ip/01/1075
Brussel, 25 juli 2001
Commissie onderzoekt herstructurering en privatisering van gemengde
scheepswerf KSG in Nederland
De Europese Commissie heeft besloten een formele staatssteunprocedure
in te leiden ten aanzien van door de Nederlandse autoriteiten genomen
maatregelen voor de herstructurering van Koninklijke Schelde Groep
(KSG) en vervolgens de verkoop van deze onderneming aan Damen
Shipyards Group (Damen) voor een symbolisch bedrag van 1 NLG. Deze
maatregelen betreffen een kapitaalinjectie van 47,7 miljoen EUR en een
renteloze lening van 20,4 miljoen EUR voor investeringen in een nieuwe
locatie voor de militaire activiteiten van de werf. Het is niet
duidelijk in welke mate de steun onder de toepassing van de
Verdragsartikelen betreffende maatregelen met het oog op de
bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van een
lidstaat vallen. De Commissie betwijfelt of de maatregelen ten gunste
van de scheepswerf gerechtvaardigd kunnen worden in het kader van de
communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun
aan ondernemingen in moeilijkheden en de scheepsbouwverordening. De
Commissie zal ook onderzoeken of de door Damen betaalde prijs
elementen van staatssteun bevat. De Nederlandse autoriteiten houden
staande dat de maatregelen een goedkopere oplossing bieden dan het
faillissement van KSG. Desondanks sluit de Commissie niet uit dat er
sprake is van staatssteun.
KSG heeft als kernactiviteit de exploitatie van een gemengde
militaire/civiele scheepswerf, maar zij is ook actief op het gebied
van de scheepsreparatie, de productie van tandwielen, machines en
gespecialiseerde werktuigen en maritieme dienstverlening. De
onderneming was tot de verkoop ervan aan Damen in 2000 in handen van
de overheid. In 1999 beliep de omzet 226,7 miljoen EUR en telde de
onderneming ongeveer 1.300 werknemers. De huidige activiteiten van KSG
bestaan voor het grootste deel in werkzaamheden voor de Nederlandse
marine. Damen is een grote scheepswerf in Nederland. Zij bouwt
verschillende soorten schepen en is actief op het gebied van de
scheepsreparatie en daarmee verbonden diensten. In 1999 bedroeg de
omzet van Damen 533 miljoen EUR en had zij ongeveer 5.500 werknemers.
De voorbije jaren heeft KSG herhaaldelijk moeilijkheden gekend, zowel op het gebied van haar scheepsbouwactiviteiten als haar andere activiteiten. In 1998 verleenden de Nederlandse autoriteiten, om de bouw van de militaire fregatten zeker te stellen, achtergestelde leningen ten belope van 15,9 miljoen EUR en een extra vooruitbetaling op de fregatten van 6,8 miljoen EUR. In februari 2000 bereikten de Staat en Damen overeenstemming over de fundamentele beginselen van de overname, die in juli 2000 werd bevestigd. KSG werd voor 1 NLG aan Damen verkocht, nadat de volgende maatregelen waren genomen:
De in 1998 verstrekte achtergestelde lening van 15,9 miljoen EUR werd
omgezet in nieuw kapitaal.
Een nieuwe kapitaalinjectie van 31,8 miljoen EUR.
Een renteloze lening van 20,4 miljoen EUR voor investeringen in een nieuwe locatie voor de marinescheepswerf. De huidige locatie is te klein voor de efficiënte bouw van de marinevaartuigen.
De Nederlandse autoriteiten voerden aan dat de maatregelen in het
toepassingsgebied van artikel 296 van het EG-Verdrag betreffende
maatregelen met het oog op de bescherming van de wezenlijke belangen
van de veiligheid vallen. Op grond van de beschikbare informatie kan
de Commissie evenwel niet vaststellen of, en in hoeverre, dit het
geval is.
De Nederlandse autoriteiten argumenteerden tevens dat de maatregelen
geen staatssteun vormen, aangezien het alternatief, met name het
faillissement van KSG, aanzienlijk hogere kosten met zich zou brengen,
omdat de bouw van vier militaire fregatten voor de marine gaande is.
Een particuliere onderneming in een soortgelijke situatie zou
soortgelijke maatregelen genomen hebben om haar verliezen te beperken.
Bij deze vergelijking met het gedrag van een particuliere onderneming
werd echter misschien geen rekening gehouden met alle aspecten van de
zaak en daarom kan de Commissie niet uitsluiten dat er sprake is van
staatssteun.
De maatregelen van de Nederlandse autoriteiten zijn bedoeld om KSG van
het faillissement te redden en om de herstructurering van de
onderneming te ondersteunen. Bijgevolg dient de Commissie de
maatregelen te toetsen aan de communautaire kaderregeling voor
reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in
moeilijkheden, en - ten dele - aan de verordening van de Raad
betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw. De Commissie
betwijfelt of de maatregelen voldoen aan de vereisten uit voornoemde
regelgeving.
Wat de privatisering van en de mogelijke steun aan Damen betreft,
beweren de Nederlandse autoriteiten dat alle geïnteresseerde
ondernemingen op de hoogte waren van de verkoop en de kans hebben
gehad om informatie te vragen en hun belangstelling kenbaar te maken.
De Commissie merkt evenwel op dat er geen open oproep tot het laten
blijken van belangstelling kwam waardoor alle concurrenten op voet van
gelijkheid konden optreden, over dezelfde informatie beschikten en op
hetzelfde moment toegang hadden tot een transparante procedure. Daarom
kan de Commissie niet uitsluiten dat de door Damen betaalde prijs voor
KSG eveneens elementen van staatssteun bevat.