Politie investeert in digitale recherche

De Nederlandse politie gaat de komende jaren fors investeren in het uitbreiden van de digitale recherche. Daardoor zal de computercriminaliteit ofwel de cybercrime beter bestreden worden. Naast de zeven interregionale Bureaus Digitale Expertise (BDEs) die al actief zijn bij de politie, wordt in een nationale aanpak de kennis op regionaal en lokaal niveau de komende jaren fors uitgebreid. In elk van de 25 regiokorpsen worden politiemensen opgeleid om algemene basiskennis over digitaal rechercheren op te doen. Ook worden er deskundige digitaal rechercheurs en ICT-specialisten aangetrokken en zal de samenwerking met en het gebruik van meer externe deskundigheid worden bevorderd.

De landelijke eenheid bij het Korps Landelijke Politie Diensten (Klpd) die nu al activiteiten verricht op gebied van digitaal rechercheren, het surveilleren op Internet en de ontwikkeling van digitale opsporingstechnieken, krijgt een definitieve status. De komende jaren wordt de kennis die landelijk en interregionaal is opgedaan zoveel mogelijk overgedragen naar teams die specifieke misdrijven opsporen als kinderporno, drugs en XTC, fraude, witwassen en gokken. Jointteams waarin digitaal-rechercheurs samenwerken met andere partners in de opsporing zowel nationaal als internationaal zullen de slagkracht nog verder vergroten.

Informatienetwerken vormen de ruggengraat van de informatiesamenleving en die afhankelijkheid brengt nieuwe maatschappelijke risicos met zich mee: inbraken in computersystemen, het verspreiden van virussen en nieuwe vormen van fraude, stalken en vernieling. Criminelen hebben veel voordeel van het gebruik van de modernste communicatiemiddelen en computersystemen bij hun illegale activiteiten. Gestolen goederen kunnen gemakkelijk via het Internet worden aangeboden of verhandeld. Geheime boodschappen kunnen door criminele groeperingen makkelijk via Internet worden uitgewisseld. Geavanceerde versleutelingstechnieken zijn eenvoudig en vaak zonder kosten te downloaden. Vanwege de anonimiteit is het Internet ook een uitstekend middel om (para)militaire of terroristische activiteiten uit te voeren, wat kan leiden tot een ware informatieoorlog. De politie verwacht dat deze vormen van criminaliteit via en met de computer steeds meer zal voorkomen. Vandaag de dag wordt er door de politie al geen boekhouding meer in beslag genomen of er komen computers en informatienetwerken aan te pas.

Ook onder de jeugd is er een toenemende belangstelling voor computersystemen en informatienetwerken om hier ernstig kattenkwaad mee uit te halen. Jongeren zijn steeds hoger opgeleid, groeien op met de nieuwste technologie en leren spelenderwijs zowel de goede als de kwade mogelijkheden ontdekken. Inbraken in computersystemen door minderjarige hackers waarbij soms grote economische verliezen kunnen worden geleden door bedrijven zijn ook in Nederland geen uitzondering meer. Daarnaast weet de jeugd aardig de weg via de elektronische snelweg om elkaar met zinloos geweld of de dood te bedreigen via SMS-berichten, in chatkanalen of nieuwsgroepen van het Internet. De aanpak van jeugdcriminaliteit krijgt daardoor een geheel andere dimensie.

De voorgestelde aanpak moet in belangrijke mate bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de opsporing in Nederland. Om dat te kunnen bereiken werkt de politie in dit landelijke project nauw samen met het Openbaar Ministerie en het Nederlands Forensisch Institituut (NFI) dat op het gebied van forensische digitale techniek, wereldwijd gezien een goede reputatie kent. Op Europees en wereldwijd niveau wordt nauw samengewerkt met andere politie-instanties. Zo heeft Interpol een internationaal politienetwerk dat kennis en expertise uitwisselt op gebied van informatietechnologie en criminaliteit en maakt Nederland deel uit van het contactnetwerk van de G8 landen op gebied van Hightech Crime.

Den Haag, 18 juli 2001.