Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie
EK onder 23 jaar met topbezetting
(06-07-2001)
Amsterdam Het derde toernooi om de Europese atletiekkampioenschappen
voor atleten onder 23 jaar in Amsterdam kent in twee opzichten een
topbezetting. Niet alleen in aantal deelnemers maar vooral in
kwaliteit. Voor de wedstrijden, die van donderdag 12 tot en met zondag
15 juli in het Olympisch stadion in Amsterdam worden gehouden, zijn
800 atleten ingeschreven (438 mannen en 362 vrouwen). Het is het
hoogste aantal sinds het tweejaarlijkse toernooi in 1997 voor het
eerst in Turku in Finland werd gehouden. Twee jaar geleden in
Gothenburg namen 775 atleten deel. Van de 49 landen, die lid zijn van
de Europese Atletiek Associatie (EAA), vaardigen 41 naties een team af
naar Amsterdam. Albanië, Andorra, Georgië, Lichtenstein, Macedonië,
Monaco en Gibraltar ontbreken. Het EK onder 23 jaar in Amsterdam vindt
plaats in het kader van het 100-jarig bestaan van de Koninklijke
Nederlandse Atletiek Unie (KNAU).
Het toernooi voor atleten tot 23 jaar werd in 1995 door de EAA
ingesteld om voor jonge atleten de overgang naar de top van de
senioren gemakkelijker te laten verlopen. Bij de voorgaande
kampioenschappen in Turku en Gothenburg manifesteerden zich atleten
die later wereld dan wel olympisch kampioen werden. Sprekende
voorbeelden daarvan zijn de Spanjaard Yago Lamela, de latere
wereldkampioen verspringen, en de Duitser Nils Schumann, de Olympische
kampioen van Sydney op de 800 meter.
Ruim twintig deelnemers in Amsterdam deden vorig jaar in Sydney
olympische ervaring op. Van hen is een aantal reeds doorgebroken naar
de absolute wereldtop. Voorbeelden daarvan zijn de Poolse Monika
Pyrek, die op 1 juli bij de nationale kampioenschappen van haar land
in Bydgocscz het Europese record polsstokhoogspringen op 4,61 meter
bracht en de Litouwer Stanislav Olijars, die op de 110 meter horden
tot de absolute wereldtop behoort. Ook de Slowaak Mikulas Konopka, dit
seizoen reeds goed voor 20,66 meter bij het kogelstoten, staat zeer
hoog op de wereldranglijst van dit jaar.
Nederland wordt in Amsterdam vertegenwoordigd door veertien vrouwen en
twaalf mannen.
Bram Som is, nu de snelle Rus Yuri Borzakovsky zich concentreert op
het WK in Edmonton van komende maand, de favoriet op de 800 meter. Som
demonstreerde bij de Papendal Games op 4 juli zijn grote vorm met een
tijd van 1.45,47, de beste tijd van dit jaar voor onder 23-jarigen..
Hij zal in Amsterdam opnieuw de Belg Joeri Jansen ontmoeten, die hij
op Papendal 0,09 seconden voorbleef. Hoog op de Europese ranglijsten
onder 23 jaar staan ook Marjolein de Jong, vorig jaar bij het WK voor
junioren in Santiago in Chili tweede op de 400 meter horden, Judith
Vis (100 horden) en Koen Raymaekers (10.000 m). Rutger Smith werd
vorig jaar in Santiago wereldkampioen kogelstoten en derde bij het
discuswerpen. Hij presteerde in het voorjaar bij wedstrijden in Nice
uitstekend maar liep daarna tijdens de training een zeer ernstige
blessure (gescheurde borstspier) op en zal zijn favoriete rol niet
kunnen waarmaken. In het Olympisch stadion in Amsterdam worden in vier
dagen 44 onderdelen afgewerkt. De enige onderdelen van het olympisch
programma die niet worden verwerkt zijn de 50 km snelwandelen en de
marathon. Een bijzonderheid in Amsterdam is de start van de op 16
februari 1982 geboren Zweedse tweeling Susanna en Jenny Kallur op de
100 meter horden. Susanna heeft de beste jaartijd bij de atleten onder
23 jaar (12,85) op haar naam staan.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar:
http://www.ecu23amsterdam.com