Persberichten / Dossier BSE
BSE-geval in Eerbeek
24 juli 2001 - Vandaag is bij een zevenjarige koe op een bedrijf in
Eerbeek (Gld.) Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd.
Deze besmetting is het negentiende geval in Nederland sinds 1997 en
het elfde geval in 2001.
De koe, geboren op 22 maart 1994, is op 17 juli aangeboden voor de
slacht. De daarop gedane snelle BSE-test bleek op 18 juli positief. De
melkveehouderij, waarvan de koe afkomstig is, is op 18 juli verdacht
verklaard en klinisch geïnspecteerd. Bij geen van de andere 105
runderen op het bedrijf zijn symptomen van BSE aangetroffen. Vandaag
werd de uitslag van de snelle test door nader onderzoek bevestigd.
Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met
name naar het voer van de eerste levensmaanden van de zieke koe.
Daarnaast worden alle dieren met een
verhoogd BSE-risico die inmiddels op andere bedrijven verblijven,
getraceerd en geruimd.
Sinds 1 juli 2001 bestaat op grond van een EU-verordening
(999/2001/EG) de mogelijkheid om in geval van BSE niet het hele
bedrijf waarvan het BSE dier afkomstig was te ruimen, maar het ruimen
te beperken tot dieren met een verhoogd risico op BSE. Tot deze groep
dieren behoren de nakomelingen van het BSE-rund die jonger zijn dan 2
jaar, het voedercohort en het geboortecohort van het BSE-rund. De
veehouder heeft de mogelijkheid om te beslissen om wél de overige
runderen op zijn bedrijf te laten ruimen, als hij van mening is dat
gedeeltelijke ruiming tot een onaanvaardbare beperking van zijn
bedrijfsvoering zou leiden. De veehouder zal dan op de gebruikelijke
manier schadeloos worden gesteld. Voor dit laatste heeft de veehouder
in Eerbeek gekozen.
Het eerste BSE-geval in Nederland dateert van 21 maart 1997 (Wilp),
het achttiende geval van 14 juni 2001 (Barneveld).
Zowel de Europese Commissie als de overige lidstaten zullen over dit
BSE-geval worden geïnformeerd.
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij