszuivering onder meer dat het Nieuwsblad een 'gunstige indruk' had gemaakt en het zaak was van de leiding, dat de krant leesbaar was gebleven.

Vernederd

Van Gelder stelt verder, dat zowel de Nederlandse overheid als het Nieuwsblad van het Noorden geen morele verantwoordelijkheid hebben willen dragen voor de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog jegens het joodse bevolkingsdeel, dat ondanks zijn Nederlandse nationaliteit categorisch werd vernederd.

Verantwoordelijkheid

Wat betreft de Nederlandse rijksoverheid leidt Van Gelder dat af uit de uitspraken van minister-president W. Kok, die verklaarde dat Nederland niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog, omdat het land bezet was. Hij wilde niet verder gaan dan het aanbieden van een excuus voor de kille, bureaucratische en formalistische houding' van de Nederlandse overheid tegenover de joden na de Tweede Wereldoorlog, zonder daarbij verkeerde bedoelingen te willen veronderstellen bij de autoriteiten. Het excuus ging gepaard met een terugbetaling van 350 miljoen gulden voor geroofde joodse bezittingen. Ook het Nederlandse bank- en verzekeringswezen tastte in de buidel.

Spekken

Twee onderzoekers concludeerden later onafhankelijk van elkaar, dat de Nederlandse overheid wel degelijk profijt heeft getrokken van de holocaust en dat het slechts een doel voor ogen had: het spekken van de schatkist en het heffen van zoveel mogelijk belastingen op de erfenissen van vermoorde joden. Geschat wordt, dat dit het rijk alleen al vijfendertig miljoen gulden extra heeft opgeleverd. Ook werd de conclusie van een onderzoekscommisie als zou de overheid geen geld hebben verdiend aan de holocaust de grond ingeboord.

Minister van Financien, drs. G. Zalm, deelde de visie van premier Kok. In een brief aan professor Landsberg in Haifa schreef hij dat 'met betrekking tot de schuldvraag ten aanzien van het lot van de Nederlandse joden tijdens de holocaust de Nederlandse regering de vaste overtuiging is toegedaan, dat het haar plicht ten aanzien van de joodse burgers niet heeft verzaakt.'

Volgens Van Gelder doen de bewindslieden de geschiedenis daarmee geen recht aan, omdat in de kolommen van het Nieuwsblad van het Noorden een groot aantal namen voorkomt van Nederlandse autoriteiten, die destijds met de Duitsers heeft samengewerkt, terwijl ook het ambtelijke apparaat als handlanger van de Duitsers optrad.

Geschiedvervalsing

Geponeerd wordt, dat de opmerkingen van de twee bewindslieden hard aankwamen bij de Nederlandse joden in Israel, die onder de Duits/Nederlandse terreur hebben geleden. De premier pleegde geschiedvervalsing, zo werd in Israel vastgesteld, terwijl ook de vermeende goede bedoelingen, die de premier had toegeschreven aan de Nederlandse autoriteiten na de oorlog niet werden gedeeld door voormalige slachtoffers.

In een 'Open Brief' aan het Nederlands parlement werd geschreven, dat tijdens de Duitse bezetting Nederlandse overheidsambtenaren een belangrijke rol hadden gespeeld in het helpen isoleren, beroven, arresteren, en deporteren van de joden, zoals dat bijvoorbeeld ook in Groningen het geval is geweest. De Nederlandse staat had volgens de briefschrijvers ten onrechte meer dan vijftig jaar hiervoor morele medeverantwoordelijkheid ontkend en die erkenning diende alsnog te geschieden.

Fusiestrijd

Of het Nieuwsblad van het Noorden als krantentitel zijn oorlogsgeschiedenis verder met zich mee zal dragen, is de vraag. Het dagblad is als gevolg van tegenvallende winstresultaten en een dalende oplage op het ogenblik met de Drentse Courant en het Groninger Dagblad in een fusiestrijd verwikkeld en het is de vraag of de koptitel voor de nieuw te vormen ochtendkrant blijft gehandhaafd. In december dit jaar wordt daarover een beslissing genomen.

EINDE PERSBERICHT