Actueel

Rechtbank Alkmaar verwerpt verweer ontbreken machtigingen telefoontaps.

Bron: Rechtbank Alkmaar

Datum actualiteit: 13-07-2001

Bewezenverklaard is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het plegen van opzetheling. Door de raadsvrouw is aangevoerd dat machtigingen voor het afluisteren van telefoongesprekken in het dossier ontbreken en dat de periode van het afluisteren disproportioneel lang heeft geduurd. De rechtbank wordt verzocht om, ook al is hieruit geen bewijsmateriaal voortgekomen, deze zaken op grond van artikel 359a Sv in haar overwegingen te betrekken. De rechtbank stelt vast dat in het kader van een onderzoek naar op grote schaal gepleegde diefstallen uit auto's op last van de officier van justitie door opsporingsambtenaren gesprekken zijn afgeluisterd die werden gevoerd met gestolen telefoons. De verdachte bleek één van de personen te zijn die gebruik maakte van gestolen telefoons. Door de raadsvrouw is niet aangevoerd dat zich met betrekking tot het afluisteren van de telefoongesprekken onregelmatigheden hebben voorgedaan noch dat zij in de gelegenheid wenste te worden gesteld om de tapmachtigingen in te zien. Evenmin is verzocht om die machtigingen aan het dossier toe te voegen. Voorts is op geen enkele wijze onderbouwd dat de periode van het afluisteren disproportioneel lang heeft geduurd en de rechtbank is evenmin ambtshalve gebleken dat het opsporingsonderzoek de duur van het afluisteren niet rechtvaardigde. Mitsdien valt niet in te zien dat zich in casu enig verzuim van vormen als bedoeld in artikel 359a Sv heeft voorgedaan waardoor de verdachte in zijn belangen is geschaad.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB2628
(Zie het originele bericht)