Vaststelling eurotarieven parkeerautomaten
(24-7) Het College van B. en W. heeft de eurotarieven voor parkeren
bij parkeerautomaten op straat vastgesteld. De kleinste betaaleenheid
moet volgens het College ¤ 0,5 (ongeveer fl. 1,10) in plaats van
fl. 1,- worden. Omdat de invoering van de Euro niet mag leiden tot een
prijsverhoging, wordt het aantal minuten parkeertijd dat de consument
voor een betaaleenheid krijgt naar boven afgerond.
Sinds de invoering van de harmonisatie van het parkeerbeleid (augustus
1999) hangen de parkeertarieven in Rotterdam af van de parkeerdruk
(vraag naar parkeerruimte). Deze tarieven variëren dan ook per straat,
dag en dagdeel. Hoe groter de vraag, hoe hoger het tarief (variërend
van fl. 0 tot nu nog fl. 5,-).
De keuze in 1999 om de gulden als kleinste betaaleenheid te nemen, had
te maken met de vele storingen door teruggave van klein geld bij
automaten. Dat zal zich bij de invoering van de EURO ook voordoen,
tenzij de raad het voorstel van het College van vorig jaar overneemt
om, in verband met het grote aantal vernielde parkeerautomaten, vanaf
januari 2002 uitsluitend elektronisch betalen op straat toe te staan.
Dan dient echter bij het parkeren de betaalkaart te worden
afgewaardeerd met een veelvoud van een aftikbedrag. Is dit aftikbedrag
te klein (bijv. ¤ 0,25), dan zou dit voor de klant een groot
aantal handelingen betekenen.
De commissie VVSR is op 11 juli met dit voorstel akkoord gegaan. De
gemeenteraad zal over de eurotarieven bij de behandeling van de
parkeertarieven juli 2001 een besluit nemen.