Gezondheidsraad

PERSBERICHT



Contactlenzen vergen deskundigheid

De huidige ruime verkrijgbaarheid van contactlenzen, onder meer via internet, groothandel en drogisterij, kan bepaalde gezondheidsrisico's in de hand werken. Het is wenselijk om het aanmeten van deze hulpmiddelen en de nazorg voor te behouden aan optometristen en oogartsen. De soms optredende ernstige complicaties moeten centraal worden geregistreerd. Het gebruik van 'permanent wear' lenzen is af te raden, tenzij er een medische indicatie is. Dit schrijft de Gezondheidsraad in een vandaag verschenen advies aan de Minister van VWS.

Het dragen van contactlenzen brengt risico's voor de gezondheid van de ogen met zich mee, uiteenlopend van oogirritatie tot verlies van gezichtsvermogen door blijvende beschadiging van het hoornvlies. Die beschadiging kan optreden als gevolg van een infectie (microbiële keratitis). Jaarlijks komt dat voor bij elf op de honderdduizend dragers van harde lenzen. Voor zachte lenzen is die kans het drievoudige hiervan, terwijl deze voor de permanent wear lenzen (die ook tijdens de slaap worden gedragen) zelfs twee op de duizend is. Laatstgenoemd cijfer brengt de Gezondheidsraad tot de uitspraak dat het gebruik van permanent wear lenzen uitsluitend op medische indicatie moet plaatsvinden.

Nederland telt ongeveer anderhalf miljoen dragers van contactlenzen. Deze hulpmiddelen zijn tegenwoordig behalve bij de contactlensspecialist ook verkrijgbaar via internet, groothandel en drogisterij. Er zijn onvoldoende gegevens bekend om te kunnen beoordelen of door de ruime verkrijgbaarheid de gezondheidsrisico's toenemen. De Gezondheidsraad acht alertheid geboden, maar ziet (nog) geen heil in het aan banden leggen van de verkoop van contactlenzen. De Raad is voorstander van een wettelijke aanwijzing van de beroepsbeoefenaren aan wie het aanmeten en de nazorg voorbehouden moet zijn. Volgens het advies komen uitsluitend optometristen en oogartsen hiervoor in aanmerking. Voor ernstige complicaties moet er volgens de Raad een centrale registratie komen.

Nadere inlichtingen verstrekt dr PA Bolhuis, tel. (070) 340 77 17, e-mail pa.bolhuis@gr.nl.

Datum: 25 juli 2001