De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVM. 2001/2280
datum
20-07-2001
onderwerp
Voortgang I&R
TRC 2001/7343 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In vervolg op de laatste voortgangsrapportage van 30 juni 2000 (kenmerk VVM. 2000/1642) informeer ik u hierbij over de voortgang van het verbeteringstraject Identificatie & Registratie van runderen (I&R Rund). In mijn laatste voortgangsrapportage heb ik u bericht dat een onafhankelijk I&R-bureau zou worden opgericht en dat wordt gewerkt aan de nieuwbouw van het I&R-systeem. In deze brief zal ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot I&R van dieren in het algemeen en I&R Rund in het bijzonder. Om de ontwikkelingen goed te kunnen plaatsen, zal ik eerst een overzicht geven van de gebeurtenissen die tot deze ontwikkelingen hebben geleid. Vervolgens zal ik u informeren over de voornemens met betrekking tot de toekomst van I&R van dieren.
up
datum
20-07-2001
kenmerk
VVM. 2001/2280
bijlage
I Terugblik
Audit I&R Rund
Een sluitende Identificatie en Registratie van runderen (I&R Rund) is
een onmisbare pijler onder de gezondheidsbewaking van de Nederlandse
rundveestapel. Een adequaat identificatie- en registratiesysteem zou
ervoor moeten zorgen dat elk rund gedurende zijn hele leven
traceerbaar is.
Uit een door Price Waterhouse Cooperse (PWC) uitgevoerde audit is een
aantal knelpunten naar voren gekomen, zoals aangegeven door de
staatssecretaris van LNV bij brief d.d. 28 april 1999, (Kamerstukken
II, 1998-199, 26200-XIV, nr. 54).
In het rapport van PWC wordt een aantal technische aanbevelingen en
een aantal aanbevelingen voor de bestuurlijke organisatie gedaan,
zowel voor de korte als de lange termijn.
De belangrijkste aanbevelingen van PWC hebben betrekking op de
verantwoordelijkheidsverdeling tussen LNV en het Productschap voor Vee
en Vlees en de ontvlechting van publieke en private taken. Als
technische maatregel voor de lange termijn is onder meer aanbevolen om
te starten met een verbeterprogramma voor het I&R Rund-systeem en
aanpassing van de regelgeving daaromtrent.
In de eerdergenoemde brief van 28 april 1999 is de Kamer ook
geïnformeerd over de aanbevelingen en de naar aanleiding daarvan te
nemen maatregelen.
Protocol LNV - PVV
Ter uitvoering van de aanbevelingen uit de audit is, in overleg met de
sector, gewerkt aan een duidelijke verdeling van de
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van LNV en het
Productschap voor Vee en Vlees (PVV). Alle afspraken daaromtrent zijn
vastgelegd in een protocol tussen LNV en PVV, getekend op 28 september
1999.
Ontvlechting
Tegelijkertijd is door PWC een onderzoek verricht naar mogelijke
opties voor het instellen van een onafhankelijk identificatie- en
registratiebureau.
De resultaten van het onderzoek, die op 17 december 1999 zijn
gepubliceerd, hebben geleid tot de oprichting van een onafhankelijk
I&R-bureau runderen en daarmee tot een stap in de richting van de
ontvlechting van publieke en private taken. Het I&R-bureau runderen is
ondergebracht bij de Stichting I&R-bureau runderen en wordt
aangestuurd door het PVV. Doel van de op 28 november 2000 opgerichte
stichting, is een adequate en betrouwbare uitvoering van taken met
betrekking tot de Identificatie en Registratie van Runderen volgens de
geldende Europese en nationale regelgeving, zoals opgedragen door het
PVV.
De ontvlechting heeft niet alleen betrekking op de afbakening van
taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, inclusief
informatiestromen tussen het I&R-bureau en derden (waaronder de GD en
de veeverbeteringsorganisaties), maar ook op de ontvlechting van
systemen, de database met I&R-data, gezondheidsstatussen en
zelf-controlestatussen).
In verband met de overdracht van de bedrijfsactiviteiten met
betrekking tot I&R-runderen zijn tussen het PVV, de Gezondheidsdienst
voor Dieren (GD) en de stuurgroep I&R afspraken gemaakt, die zijn
neergelegd in een Intentieverklaring.
Over de oprichting van het I&R-bureau runderen heb ik u geïnformeerd
in de voortgangsrapportage van 30 juni 2000.
Nieuwbouw
In navolging van de eerder uitgevoerde audit, zijn voor de lange
termijn in het rapport met name aanbevelingen gedaan met betrekking
tot de nieuwbouw van het I&R-automatiseringssysteem.
Over de stand van zaken met betrekking tot de nieuwbouw van het
I&R-systeem is de Kamer eveneens geïnformeerd bij, reeds genoemde,
brief d.d. 30 juni 2000.
Daarin heb ik de Kamer medegedeeld dat het traject naar de nieuwbouw
van het I&R-systeem zal worden verdeeld in een drietal fases, te
weten: fase van de informatieanalyse, ontwerpfase en
implementatiefase. Ter voorbereiding daarvan is een projectdefinitie
opgesteld, waarin is aangegeven hoe het te ontwikkelen I&R-rundsysteem
kan worden gerealiseerd. Naar aanleiding daarvan opgekomen vragen
hebben geleid tot een aanvulling op de projectdefinitie die in
februari 2001 is opgeleverd.
II Huidige stand van zaken
Beëindiging medebewind PVV
In verband met het belang voor de volksgezondheid en de bestrijding
van dierziekten en mijn verantwoordelijkheid voor een adequaat
functionerend I&R-systeem, heb ik besloten, op basis van verschillende
onderzoeksresultaten, het medebewind inzake I&R van alle diersectoren
van het PVV te beëindigen uiterlijk per 1 januari 2002.
