Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=418378



Antwoord
Antwoord

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa DIE/IN Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Datum 19 juli 2001 Auteur A.R. Westerink
Kenmerk DIE-383/01 Telefoon (070) 348 44 70
Blad /3 Fax (070) 348 40 86
Bijlage(n) 1 E-mail ar.westerink@minbuza.nl
Betreft Kamervragen over uitbreiding van de Europese Unie C.c.
Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 27 juni 2001, kenmerk 2000112780, waarbij gevoegd waren de door het lid Van Middelkoop (ChristenUnie), overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Middelkoop

Vraag 1.

Kent u de uitspraken van de voorzitter van de Europese Commissie, de heer Prodi, als zou de uitbreiding van de Europese Unie ook mogelijk zijn zonder de ratificatie van het Verdrag van Nice door alle lidstaten?

Antwoord



Ik ken de uitspraak van de voorzitter van de Europese Commissie dat, juridisch gezien, ratificatie van het Verdrag van Nice niet noodzakelijk is voor de uitbreiding.

Vraag 2.

Deelt u deze mening? Zo ja, op grond van welke thans vigerende verdragsbepalingen zou zulks mogelijk zijn?

Vraag 3.

Is het op grond van de Europese verdragen mogelijk dat, zonder rekening te houden met de bepalingen van het verdrag van Nice, nieuwe landen toetreden door middel van toetredingsverdragen van de Europese Unie met deze landen met clausules die voorzien in datgene waar het verdrag van Nice ter zake van de uitbreiding van de Unie bepalingen bevat?

Antwoord 2. en 3.

Het Verdrag van Amsterdam (art. 49 EU-Verdrag) biedt aan Europese staten de mogelijkheid lid te worden van de Europese Unie. Het aan het Verdrag gehechte "Protocol betreffende de instellingen in het vooruitzicht van de uitbreiding van de Europese Unie" verbindt aan de uitbreiding de voorwaarde dat enkele noodzakelijke institutionele hervormingen worden doorgevoerd. Deze zijn vervat in het Verdrag van Nice.

Er bestaan geen formele beletselen om in toetredingsverdragen zekere bepalingen betreffende de nodige institutionele hervormingen over te nemen die in het Verdrag van Nice en bijbehorende protocollen en verklaringen zijn vastgelegd. Aldus zou aan de voorwaarden, als bedoeld in genoemd Protocol, worden voldaan zonder dat het Verdrag van Nice als zodanig wordt goedgekeurd. Dit is evenwel een niet te verkiezen gang van zaken, omdat deze vergt dat met elk van de kandidaatlidstaten een identieke tekst dienaangaande wordt overeengekomen ter opname in elk van de toetredingsakten.

Vraag 4.

Meent u dat de heer Prodi met zijn uitspraken voldoende respect heeft getoond voor de uitslag van het Ierse referendum over het verdrag van Nice?

Antwoord



De heer Prodi respecteert de uitslag van het Ierse referendum over het Verdrag van Nice. Hij heeft de conclusies van de Europese Raad van Gotenburg over het belang van de ratificatie van het Verdrag van Nice onderschreven.

Vraag 5.

Erkent u dat ratificatie door alle lidstaten van het Verdrag van Nice een noodzakelijke voorwaarde, en niet uitsluitend een politieke wenselijkheid is, in het onomkeerbare proces van uitbreiding van de Europese Unie met landen uit Midden Europa?

Antwoord

Ja, het is een noodzakelijke, politieke voorwaarde.

===