CBS

Economische groei eerste kwartaal 1,6%

In het eerste kwartaal van 2001 is de economische groei uitgekomen op 1,6 procent vergeleken met een jaar eerder. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van de voorlopige raming van mei, toen 2,0 procent werd geraamd. Het nieuwe groeicijfer is het laagste sinds het vierde kwartaal van 1993. Het stijgingstempo loopt niet alleen terug bij de binnenlandse bestedingen maar ook bij de uitvoer. De prijsstijging van het BBP is sterk opgelopen naar meer dan 5 procent. Dit blijkt uit de Kwartaalrekeningen van het CBS.

Trendmatige groei BBP dalend
De trendmatige kwartaal-op-kwartaalgroei is nog steeds positief (0,4 procent), maar vertoont de afgelopen kwartalen wel een dalende tendens. Een jaar geleden was deze trend nog ruimschoots het dubbele. Het groeicijfer van het BBP in het eerste kwartaal van 2001 is neerwaarts beïnvloed doordat dit kwartaal een werkdag minder kende dan het eerste kwartaal van vorig jaar. Na correctie voor kalendereffecten en seizoeninvloeden is de kwartaal-op-kwartaal volumegroei van het BBP licht negatief (-0,3 procent), vooral omdat het BBP-niveau in het vierde kwartaal van 2000 door incidentele factoren relatief hoog was.

Groeivertraging over een breed front
Over vrijwel de hele linie valt de stijging van de productie lager uit dan in de voorgaande kwartalen. De goederenproducenten laten nauwelijks nog groei zien. Dit is de resultante van een beperkte groei in de industrie, een stagnatie in de bouw en een forse daling in de landbouw. Ook bij de commerciële diensten, tot voor kort een belangrijke motor achter de florissante groeicijfers, is nu sprake van een aanzienlijke groeivertraging. Dit geldt vooral voor de financiële en zakelijke dienstverlening. Alleen de niet-commerciële diensten kennen vrijwel ongewijzigde groeicijfers.

Bestedingen aan duurzame consumptiegoederen gedaald Aan de bestedingenkant loopt de consumptiegroei van huishoudens duidelijk terug, van gemiddeld 3,9 procent in 2000 tot 1,4 procent in het eerste kwartaal van 2001. De bestedingen aan duurzame consumptiegoederen zijn in het eerste kwartaal zelfs lager dan een jaar eerder. Hierbij springt de grote daling van de personenautoverkopen er uit. Dit hangt voor een deel samen met de relatief hoge autoverkopen in het vierde kwartaal van vorig jaar. Anticipatie op de BTW-verhoging speelde hierin een belangrijke rol. Exclusief personenautoverkopen komt de consumptiegroei van huishoudens in het eerste kwartaal uit op bijna 3 procent. De consumptiegroei van diensten vertraagt ook aanzienlijk. Dit laatste hangt sterk samen met de terugvallende vraag naar bank- en verzekeringsdiensten.

Investeringsgroei komt vrijwel tot stilstand
Na een lange periode van hoge groeicijfers laten de investeringen in vaste activa in het eerste kwartaal nauwelijks of geen groei meer zien. De investeringen in woningen lopen terug, in lijn met de daling van de verleende bouwvergunningen. De bescheiden stijging bij de andere bouwwerken, zoals uitbreiding van de infrastructuur, kan dit niet compenseren. De investeringen in machines en computers zitten per saldo nog licht in de plus. De daling bij de investeringen in vervoermiddelen betreft zowel de personenauto's als de bedrijfswagens.

Uitvoer en invoer groeien minder snel
De volumestijging van de uitvoer vertraagt van 9,1 procent in 2000 naar 6,6 procent in het eerste kwartaal van 2001. De uitvoer had aan het eind van het kwartaal te lijden onder de problemen met besmettelijke veeziekten. De volumestijging van de invoer loopt steeds in de pas met die van de uitvoer. Een deel van deze groeipercentages komt voor rekening van het snel toenemend belang van de wederuitvoer. Exclusief wederuitvoer zijn de groeipercentages van uitvoer en invoer circa drie procentpunt lager. Mede omdat de prijsstijging van de uitvoer hoger is dan die van de invoer loopt het buitenlandse handelssaldo voor goederen op.

Prijsstijging BBP flink hoger
De prijsstijging van het BBP is in het eerste kwartaal van 2001 uitgekomen op 5,4 procent. Dit is een aanzienlijke versnelling ten opzichte van de 3,6 procent in het vierde kwartaal van vorig jaar. BBP-prijsstijgingen van meer dan 5 procent hebben zich voor het laatst voorgedaan in het begin van de jaren tachtig. In het eerste kwartaal versnelt de prijsstijging van de consumptie tot meer dan 4 procent. Ook de prijsstijging van de investeringen in vaste activa benadert nu dit percentage. Voor een deel hangt de versnelde prijsstijging van de consumptie en investeringen samen met de verhoging van het BTW-tarief per 1 januari 2001.Een impuls voor de BBP-prijsstijging gaat daarnaast uit van de ruilvoetverbetering: de uitvoerprijs stijgt twee procentpunt meer dan de invoerprijs.

Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product, het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde'). In dit persbericht is de tweede raming van de economische groei in het eerste kwartaal van 2001 gepubliceerd. In vergelijking met de eerste raming van 18 mei is de groei voor het eerste kwartaal neerwaarts bijgesteld van 2,0% naar 1,6%. De bijstelling hangt samen met in de tussentijd beschikbaar gekomen nieuwe statistische informatie. Hieruit komt naar voren dat bij voorbeeld de volumeontwikkeling bij financiële instellingen (verzekeringen en banken) duidelijk lager is dan eerder geraamd. Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt beschreven in de persberichten. Om een indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de tweede cijferkolom van tabel 1). De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur 2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste verschillen zijn de volgende: Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en minder vergelijkbaar tussen landen. De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw, delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca, vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking op overheid, onderwijs en zorgsector.