FNV

Logo

Afbeelding

Fiscus soepeler voor `busje van de baas`
De nieuwe regeling waarbij werknemers een fiscale bijtelling krijgen voor het busje van de zaak wordt enigszins versoepeld, zo heeft het kabinet toegezegd.

Eerder betoogden FNV en MKB Nederland, de werkgevers in het midden- en kleinbedrijf, al dat de regeling te duur en onuitvoerbaar is. Veel werknemers vrezen een enorme administratieve rompslomp.

De problemen rondom de fiscale bijtelling hangen samen met de invoering van het nieuwe belastingstelsel. Daarin zijn de regels voor het privé-gebruik van een bestelbusje de zogeheten autos met grijs kenteken aangescherpt. Afhankelijk van het aantal gereden kilometers volgt dan een fiscale bijtelling. Die kan oplopen tot 25% van de cataloguswaarde van het busje.

Werknemers die een bestelbusje nauwelijks privé gebruiken, kunnen een bijtelling alleen voorkomen door het bijhouden van een ingewikkelde administratie. Hierin moeten alle privé en zakelijke ritten afzonderlijk geregistreerd worden.

Volgens FNV en MKB is de regeling praktisch niet uitvoerbaar als werknemers elke kilometer moeten bijhouden. De administratie wordt nog ingewikkelder wanneer meerdere mensen in het bedrijf gebruik maken van een busje.

De resultaten van een enquête onder de werknemers bevestigen deze vrees. FNV en MKB hebben het enquêteverslag in mei aan staatssecretaris Bos (financiën) aangeboden.

Veel mensen vinden het onrechtvaardig dat een bestelbusje op dezelfde manier wordt behandeld als een lease-auto. Bouwvakkers of loodgieters, die voor hun baas in een bestelbus rondrijden, hebben thuis vaak een personenauto. Toch krijgen de mensen die voor hun werk in een busje rijden dezelfde bijtelling als iemand met een lease-auto terwijl werknemers in de regel geen invloed hebben op de aanschaf van de busjes. Wie in een duur busje rijdt, krijgt dan een hogere bijtelling dan een collega die in een goedkope bestelbus rijdt.

Verder maakte het probleem rond de wachtdiensten veel reacties los. De niet-zakelijke ritten die tijdens zon dienst worden gemaakt gelden dan als privé.

Een storingsmonteur schreef: `Ik ben door wachtdiensten verplicht de auto bij me te hebben of thuis te blijven bij de auto. Tijdens de wachtdiensten ben ik nu dus een gevangene geworden, omdat ik geen privé-kilometers met de bus wil rijden.`

Staatssecretaris Bos gaat de regels rond de fiscale bijtelling nu soepeler toepassen. Onder bepaalde voorwaarden mogen wachtdiensten tot de zakelijke diensten worden gerekend. Eén van die voorwaarden is dat de werknemer zelf ook over een auto beschikt.

Wie met een busje tussen de 500 en 4.000 kilometer per jaar rijdt hier geldt een bijtelling van 15% - mag een vereenvoudigde rittenadministratie bijhouden. In dat geval hoeven alleen de privé-ritten en het totaal van de zakelijke ritten te worden bijgehouden. Afzonderlijke zakelijke ritten hoeven dan niet te worden bijgehouden.

Als onverwacht toch het aantal privé-ritten boven de 4.000 kilometer privé uitstijgt, maar nog altijd onder de 7.000 kilometer blijft, voldoet deze vereenvoudigde rittenadministratie ook.

Het kabinet gaat bekijken of een bepaalde categorie bestelautos buiten de verplichting van de rittenadministratie kan vallen. Voor die autos zou dan de belasting lager uitvallen.

18 juli 2001

Bijgevoegd:
rapport_enquete_busje.rtf