23/07/01
Resultaten van het internationaal treinverkeer
Het eerste semester van 2001 zit er op en de resultaten voor het
internationale reizigersverkeer zijn nu bekend. De voornaamste
krachtlijnen voor zowel het hogesnelheidsverkeer als de klassieke
treinen naar het buitenland worden hieronder weergegeven.
THALYS
In het eerste semester van 2001 heeft het verkeer met Thalystreinen
het zeer goed gedaan. Tijdens deze periode werden er 2.886.000 reizen
verkocht: dat is 6,2 % meer dan in de eerste zes maanden van 2000.
Deze stijging is goed voor een omzet van 145,22 miljoen Euro (of 5,86
miljard BEF), of 14,1 % meer dan in dezelfde periode van 2000.
De NMBS verkocht 1.017.000 reizen of een aandeel van 35,4 % in het totaal aantal biljetten. De door de NMBS gerealiseerde omzet bedroeg 46,06 miljoen Euro (1,858 miljard BEF) of 32 % van de totale omzet.
Het Thalysverkeer op de verbinding Brussel - Paris-Nord vertegenwoordigt ongeveer 50 % van het totaal aantal reizen. De gemiddelde bezettingsgraad van de maand juni bedroeg er 71 % (65% in comfort 1 & 73 % in comfort 2). Voor de hele zone Parijs, inclusief Roissy-CDG en Marne la Vallée, was dit reizigersaandeel ongeveer 58 %.
De Thalys van en naar Marne-la-Vallée vervoerde in het eerste semester 111.554 reizigers: dat is een stijging met 7,5 %. Voor de verbinding met Roissy-CDG waren er 95.455 reizigers of bijna een verdrievoudiging van het aantal reizigers in de periode januari - juni 2000. De stijging met 172% is vooral een gevolg van de samenwerking met Air France. De verbinding met Genève startte in juni 2000 en vervoerde in de zeven laatste maanden van vorig jaar 47.457 reizigers. Tijdens het eerste semester van 2001 waren reeds 44.852 klanten.
De Thalys naar Marseille, die tijdens de zomer enkel op zaterdag
rijdt, vervoerde in de maand juni 2001 1.296 reizigers met 3 heen- en
terugritten, wat een gemiddelde bezetting van 57,5 % betekent. Voor de
12 verbindingen heen- en terug in de periode tot 1 september 2001
waren er einde juni reeds 5.519 reserveringen. Dit komt neer op 63%
van de totaal aangeboden capaciteit voor de volledige periode. Tijdens
de eerste twee weekends van juli vervoerde de Thalys naar het zuiden
van Frankrijk zelfs 1.201 reizigers, wat goed is voor een gemiddelde
bezettingsgraad van 82 %.
EUROSTAR
Voor de verplaatsingen tussen Groot-Brittannië en het vasteland is er
een dalende trend merkbaar. Na een goed eerste trimester is de
verzwakking vooral gekomen tijdens het tweede trimester. Een aantal
redenen hiervoor zijn de mond- en klauwzeerproblematiek, het dure £ en
de hoge prijzen in Londen, en ook de geboden reisalternatieven naar
zonniger oorden (Ryanair, TGV Méd., ... ). Met de beperking van het
aantal ritten tussen Brussel en Londen tot 9 in plaats van 10, is het
aanbod bovendien zowel kwalitatief als kwantitatief verminderd. De
mindere resultaten op deze verkeersas zijn hier onder meer aan toe te
schrijven.
Voor het eerste semester van 2001 waren de resultaten van Eurostar
Group goed. In deze periode werden er 4,1 miljoen reizen verkocht: een
stijging met 3%. De overeenstemmende omzet bedroeg 378,9 miljoen Euro
(15,3 miljard BEF), wat een stijging met ongeveer 4% betekent in
vergelijking met 2000.
De NMBS verkocht 269.000 reizen wat neerkomt op een aandeel van 6,6%
in het totaal aantal verkochte biljetten. Dit betekent een daling met
6% in vergelijking met dezelfde periode in 2000. De NMBS realiseerde
in de periode januari-juni 2001 een omzet van 18,8 miljoen Euro (758,4
miljoen BEF), wat een daling is van ongeveer 5% in vergelijking met
2000. Deze omzet vertegenwoordigt 5% van de globale omzet.
De verbinding Brussel-Londen (inclusief het verkeer tussen Brussel en Rijsel) vervoerde 830.000 reizigers (+ 0,2 %). Deze relatie vertegenwoordigt hiermee ongeveer 20,3% van het totale Eurostar-verkeer. Het Eurostarverkeer tussen Brussel en Rijsel steeg in het eerste semester met 15,8 % tot 117.358 reizen.
Tijdens de eerste vijf maanden van 2001 bereikte Eurostar op de relatie Brussel-Londen een marktaandeel van 46,8 % (spoor + vliegtuig). Ondanks de verzwakkende markt hield Eurostar zich dus goed staande. Belangrijk hierbij zijn de businessreizigers, waarvoor het Eurostar Corporate Program werd opgezet. In 2001 sloot de NMBS hier 74 contracten voor af, waardoor het totaal steeg tot 264. Dit leidde tot een stijging met 43 % van het aantal ECP-reizigers in 1ste klas en met 51 % in 2de klas. De globale stijging bedroeg 45 %.
De bezetting op de verbinding Brussel-Londen bedroeg 21,6 % in 1ste klas en 33,6 % in 2de klas. De globale bezetting beliep 30,4 %.
TGV BRUSSEL - FRANKRIJK
Het in dienst nemen van de hsl ten zuiden van Valence op 10 juni 2001
heeft het hst-aanbod richting Middellandse Zee gewijzigd. Het
basisaanbod is weliswaar hetzelfde gebleven, met de eindbestemmingen
Nice, Marseille (twee treinen per dag), Perpignan en Bordeaux, maar
het aantal bediende stations en de bedieningsfrequentie van deze
stations is veranderd.
Tijdens de eerste vijf maanden van 2001 daalde het aantal reizen per
TGV Brussel - Frankrijk met 9% tot 186.861. Dit is wellicht toe te
schrijven aan het verminderd TGV-aanbod naar Grenoble en aan een
verschuiving van de klanten naar Thalys voor de bestemming Roissy-CDG.
HST-VERBINDING BRUSSEL - RIJSEL
Het aantal reizen op het traject Brussel - Rijsel, dat kan afgelegd
worden met de TGV Brussel - Frankrijk of met de Eurostar, steeg met
2,9% ten opzichte van het eerste semester van verleden jaar tot
187.698 reizen.
NACHTTREINEN EN AUTOTREINEN
Sinds 28 mei 2000 is de autotreinactiviteit geconcentreerd in de
stations Denderleeuw (vroeger Schaarbeek) en Bressoux. Het aantal
vervoerde auto's op deze treinen steeg met 13,2% (5647 wagens tijdens
het eerste semester van 2001 tegenover 4987 auto's in 2000).
© 2001 NMBS