Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
MIN LNV: Wijz. Tijdelijke monitoringsregeling MKZ
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op artikel 17, 18 en 30, eerste en vierde lid, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel I
De Tijdelijke monitoringsregeling mond en klauwzeer wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2, tweede lid, wordt de zinsnede .7 dagen na de
inwerkingtreding van deze regeling. vervangen door: 30 juli 2001.
B
Artikel 4, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Het is de houder van schapen of geiten met ingang van 30 juli 2001
verboden van een bedrijf schapen of geiten af te voeren, tenzij de
zending vergezeld gaat van de MKZ-onderzoeksverklaring II.
C
Artikel 5 komt als volgt te luiden:
Het voor de afgifte van de MKZ-onderzoeksverklaring II benodigde, ten
genoegen van de Minister verrichte onderzoek op een bedrijf waar
schapen of geiten worden gehouden, houdt in dat de dierenarts de op
het bedrijf aanwezige schapen of geiten na de inwerkingtreding van
deze regeling, ten minste één maal klinisch heeft onderzocht en
daarbij geen verschijnselen heeft vastgesteld van mond- en
klauwzeer.
D
Artikel 6, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1. De MKZ-onderzoeksverklaring I heeft een geldigheidsduur van vier
weken.
E
Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.
F
Bijlage III komt te vervallen.
Artikel II
Deze regeling wordt op 13 juli 2001 om 18.00 uur aan de media bekend
gemaakt en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Bijlage
Bijlage II, bedoeld in artikel 1, onderdeel f
MKZ onderzoeksverklaring II, voor schapen- en geitenbedrijven:
Bedrijfsgegevens:
Naam :
Adres :
Postcode :
Woonplaats :
UBN :
Aantal schapen/geiten aanwezig :
Gegevens dierenarts:
Naam :
Praktijkadres :
Postcode :
Woonplaats :
Ondergetekende, praktiserend dierenarts van het bedrijf met
bovengenoemd UBN, verklaart dat op:
.... - ..... . 200.. Starttijd inspectie: ........... Eindtijd
inspectie: .............
door hem een klinische inspectie van alle aanwezige dieren is
uitgevoerd, zoals bedoeld in de Tijdelijke monitoringsregeling mond-
en klauwzeer.
Bij de inspectie zijn:
1. . Geen klinische symptomen vastgesteld van MKZ;
2. . Ziekteverschijnselen vastgesteld, op grond waarvan MKZ niet is
uit te sluiten; de RVV is gewaarschuwd (centraal meldnummer
045-5354232).
Handtekening en naam dierenarts:
Toelichting voor de Staatscourant
Met de onderhavige regeling wordt het maatregelenpakket van de
Tijdelijke monitoringsregeling mond- en klauwzeer op een aantal punten
aangepast.
Vleeskalveren
De verplichting om een zending vleeskalveren bij afvoer van een
bedrijf vergezeld te laten gaan van een MKZ-onderzoeksverklaring is
met de onderhavige wijziging opgeschort tot 30 juli 2001.
Schapen en geiten
Voorheen was de afgifte van een MKZ-onderzoeksverklaring II -
ondermeer- gekoppeld aan de verplichting tot het verrichten van een
vierwekelijks klinisch onderzoek op de aanwezigheid van mkz. De
afgifte van een MKZ-onderzoeksverklaring II is met de onderhavige
wijziging echter gekoppeld aan een eenmalig klinisch onderzoek. Voorts
is met de onderhavige wijziging de verplichting om bij de afvoer van
schapen of geiten van het bedrijf de zending vergezeld te laten gaan
van bedoelde MKZ-onderzoeksverklaring II, opgeschort tot afvoer na
30 juli 2001. Voor de duidelijkheid zij er op gewezen dat deze
verplichting onverkort blijft bestaan totdat deze regeling wordt
ingetrokken.
Tenslotte is de verplichting tot serologisch onderzoek van schapen en
geiten die op een bedrijf zijn aangevoerd, komen te vervallen. Met het
oog hierop is ook bijlage II gewijzigd.
In de plaats van dit serologisch onderzoek, wordt thans een
systematiek uitgewerkt waarbij bij de slacht van schapen of geiten op
het slachthuis steekproefsgewijs zal worden bemonsterd door de op
basis van artikel 114, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren, aangewezen ambtenaar die is belast met onderzoek naar de
aanwezigheid van besmettelijke dierziekten. Deze bemonstering zal
aldus in de praktijk geschieden door een ambtenaar van de Rijksdienst
voor de keuring van Vee en Vlees. Deze monsters zullen vervolgens
worden onderzocht bij een door de Minister aangewezen laboratorium op
de aanwezigheid van antistoffen tegen mond- en klauwzeer. Het doel
hiervan is meer zicht te krijgen op de eventuele prevalentie van mond-
en klauwzeer onder de Nederlandse schapen en geiten stapel.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
13 jul 01 18:00