G e n t s e F e e s t e n 2 0 0 1 A c t i v i t e i t e n i n
h e t M u s e u m v o o r S i e r k u n s t e n
V o r m g e v i n g (15/06/2001)
België - Nederland: juweelkunst 1945 - 2000
Nee, dit wordt geen voetbalmatch. Deze keer treffen beide landen
elkaar in een schitterende tentoonstelling! Aan de hand van juwelen
uit België en Nederland krijgt u een overzicht van de juweelkunst
tijdens de laatste 50 jaar.
Het Nederlandse luik van de juwelenexpositie werd geselecteerd door
het museum het Kruithuis uit s-Hertogenbosch. De Belgische selectie
gebeurde in overleg met het Fonds voor Vormgeving.
Enkele namen uit het Nederlandse kamp: Gijs Bakker, Onno Boekhoudt,
Marion Herbst, Emmy van Leersum, Lam de Wolf.
Enkele namen uit de Belgische ploeg: Siegfried De Buck, Pierre Caille,
Emile Souply, Hilde De Decker, David Huycke, Elke L. Peeters,
Christophe De Ranter.
Kort na WO II begint in België de geschiedenis van het hedendaagse
juweel. De eerste creatieve impuls komt van enkele beeldhouwers die
zich verdiepen in juwelen. Deze ontwerpen van o.a. Pierre Caille en
Pol Bury liggen in het verlengde van hun beeldhouwkunst. Zij geven de
juweelkunst een artistieke voedingsbodem. Aanvankelijk ligt het
zwaartepunt in Wallonië, met de Abdij van Maredsous als belangrijkste
centrum. Daar wordt een eerste generatie Belgische juweelkunstenaars
gevormd; o.a. Bernard François en Siegfried De Buck.
Eind de jaren 60 neemt Atelier 35 onder leiding van Wim Ibens
(Koninklijke Academie van Antwerpen) de fakkel van Maredsous over als
centrum van hedendaagse juweelkunst. In 1975 opent Bernard François in
Brussel Galerie Néon: een platform voor het avant-garde sieraad. Deze
ontwerpen laten de klassieke vormgeving achterwege en doorbreken de
traditionele opvatting van een juweel.
Aangezien Wallonië geen juweelopleiding van betekenis meer heeft en
het vernieuwende experiment weinig ondersteunt, verschuift het
zwaartepunt van de juweelkunst in België vrijwel helemaal naar
Vlaanderen.
Eind de jaren 80 begint in Antwerpen - naast de Academie - de
juweelafdeling van Sint-Lucas een interessante rol te spelen. De jonge
garde (o.a. Hilde De Decker en David Huycke), afgestudeerd aan een van
beide scholen, krijgt langzaam vaste voet aan de grond.
Wie naar de afgestudeerden van de laatse vijf, zes jaar kijkt kan maar één ding concluderen: aan talent ontbreekt het niet.
Toon mij uw sieraad en ik zeg wie u bent. Dit typeert in het kort de geschiedenis van het Nederlandse sieraad in de afgelopen 50 jaar. Een spannend verhaal met zeer bewogen en haast schokkende momenten.
Fonkelende juwelen, blinkend goud, kostbare parels, ... ze hebben het
zwaar te verduren. Wat ooit de attributen van grandeur en chique
waren, wordt nu platgewalst onder de radicale praktijken van jonge
ontwerpers.
Aluminium, roestvrij staal en kunststoffen verdringen de edelmetalen.
Glas, hout, papier en surrogaten bezetten de plek van diamanten en
andere mineralen. Hoe rijker de ideeën, des te armer de materialen.
Edelsmeden wordt sieraadvormgevers. Het sieraad zelf promoveert tot kunst. Soms amper nog sieraad, staat het even goed op de kast als op een revers van een jas, hangt het even mooi aan de muur als om de hals. Maar het goud neemt revanche en het zilver sluipt weer binnen. Tegen het eind van 2000 fonkelen de diamanten weer als vanouds.
Het Nederlandse luik van de tentoonstelling vertelt dit verhaal aan de
hand van meer dan 500 sieraden uit de periode 1950-2000. Het is een
overzicht met ontwerpers die in de afgelopen 50 jaar in de Nederlandse
en buitenlandse voorhoede hebben gestaan.
Praktisch
van 14 tot en met 22 juli, van 10 tot 18 uur: gratis toegang
Ateliers voor kinderen België - Nederland, een schitterende show
Hoe denken kinderen over juwelen? Wat vinden ze van de sieraden die
gepresenteerd zijn in de tentoonstelling België - Nederland? Welke
juwelen genieten hun voorkeur?
Wie zin heeft om zijn ideeën in werkelijkheid om te zetten en het
sieraad van zijn dromen wil maken, kan deelnemen aan een van de
juwelenateliers.
Praktisch
Deze ateliers op 16, 17, 18, 19 en 20 juli, telkens van 14 tot 17 uur,
zijn allemaal volgeboekt. De 15 jeugdige juweelontwerpers zijn wel aan
het werk te zien op de binnenkoer van het museum.
Boekenmarkt: Boeken tegen spotprijzen
Bij elke nieuwe tentoonstelling hoort een catalogus. Deze publicaties
geven duidelijk een meerwaarde aan de expositie. Hoewel deze catalogi
ook na de tentoonstelling worden verkocht, heeft het Museum voor
Sierkunst en Vormgeving in de loop der jaren een aanzielijke stock
opgebouwd, die heel wat plaats inneemt.
Daarom wordt de binnenkoer van het museum tijdens de Gentse Feesten
voor één week omgetoverd tot een heuse kunstboekenmarkt. Catalogi en
boeken uit deze museumstock worden er tegen spotprijzen te koop
aangeboden.
Praktisch
van 14 tot en met 22 juli, van 14 tot 18 uur
toegang gratis
Informatie
Museum voor Sierkunst en Vormgeving, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent,
tel. (09)267 99 99, fax (09)224 45 22, e-mail museum.design@gent.be
Bevoegd
de heer Sas van Rouveroij, schepen van Cultuur en Toerisme.