Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Persbericht Ministerraad
13 juli 2001

MAATREGELEN VOOR MELKVEEHOUDERIJ IN KWETSBARE GEBIEDEN

Het kabinet heeft op voorstel van minister Brinkhorst van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu ingestemd met maatregelen voor de melkveehouderij in kwetsbare en waardevolle gebieden. Het kabinet wil in deze gebieden grondgebonden melkveehouderij behouden en bereiken. Met grondgebonden veehouderij wordt bedoeld dat het totaal van de geproduceerde mest van het vee in dat gebied ook daar kan worden afgezet, rekening houdend met de milieukwaliteitsdoelstellingen in het betreffende gebied. Tevens moet binnen het gebied voldoende ruwvoer worden geproduceerd.

Met een grondgebonden melkveehouderij wil het kabinet de milieukwaliteit in het landelijk gebied verbeteren. Het komen tot een grondgebonden veehouderij zal voor sommige melkveehouders een grote bedrijfsaanpassing vragen, maar leidt uiteindelijk tot een levensvatbare, maatschappelijk gewenste melkveehouderij die naast zuivelproducten ook in staat is andere groene diensten te produceren ten behoeve van landschap en natuur.
Het kabinet heeft eerder aangegeven dat het voor de periode tot en met 2010 450 miljoen gulden beschikbaar stelt voor de herstructurering van de melkveehouderij.

Er wordt gewerkt aan een bestuursovereenkomst met de provincies om te komen tot een gebiedsgerichte aanpak. Een geïsoleerde aanpak van de melkveehouderij alleen zal onvoldoende leiden tot een verbetering van de omgevingskwaliteit. De milieukwaliteitsdoelstelling in het gebied wordt gebaseerd op bestaande algemene milieukwaliteitseisen en gebiedsspecifieke eisen voor het voorkomen van nitraat-, fosfaat- en ammoniakverlies, die eventueel verder worden ontwikkeld. De milieuproblematiek doet zich met name voor in Zuid en Oost Nederland, maar ook in de rest van Nederland kunnen zich regionaal knelpunten voordoen. Bedrijfshervestiging en -beëindiging, kavelruil en het bevorderen van inplaatsing in akkerbouwgebieden zijn voorbeelden van instrumenten die kunnen worden ingezet. Er komt een onderzoek naar het financieel ondersteunen van veehouders die extensiveren (minder dieren per hectare) en tevens voldoen aan extra milieueisen.
Het kabinet bekijkt ook hoe reeds grondgebonden bedrijven kunnen worden behouden en de perspectieven voor die bedrijven kunnen worden versterkt.

Het kabinet reageert met de maatregelen op het advies van de Commissie Herstructurering Melkveehouderij, onder voorzitterschap van prof. dr. Koopmans. Die commissie concludeerde onder meer dat grondgebonden melkveehouderij tegemoet komt aan het ammoniakvraagstuk rondom verzuringsgevoelige natuurgebieden, het verbeteren van de omgevingskwaliteit, het in stand houden van weidegang van vee als cultureel erfgoed, het waterbeheer voor drinkwater en opslag en het faciliteren van de melkveehouderij bij het aanpassen van het eerder in gang gezette mestbeleid.

RVD, 13.07.2001