WLTO betwist aanwijzing droge zandgronden
Donderdag 19 juli 2001 - De WLTO ziet vooralsnog geen enkele reden
voor het besluit van minister Brinkhorst om in West-Nederland
honderden hectaren droge zandgrond aan te wijzen. Het betreft kavels
in de Noord- en Zuidhollandse duinstreek, de Wieringermeer en op
Texel. Voor deze gronden gelden vanaf 2002 extra lage Minas
verliesnormen voor nitraat.
De WLTO vindt dat de aanwijzing moet worden opgeschort. Eerst moet
duidelijk worden of uitspoeling van nitraat uit deze gronden echt een
probleem vormt voor de grondwaterkwaliteit. Dit wordt toch al
meegenomen in de evaluatie van het mestbeleid in 2002, waartoe de
Kamer heeft besloten. Bovendien is het kaartmateriaal waarop
Brinkhorst zijn aanwijzing baseert, verouderd. In heel Nederland
dreigt 310.000 hectare onder het besluit te vallen.
De gevolgen van de aanwijzing van droge zandgronden zijn voor de
betrokken boeren ingrijpend. Een extra lage verliesnorm op deze
grondenbetekent dat minder bemesting van gewassen mogelijk is. Deze
boeren lopen daardoor meer risico's op lage gewasopbrengsten.
Overschrijding van de verliesnorm betekent bovendien dat een zeer hoge
heffing wordt opgelegd die al bij een geringe overschrijding kan
oplopen tot duizenden guldens per bedrijf.
De WLTO vindt daarom dat dergelijke verliesnormen eerst goed moeten
worden onderbouwd. In de aangescherpte Meststoffenwet die ruim twee
weken geleden door de Eerste Kamer is goedgekeurd, zijn afhankelijk
van de grondsoort en het gebruik als gras- of bouwland verschillende
verliesnormen vastgesteld. Voor zandgrond geldt in 2002 een
verliesnorm van 220 kg voor grasland en 110 kg voor bouwland. Voor
droge zandgronden is de norm 190 kg voor grasland en 100 kg voor
bouwland. Droge zandgronden zijn zandgronden met een zogeheten
grondwatertrap van 6, 7 of 8.
Gegevens,
De WLTO wijst erop dat LNV geen goede onderbouwing heeft gegeven van
de verliesnormen. Gegevens over de nitraatconcentratie in grondwater
op verschillende diepten en onder verschillende grondsoorten zijn
onvolledig. Het ontbreekt daarnaast aan belangrijke kennis over
omzettingsprocessen van nitraat in de grond. Evenmin is duidelijk hoe
de EU-nitraatrichtlijn moet worden toegepast voor het meten van
nitraat in grondwater. Nederland houdt tot nu toe vast aan een zeer
stricte benadering door het meten van nitraatconcentraties vlak onder
het maaiveld als uitgangspunt te nemen. De WLTO ziet de noodzaak
daarvan niet in. Aanvankelijk werd er immers van uitgegaan dat nitraat
dat uitspoelt alleen in diepe grondlagen waarin pyriet voorkomt wordt
omgezet. Pyriet is 'eindig' zodat het grondwater op den duur te hoge
nitraatconcentraties zou kunnen bevatten. Intussen lijkt het
aannemelijk dat nitraat ook wordt omgezet door uitspoeling van
organische stof in hogere grondlagen. Dit is een oneindig proces. Dat
maakt de noodzaak van zeer lage verliesnormen voor dergelijke gronden
veel minder aannemelijk. De WLTO concludeert op basis hiervan dat
strenge verliesnormen voor droge zandgronden niet nodig zijn of
tenminste beperkt kunnen worden tot alleen belangrijke
waterwingebieden. Dit laatste geldt dan als voorzorgsmaatregel.
Erkenning
Ook minister Brinkhorst heeft in februari van dit jaar in de Kamer,
bij de behandeling van de aanscherping van de Meststoffenwet, erkend
dat meer gegevens nodig zijn. Kamer en minister besloten toen daarom
de hoogte van de verliesnormen vanaf 2003 afhankelijk te laten zijn
van de evaluatie. Hiervoor zijn tal van onderzoek- en
praktijkprojecten gestart die al in de loop van volgend jaar bruikbare
gegevens moeten opleveren. Door een te late start en een moeizame
voortgang dreigt de evaluatie echter onder grote tijdsdruk te komen
staan.
Een bijkomend argument om nu geen droge zandgronden aan te wijzen is
dat het kaartmateriaal verouderd is. De kaarten zijn overgenomen van
de oude zandkaarten uit 1991. Daaroverheen zijn de kaarten van de
grondwatersituatie in ons land gelegd. Deze kaarten zijn gebaseerd op
gegevens van 20 tot 30 jaar geleden. Het ministerie van LNV meldt dat
In de loop van 2003 nieuwe kaarten worden vastgesteld op basis van
geactualiseerde gegevens.
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: westweek@wlto.nl
(Auteur: Redactie Westweek)