De recente ontwikkelingen op het gebied van BSE en MKZ onderstrepen
eens te meer het belang van een adequaat functionerend I&R-stelsel.
Deze ontwikkelingen hebben mij gesterkt in mijn overtuiging dat de
verantwoordelijkheid voor een goed functionerend I&R-stelsel bij de
centrale overheid dient te worden ondergebracht.
Het beëindigen van het medebewind inzake I&R past bovendien binnen
mijn ICT-beleid dat ik langs twee lijnen wil aanpakken:
1. Het vernieuwen van communicatie met burgers, bedrijven en
maatschappelijke organisaties met behulp van toepassing van ICT,
met als belangrijkste speerpunt de inrichting van het LNV-loket;
2. Het verbeteren van het beleids- en uitvoeringsproces door het
versterken van de informatiepositie en het gegevensgebruik van het
departement, met als belangrijkste speerpunt het inrichten en
koppelen van basisregistraties, waaronder de basisregistratie voor
dieren (I&R-systemen).
Ter formalisering van de beëindiging van het medebewind zullen de
verordeningen van het PVV omgezet worden in ministeriële regelingen op
grond van het Besluit identificatie en registratie van dieren.
Laatstbedoelde algemene maatregel van bestuur is gebaseerd op de
Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren.
Voor de goede orde zij opgemerkt dat het PVV voor de uitvoeringstaken
I&R tot de feitelijke overgang van de I&R-taken haar eigen
verantwoordelijkheid behoudt.
Een zogenaamde taskforce zal de overgang in goed overleg met alle
betrokken diensten van LNV, het PVV en het landbouwbedrijfsleven
voortvarend ter hand nemen.
Stichting I&R-bureau runderen
De beëindiging van het medebewind heeft tot gevolg dat voor de
Stichting I&R-bureau runderen, die opgericht was om een heldere
verdeling van verantwoordelijkheden te realiseren en een scheiding
tussen publieke en private taken aan te brengen, in de nieuwe situatie
geen plaats meer is. Gelet op de reeds aangegane verplichtingen van de
Stichting I&R-bureau runderen (zoals reeds gesloten arbeidscontracten
met gekwalificeerde werknemers en verplichtingen in verband met
huisvesting) en de korte termijn waarbinnen de overgang gerealiseerd
moet zijn, wil ik het I&R-bureau vooralsnog in stand laten, onder de
voorwaarde dat de eindzeggenschap bij LNV komt te liggen.
Teneinde te bewerkstelligen dat de eindzeggenschap over het I&R-bureau
bij LNV komt te liggen, zal ik passende maatregelen treffen. Ik streef
ernaar de bij het I&R-bureau ondergebracht I&R-activiteiten zo snel
mogelijk onder te brengen bij mijn departement.
III Toekomst
Nieuwbouw
Naast de overgang van I&R-taken, zal ook (verder) gewerkt worden aan
de nieuwbouw van het I&R-stelsel. Benadrukt wordt dat het hier
gehanteerde begrip nieuwbouw niet beperkt is tot realisatie van een
nieuw geautomatiseerd I&R-systeem.
Nieuwbouw is hier ruimer bedoeld en omvat tevens aanvulling en
aanpassing van regelgeving, verbetering van de opzet van het controle-
en sanctiebeleid, alsmede het verder inrichten van de bestuurlijke
omgeving. Vandaar dat hier doelbewust de term 'I&R-stelsel' wordt
gehanteerd.
Rekening houdend met het feit dat I&R betrekking heeft op diverse
diersectoren, waarvoor deels andere regels gelden, is het omwille van
de rechtszekerheid, eenvoud en overzichtelijkheid, wenselijk te
streven naar harmonisatie. Bij de voorziene nieuwbouw van een
samenhangend I&R-stelsel is de harmonisatiegedachte dan ook
inbegrepen.
Aangezien de nieuwbouw van het I&R-stelsel niet voor alle diersectoren
tegelijkertijd gerealiseerd kan worden, wordt prioriteit gegeven aan
de sector runderen en aan de sector schapen en geiten. Prioritering
van de sector runderen heeft te maken met de al lopende ontwikkelingen
in het kader van I&R-Rund op het gebied van onder meer onderzoek en
ontvlechting en de risico's die verbonden zijn aan een eventuele
BSE-uitbraak. Ook voor schapen en geiten geldt dat het risico van
uitbraak en verspreiding van uiterst besmettelijke veterinaire
ziekten, zoals MKZ, mede door middel van een waterdicht I&R-stelsel
zoveel mogelijk moet worden voorkomen.
Dat neemt overigens niet weg dat er tevens activiteiten plaatsvinden
ten behoeve van de andere diersectoren.
Positionering geautomatiseerde systemen
De vraag is bij welk organisatieonderdeel de uit het nieuwbouwtraject
voortvloeiende geautomatiseerde systemen in beheer zullen worden
gegeven. In deze is het belangrijk te bedenken dat de I&R-systemen in
feite basisregistraties voor dieren zijn, waaruit diverse
LNV-onderdelen hun gegevens moeten kunnen halen teneinde hun taken te
kunnen vervullen. In verband daarmee wordt aangesloten bij de
inrichting van de, in het kader van mijn ICT-beleid, voorziene
basisregistraties inzake relaties, percelen en dieren. De hiervoor
ingestelde Dienst Basisregistraties is dan ook het beoogde
organisatieonderdeel van LNV, waar de I&R-systemen uiteindelijk zullen
worden ondergebracht.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst