De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
GRR. 2001/790
datum
19-07-2001
onderwerp
Reactie op advies Raad voor het Landelijk Gebied 'De natuur van het
draagvlak'
TRC 2001/2651 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op 14 maart 2001 heb ik het advies 'De natuur van het draagvlak' ontvangen van de Raad voor het Landelijk Gebied. Dit advies is het antwoord op de adviesaanvraag over de politiek-maatschappelijke basis van het natuurbeleid. Aanleiding voor de adviesaanvraag was het gegeven dat de realisatie van het natuurbeleid afhankelijk is van meerdere partijen: overheid, maatschappelijke organisaties, bedrijven en individuele burgers. Dit is ook een belangrijk uitgangspunt van 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur'.
Hierbij bied ik u mijn reactie op dit advies aan.
datum
19-07-2001
kenmerk
GRR. 2001/790
bijlage
Hoofdlijnen van het advies
De Raad heeft de positie van natuur en natuurbeleid in de samenleving
en bij politiek en bestuur onderzocht. Daarnaast heeft de Raad de rol
van draagvlak onderzocht en de rol van kennis en informatie.
De Raad is van mening dat de betrokkenheid in de samenleving bij
natuur en natuurbeleid groot is. Maar dit draagvlak wordt onvoldoende
bestuurlijk en beleidsmatig benut. De Raad is van mening dat dit het
kernprobleem is. Hij signaleert dat het overheidshandelen vaak niet in
overeenstemming is met de geformuleerde ambities voor het
natuurbeleid. Dit handelen komt niet overeen met de betrokkenheid bij
en waardering voor natuur en natuurbeleid in de samenleving. Het werkt
zelfs demotiverend.
De Raad geeft een aantal oplossingsrichtingen voor dit kernprobleem:
* Bestuurlijke verinnerlijking van natuur en natuurbeleid.
* Duidelijkheid en continuïteit in beleid.
* Herkenbaarheid van beleidsdoelen; aansluiten bij 'mensenwensen'.
De Raad geeft aan dat een bestuurlijke inhaalslag nodig is, maar dat
tegelijkertijd ook burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties
aangesproken moeten en kunnen worden op hun verantwoordelijkheid voor
natuur en natuurbeleid. Dat betekent dat het bestaande draagvlak
minimaal behouden moet blijven én tot uiting moet komen in actieve
zorg voor de natuur.
Dit kan door blijvende aandacht voor voorlichting en educatie,
participatie van maatschappelijke organisaties en gerichte
informatieoverdracht.
De Raad pleit tenslotte nog voor een 'natuuroffensief', waarbij naast
de inzet van extra geld óók het natuurinclusieve denken en doen wordt
versterkt. De Raad waarschuwt er voor dat een verbetering van het
natuurbeleid niet gezocht moet worden in nieuwe regels of subsidies,
maar 'tussen de oren'.
Reactie op hoofdlijnen van advies
Ik ervaar het advies van de Raad als een bevestiging van de analyse
die is gemaakt ter voorbereiding van 'Natuur voor mensen, mensen voor
natuur' (NVMMVN). Een groot deel van de aanbevelingen van de Raad is
ook al opgenomen in deze nota. Een voorbeeld daarvan, dat aansluit bij
de aanbevelingen van de Raad op het gebied van bestuurlijke
verinnerlijking, is de landschappelijke kwaliteitsimpuls (groen-blauwe
dooradering) van het agrarisch cultuurlandschap. De provincies voeren
de regie over de implementatie van de kwaliteitsimpuls en het is
nadrukkelijk de bedoeling dat de regio zelf het initiatief neemt tot
planvorming en zelf de uitvoering ter hand neemt.
Ik ervaar het advies dan ook als een ondersteuning van het huidige
natuurbeleid. Dat laat echter onverlet dat de zoektocht naar de manier
waarop de politiek-maatschappelijke basis voor het natuurbeleid
verbreed en versterkt kan worden, doorgaat. Ik ben het namelijk eens
met de Raad dat het 'tussen de oren' krijgen van het belang van natuur
en natuurbeleid belangrijk is. En dat we nog niet zo ver zijn. Natuur-
en milieu-educatie is daarvoor een sinds jaar en dag bestaand
instrument. Dit wordt interdepartementaal, en sinds 2000 ook met
provincies, gemeentes en waterschappen, ingezet. Een instrument dat nu
ook zeer actief ingezet gaat worden is voorlichting. Verschillende
voorlichtings-projecten, onder andere over de doorwerking van
internationale richtlijnen, de realisatie van de Ecologische
Hoofdstructuur en de uitvoering van soortbeschermingsplannen, worden
in de tweede helft van dit jaar aanbesteed.
Ik hecht zeer aan de betekenis van natuur voor het welzijn van de
mens. Het pleidooi van de Raad voor de herkenbaarheid van
beleidsdoelen onderschrijf ik dan ook van harte. In 'Natuur voor
mensen, mensen voor natuur' (NVMMVN) heeft het kabinet bewust gekozen
voor verbreding van het begrip natuur; de natuur van voordeur tot
Waddenzee. Om een goed beeld te krijgen van de 'mensenwensen' is ter
voorbereiding op NVMMVN Operatie Boomhut uitgevoerd. Hierin is een
landelijke verkenning gedaan naar het gevoel, de beleving en de
grondhouding die mensen hebben ten aanzien van natuur.
Tenslotte ben ik het met de Raad eens dat duidelijkheid en continuïteit in het beleid moet worden nagestreefd. Dit is ook een belangrijk uitgangspunt in 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur': heldere afspraken maken en doelgerichte samenwerking van alle partijen bij de uitvoering van het natuurbeleid.
Een eerste stap die hierin gezet is, is de ondertekening van de
bestuursovereenkomst 'Gebiedsgerichte inrichting landelijk gebied
2001-2004' door LNV, VROM en V&W en de colleges van Gedeputeerde
Staten van de provincies. De afspraken hierin worden nog verder
uitgewerkt.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber