Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=418259



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Azië en Oceanië afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 16 juli 2001 Auteur mr J. Roodenburg
Kenmerk DAO-0709-01 Telefoon 070-3485655
Blad Fax 070-3485323
Bijlage(n) E-mail jj.roodenburg@minbuza.nl
Betreft Vragen van het lid Koenders over onlusten in Papua

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer van 2 juli 2001, kenmerk 2000112940, waarbij gevoegd waren de door het lid Koenders overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, in bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Koenders.

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de huidige verslechterende mensenrechten in Papua? Welke maatregelen stelt u voor in bilateraal, EU en VN-verband?

Antwoord

De mensenrechtensituatie in Irian Jaya is voorwerp van aanhoudende zorg. De constructieve dialoog tussen de Indonesische regering en het Papoea presidium wordt al langer bemoeilijkt door terugkerend geweld. Ik refereer onder meer aan de ernstige onlusten op 5 en 6 oktober 2000 in Wamena, waarbij tientallen doden vielen onder de Papoea's en immigranten, alsmede de gebeurtenissen begin december vorig jaar, toen bij botsingen tussen betogende Papoea's en oproerpolitie in Merauke en Fakfak tien doden en vele gewonden vielen en na een aanval op een politiepost in Abepura - waarbij twee agenten werden gedood - diverse Papoea's ernstig werden mishandeld. Ik noem tot slot de recente arrestatie van 16 Papoea's in Manokwari, naar verluidt in verband met een gewapende aanval op een politiepost in Wondiboi, waarbij vijf agenten zouden zijn omgekomen, en de ontvoering van twee Belgen door het Papoea Bevrijdingsfront.

Ik constateer ook dat de nationale mensenrechtencommissie Komnas HAM haar rapport inzake de rellen in Abepura inmiddels heeft overhandigd aan het Openbaar Ministerie. Dit rapport noemt een aantal seniore politie-officieren als de verantwoordelijken voor het politie-geweld op 7 december. Komnas HAM heeft het Openbaar Ministerie aanbevolen de zaak voor te brengen voor het pas opgerichte mensenrechtentribunaal in Makassar.

Hoewel de huidige politieke situatie beperkingen oplegt aan de snelheid en daadkracht waarmee de Indonesische regering deze en andere urgente vraagstukken ter hand neemt, blijft Nederland haar aanspreken op haar verantwoordelijkheden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het bilaterale en multilaterale kanaal. Zo heeft de EU troika, op verzoek van Nederland, de mensenrechtensituatie in Irian Jaya aan de orde gesteld tijdens de politieke dialoog met minister Shihab op 24 mei in Beijing. Daarnaast buigt de EU zich over het Nederlandse voorstel om, analoog aan de missies naar de Molukken, een EU-missie naar Irian Jaya te ondernemen.

In een bilateraal gesprek met mijn Indonesische collega op 25 mei heb ik eveneens gewezen op het belang van een oplossing van de regionale conflicten via een vreedzame dialoog. Ook in recente gesprekken op hoog ambtelijk niveau alsmede tussen de Nederlandse ambassade en de Indonesische minister van Justitie is gewezen op de Nederlands zorg over de mensenrechtensituatie in Irian Jaya en aangedrongen op daadkracht en visie ter zake, met name op het gebied van de berechting van hen die zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de autonomie-voorstellen van de Universiteit van Papua en de (afhoudende) reactie van Djakarta hierop? Hoe kan een effectieve dialoog van buitenaf gestimuleerd worden zodat mensenrechtenschendingen worden voorkomen?

Antwoord

Het Indonesische parlement buigt zich over twee concept wetsvoorstellen inzake speciale autonomie: een door het Indonesische ministerie van Binnenlandse Zaken geschreven concept en een concept afkomstig uit Irian Jaya. Laatstgenoemd concept komt vooral uit de koker van medewerkers van de Cendrawasih-universiteit in Jayapura en van enkele andere leden van de Papoea intelligentsia. De belangrijkste fracties in het Indonesische parlement hebben inmiddels besloten beide versies als een geheel te behandelen. Het voorstel uit Irian Jaya bevat elementen die de Papoea's de kans bieden zelf te gaan werken aan een verbetering van hun sociaal-economische omstandigheden en zou als zodanig kunnen bijdragen aan een vreedzame oplossing van een langlopend conflict. Deze opvatting heeft Nederland in de hierboven genoemde contacten nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de Indonesische regering. Na aanneming van de speciale autonomie-wet zal Nederland bij Jakarta aandringen op adequate implementatie. Daarnaast beziet Nederland op welke wijze op dat moment kan worden bijgedragen aan in voorbereiding zijnde multilaterale programma's die beogen op lokaal niveau sectorale steun te bieden.

Vraag 3

Welke programma's zijn nodig om de AIDS-epidemie in Papua te bestrijden? Welke rol kan Ontwikkelingssamenwerking spelen?

Antwoord

Ervaring heeft geleerd dat een multi-sectorale aanpak van HIV/AIDS, gericht op preventie in combinatie met zorg voor getroffenen de meest effectieve aanpak is. Met een bijdrage van NLG 6,5 miljoen ondersteunt Nederland daarnaast een meerjarig programma van de WHO in Indonesië, dat zich primair richt op de verbetering van de tuberculosebestrijding, waarin HIV/AIDS interventies zijn geïntegreerd. De WHO/UNAIDS en diverse internationale NGO's hebben overigens effectieve programma's in Irian Jaya, gericht op AIDS-bestrijding en preventie.

Nederland zal de Indonesische autoriteiten voorts wijzen op het Asian Harm Reduction Network, gevestigd in Thailand, en financieel gesteund door Nederland. Deze organisatie, die door UNAIDS als 'Best Practice Case", is uitgeroepen helpt particuliere organisaties en overheidsinstanties bij het uitwerken van een strategie en werkplan om druggebruikers voor HIV-besmetting te behoeden.

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over het conflict in Wasior (Manokwari, Papua) tussen de lokale bewoners en een houtkapmaatschappij, en de aanval van Brimob-politie op 22 mannen uit Nabire waarbij wellicht vier (wellicht zes) doden vielen? Bent u tevens op de hoogte van de operatie "Comb and destroy", die vanaf eind mei jl. daar gaande is? Hoe beoordeelt u deze incidenten?

Antwoord

Deze berichtgeving is mij bekend. Deze incidenten, waarbij overigens een verband lijkt te liggen met de hierboven genoemde gewapende aanval op een politiepost in Wondiboi, vormen net als eerdere gewelddaden een ernstige bedreiging van de dialoog tussen de Indonesische regering en het Papoea presidium.

Vraag 5

Bent u het eens met de stelling dat de operatie "Comb and destroy", die op het moment een ware exodus van de plaatselijke bevolking veroorzaakt alsmede grove mensenrechtenschendingen teweegbrengt, met onmiddellijke ingang een halt toegeroepen moet worden? Zo ja, welke stappen bent u van zins daarvoor te ondernemen? Hoe beoordeelt u in dit kader de rol van Brimob?

Antwoord

Het is de Indonesische regering die in dit conflict gezag moet uitoefenen en aan mensenrechtenschendingen, door welke partij ook, een halt moet toeroepen. Zoals hierboven is toegelicht zal de Nederlandse regering haar hierop aanspreken via alle hiertoe beschikbare kanalen.

Vraag 6

Vindt u niet dat de Brimob, de Indonesische mobiele brigade, zich teveel macht heeft toegeëigend en bovendien misbruikt, waardoor een 'staat in een staat' dreigt te ontstaan?

Antwoord

Uit de hierboven gegeven antwoorden kunt u afleiden dat Nederland het optreden van delen van het Indonesische leger en de politie kritisch tegen het licht houdt. Ik constateer overigens dat de Indonesische mensenrechtencommissie zelf heeft geconcludeerd dat delen van de Indonesische politie bij de uitoefening van hun bevoegdheden ernstige fouten hebben gemaakt.

Kenmerk DAO-
Blad /5

1 Tijdschrift Kabar Baru, juni 2001.






===