Socialistische Partij


vragen SP fractie aan minister Borst

13-07-2001 * Vragen van de leden van de SP-fractie over de brief van minister Borst inzake de enquête vliegramp Bijlmermeer


1.


Klopt het dat vrijwillige hulpverleners niet in het epidemiologische onderzoek zijn opgenomen zoals de Klankbordgroep stelt? Zo ja, waarom niet en zijn zij wel opgenomen in het individuele onderzoek? (blz. 1).


2.


Op welke manier heeft overleg plaatsgevonden met het stadsdeel Amsterdam Zuidoost om het epidemiologisch onderzoek onder de bewoners stop te zetten? Heeft met het dagelijkse bestuur daadwerkelijk overleg plaatsgevonden en is de deelraad hierin gekend? (blz. 1).


3.

Is het waar dat geen overleg over de uiteindelijke stopzetting en ook niet over de eerdere discussiemomenten hierover, met de Klankbordgroep heeft plaatsgevonden en zo nee, waarom niet? (blz. 1).


4.

Waarom is het besluit tot stopzetting van het epidemiologisch onderzoek zonder overleg met de Tweede Kamer genomen? (blz. 1).


5.

Zijn er klachten over de nazorg? Wordt door de huisartsen in de Bijlmer correct doorverwezen in geval van patiënten met PTSS of onverklaarbare klachten? En hoe zit het met huisartsen buiten de Bijlmer, bijvoorbeeld van hulpverleners of ex-bewoners, zijn deze ook geïnformeerd en bijgeschoold op het gebied van herkennen, behandelen en correct doorverwijzen van patiënten met PTSS? (blz. 3).


6.

Ongeveer circa 15% van de aanvragen voor het hulpfonds is afgewezen omdat ze te laat waren ingediend. Wat zijn de redenen dat ze te laat zijn ingediend en had hier niet meer soepelheid betracht kunnen worden? Nog eens 20% is niet gehonoreerd, wat zijn hiervan de redenen, is hier ook enige soepelheid betracht? Zijn bij de start van het fonds ook niet te hoge verwachtingen gewekt? (blz. 3).


7.

Kan worden nagegaan waarom vragen van de Klankbordgroep aan de begeleidingscommissie vaak pas na maanden en soms meer dan een jaar later werden beantwoord? (blz. 4).


8.

Waaruit is de controlegroep voor de bewoners precies samengesteld? Is het uit te sluiten dat zij ook zijn blootgesteld? (blz. 5).


9.

Is werkelijk 'het maximale gedaan' om een oplossing te vinden voor de controlegroep?
Is het waar dat een gebied in Zuidoost, zuidelijk van de A9 bijvoorbeeld een zeer overeenkomstige bevolkingssamenstelling heeft zoals de klankbordgroep stelt? (blz. 5).
Met andere woorden is het mogelijk de controlegroep uit te breiden zonder afbreuk te doen op de vergelijkbaarheid met de onderzoeksgroep?


10.

Een van de redenen tot niet-deelname zijn praktische belemmeringen zoals werk. Is overwogen de deelname van controlepersonen te stimuleren door een reële onkostenvergoeding? (blz. 5).


11.

Wat is uw reactie op de uitlatingen van Stadsdeelvoorzitter Hannah Belliot dat de animo om deel te nemen gering is vanwege eerdere onderzoeken die niets hebben opgeleverd en door gebrek aan vertrouwen vanwege de vele afwijzingen voor het hulpfonds? (blz. 5).

13.

Zijn er ook onderzoeksvragen die wel wetenschappelijk verantwoord te beantwoorden zijn met een lagere deelname van de onderzoeksgroep en zou dit door de Emgo kunnen worden nagegaan? (blz. 6).

14.

Wat gebeurt er met reeds verzamelde gegevens voor het epidemiologische onderzoek, worden de genomen, maar nog niet geanalyseerde bloed- en urinemonsters wel of niet onderzocht? (blz. 6).

15.

Klopt het dat de begeleidingsgroep van de MOVB bij monde van dr. Woudenberg de bewoners heeft laten weten dat zij van het begin af aan op de hoogte waren dat Bijlmerbewoners, vrijwillige hulpverleners en beroepshulpverleners mogelijk gecontamineerd waren met verarmd uranium? (Nieuwe Gaasperdammer 4 juli 2001) Zo ja, hoe is dat te rijmen met eerdere conclusies dat het onwaarschijnlijk is dat omstanders en hulpverleners zijn blootgesteld aan significante stralingsrisico's door verarmd uranium? (Blz. 6).

16.

Is het u bekend dat mevrouw MC Tiesinga, voorzitter van de begeleidingscommissie in de media zegt dat het feit dat verarmd uranium is vrijgekomen niet hoeft te betekenen dat mensen daarmee besmet zijn geraakt en dat zij nu juist bezig zijn te onderzoeken? Zo ja, is dat niet misleidend nu u dit onderzoek reeds gestopt heeft? (6).

17.

Overwogen wordt om bloed en urine van bewoners die hebben deelgenomen aan het individuele onderzoek alsnog op o.a. uranium te onderzoeken, tenminste als het epidemiologisch onderzoek onder de hulpverleners daartoe aanleiding geeft. Is het wel juist zo'n beslissing van deze uitkomsten te laten afhangen aangezien juist de hulpverleners ook in enige mate beschermd waren? (blz. 6).

18.

In hoeverre kunnen de reeds gedane metingen van uranium ed bij de bewoners gebruikt worden om conclusies uit te trekken, al dan niet in combinatie met een Fish-test? (blz. 6).

19.

Wat zijn de gevolgen voor de bewoners van het niet doorgaan van het epidemiologisch onderzoek zowel wat betreft psychische als lichamelijke en financiële aspecten?
Bijvoorbeeld wat betreft aanspraken op schadevergoedingen en uitkeringen indien de oorzaak van de ziekte niet kan worden aangetoond? (blz. 6).

20.

Wat is de reactie van de klankgroep en de bewoners op het stoppen van het epidemiologisch onderzoek? (blz. 6).

21.

Wat zijn de voor en tegens van het toepassen van de Fish-test? Indien de klankbordgroepen u adviseren de Fish-test uit te voeren gaat u dat dan ook doen? (blz. 6).